a.
blijven de hoofdstukken II, paragrafen 2 en 3 , IV , V, paragrafen 1 en 9 , en VI van de Monumentenwet 1988 , zoals die luidden voor inwerkingtreding van deze wet, van toepassing;
a.
blijven de hoofdstukken II, paragrafen 2 en 3 , IV , V, paragrafen 1 en 9 , en VI van de Monumentenwet 1988 , zoals die luidden voor inwerkingtreding van deze wet, van toepassing;
b.
is artikel 5 van de Monumentenwet 1988 , zoals dat luidde voor inwerkingtreding van deze wet, van overeenkomstige toepassing voor een monument of archeologisch monument met ingang van de datum waarop het ontwerpbesluit tot aanwijzing als rijksmonument wordt toegezonden als bedoeld in artikel 3:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht .
b.
is artikel 5 van de Monumentenwet 1988 , zoals dat luidde voor inwerkingtreding van deze wet, van overeenkomstige toepassing voor een monument of archeologisch monument met ingang van de datum waarop het ontwerpbesluit tot aanwijzing als rijksmonument wordt toegezonden als bedoeld in artikel 3:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht .
2.
Bij de toepassing van het eerste lid blijven de volgende bepalingen, zoals die luidden voor inwerkingtreding van deze wet, van toepassing:
2.
Bij de toepassing van het eerste lid blijven de volgende bepalingen, zoals die luidden voor inwerkingtreding van deze wet, van toepassing: