2.
Onze Minister kan ambtshalve besluiten een verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis, die als geheel of door een of meer van de cultuurgoederen die een wezenlijk onderdeel van de verzameling zijn als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het Nederlands cultuurbezit, aan te wijzen als beschermde verzameling.
2.
Onze Minister kan ambtshalve besluiten een verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis, die als geheel of door een of meer van de cultuurgoederen die een wezenlijk onderdeel van de verzameling zijn als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het Nederlands cultuurbezit, aan te wijzen als beschermde verzameling.
1.
In een spoedeisend geval kan Onze Minister bij het besluit tot aanwijzing als beschermde verzameling, in afwijking van artikel 3.7, derde lid , volstaan met een algemene omschrijving van de verzameling.
1.
In een spoedeisend geval kan Onze Minister bij het besluit tot aanwijzing als beschermde verzameling, in afwijking van artikel 3.7, derde lid , volstaan met een algemene omschrijving van de verzameling.
b.
degene is die het cultuurgoed in Nederland heeft gebracht of die het binnen vijf jaar, nadat het in Nederland is gebracht, heeft verworven, of de erfgenaam van een van hen.
b.
degene is die het cultuurgoed in Nederland heeft gebracht of die het binnen vijf jaar, nadat het in Nederland is gebracht, heeft verworven, of de erfgenaam van een van hen.
3.
Het eerste lid is alleen van toepassing op de erfgenaam gedurende dertig jaar of, voor zover het archiefbescheiden betreft, vijftig jaar na het overlijden van de erflater.
3.
Het eerste lid is alleen van toepassing op de erfgenaam gedurende dertig jaar of, voor zover het archiefbescheiden betreft, vijftig jaar na het overlijden van de erflater.
4.
Indien de eigenaar, bedoeld in het eerste lid, onder b, een rechtspersoon is, is het eerste lid alleen van toepassing gedurende dertig jaar of, voor zover het archiefbescheiden betreft, vijftig jaar nadat die rechtspersoon het cultuurgoed in Nederland heeft gebracht, of de eigendom van het cultuurgoed binnen vijf jaar, nadat het in Nederland is gebracht, heeft verworven.
4.
Indien de eigenaar, bedoeld in het eerste lid, onder b, een rechtspersoon is, is het eerste lid alleen van toepassing gedurende dertig jaar of, voor zover het archiefbescheiden betreft, vijftig jaar nadat die rechtspersoon het cultuurgoed in Nederland heeft gebracht, of de eigendom van het cultuurgoed binnen vijf jaar, nadat het in Nederland is gebracht, heeft verworven.
5.
Het terugbrengen naar Nederland van een cultuurgoed dat zich tijdelijk buiten Nederland heeft bevonden, geldt niet als het in Nederland brengen, bedoeld in het eerste lid, onder b.
5.
Het terugbrengen naar Nederland van een cultuurgoed dat zich tijdelijk buiten Nederland heeft bevonden, geldt niet als het in Nederland brengen, bedoeld in het eerste lid, onder b.
1.
Onze Minister gaat niet over tot aanwijzing als beschermd cultuurgoed of als beschermde verzameling indien een cultuurgoed als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid , een verzameling of een deel daarvan:
1.
Onze Minister gaat niet over tot aanwijzing als beschermd cultuurgoed of als beschermde verzameling indien een cultuurgoed als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid , een verzameling of een deel daarvan:
2.
Onze Minister gaat niet eerder dan een jaar nadat de omstandigheden, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met c, zich niet meer hebben voorgedaan over tot aanwijzing als beschermd cultuurgoed of als beschermde verzameling.
2.
Onze Minister gaat niet eerder dan een jaar nadat de omstandigheden, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met c, zich niet meer hebben voorgedaan over tot aanwijzing als beschermd cultuurgoed of als beschermde verzameling.
2.
Onze Minister kan ambtshalve verbeteringen van feitelijke aard aanbrengen in de beschrijving van een beschermd cultuurgoed, de algemene omschrijving van een beschermde verzameling of de opsomming van de beschermde cultuurgoederen die behoren tot een beschermde verzameling.
2.
Onze Minister kan ambtshalve verbeteringen van feitelijke aard aanbrengen in de beschrijving van een beschermd cultuurgoed, de algemene omschrijving van een beschermde verzameling of de opsomming van de beschermde cultuurgoederen die behoren tot een beschermde verzameling.