Erfgoedwet
Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Beheer van collecties
+ Hoofdstuk 3. Aanwijzing als beschermd erfgoed
+ Hoofdstuk 4. Bescherming van erfgoed
+ Hoofdstuk 5. Archeologische monumentenzorg
- Hoofdstuk 6. Internationale teruggave
+ Hoofdstuk 7. Financiële bepalingen
+ Hoofdstuk 8. Handhaving en toezicht
+ Hoofdstuk 9. Overgangsrecht
+ Hoofdstuk 10. Intrekken en wijzigen andere wetten
+ Hoofdstuk 11. Slotbepalingen

Geschiedenis-overzicht

Erfgoedwet



1.
Onze Minister neemt een cultuurgoed ten aanzien waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat daarmee het verbod, bedoeld in artikel 6.10 , wordt overtreden in bewaring: 
1.
Onze Minister neemt een cultuurgoed ten aanzien waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat daarmee het verbod, bedoeld in artikel 6.10 , wordt overtreden in bewaring: 
a. uit eigen beweging bij het binnenbrengen in Nederland; of 
a. uit eigen beweging bij het binnenbrengen in Nederland; of 
b. op verzoek van de autoriteiten van het desbetreffende bezet gebied of voorheen bezet gebied. 
b. op verzoek van de autoriteiten van het desbetreffende bezet gebied of voorheen bezet gebied. 
2.
Onze Minister kan in Nederland aangetroffen cultuurgoederen ten aanzien waarvan het redelijke vermoeden, bedoeld in het eerste lid, bestaat, eveneens uit eigen beweging in bewaring nemen, indien een redelijke verwachting bestaat dat een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onder b, zal worden gedaan. 
2.
Onze Minister kan in Nederland aangetroffen cultuurgoederen ten aanzien waarvan het redelijke vermoeden, bedoeld in het eerste lid, bestaat, eveneens uit eigen beweging in bewaring nemen, indien een redelijke verwachting bestaat dat een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onder b, zal worden gedaan.