Erfgoedwet
Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Beheer van collecties
- Hoofdstuk 3. Aanwijzing als beschermd erfgoed
+ Hoofdstuk 4. Bescherming van erfgoed
+ Hoofdstuk 5. Archeologische monumentenzorg
+ Hoofdstuk 6. Internationale teruggave
+ Hoofdstuk 7. Financiële bepalingen
+ Hoofdstuk 8. Handhaving en toezicht
+ Hoofdstuk 9. Overgangsrecht
+ Hoofdstuk 10. Intrekken en wijzigen andere wetten
+ Hoofdstuk 11. Slotbepalingen

Geschiedenis-overzicht

Erfgoedwet



1.
Onze Minister kan ambtshalve besluiten een cultuurgoed dat van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis of uitzonderlijke schoonheid is en dat als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het Nederlands cultuurbezit aan te wijzen als beschermd cultuurgoed. 
1.
Onze Minister kan ambtshalve besluiten een cultuurgoed dat van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis of uitzonderlijke schoonheid is en dat als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het Nederlands cultuurbezit aan te wijzen als beschermd cultuurgoed. 
2.
Onze Minister kan ambtshalve besluiten een verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis, die als geheel of door een of meer van de cultuurgoederen die een wezenlijk onderdeel van de verzameling zijn als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het Nederlands cultuurbezit, aan te wijzen als beschermde verzameling. 
2.
Onze Minister kan ambtshalve besluiten een verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis, die als geheel of door een of meer van de cultuurgoederen die een wezenlijk onderdeel van de verzameling zijn als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het Nederlands cultuurbezit, aan te wijzen als beschermde verzameling. 
3.
Het besluit tot aanwijzing als beschermde verzameling gaat vergezeld van een algemene omschrijving van de beschermde verzameling en van een opsomming van de cultuurgoederen die tot de beschermde verzameling behoren. 
3.
Het besluit tot aanwijzing als beschermde verzameling gaat vergezeld van een algemene omschrijving van de beschermde verzameling en van een opsomming van de cultuurgoederen die tot de beschermde verzameling behoren. 
4.
Een cultuurgoed is: 
4.
Een cultuurgoed is: 
a. onvervangbaar indien er geen of nagenoeg geen ander of gelijksoortig cultuurgoed in goede staat in Nederland aanwezig is; 
a. onvervangbaar indien er geen of nagenoeg geen ander of gelijksoortig cultuurgoed in goede staat in Nederland aanwezig is; 
b. onmisbaar indien het een symboolfunctie, schakelfunctie of ijkfunctie heeft. 
b. onmisbaar indien het een symboolfunctie, schakelfunctie of ijkfunctie heeft. 
5.
Bij de aanwijzing als beschermde verzameling is het vierde lid van overeenkomstige toepassing. 
5.
Bij de aanwijzing als beschermde verzameling is het vierde lid van overeenkomstige toepassing. 
1.
In een spoedeisend geval kan Onze Minister bij het besluit tot aanwijzing als beschermde verzameling, in afwijking van artikel 3.7, derde lid , volstaan met een algemene omschrijving van de verzameling. 
1.
In een spoedeisend geval kan Onze Minister bij het besluit tot aanwijzing als beschermde verzameling, in afwijking van artikel 3.7, derde lid , volstaan met een algemene omschrijving van de verzameling. 
2.
Onze Minister stelt in een geval als bedoeld in het eerste lid zo spoedig mogelijk na het besluit tot aanwijzing een opsomming vast van de cultuurgoederen die tot de verzameling behoren. 
2.
Onze Minister stelt in een geval als bedoeld in het eerste lid zo spoedig mogelijk na het besluit tot aanwijzing een opsomming vast van de cultuurgoederen die tot de verzameling behoren. 
1.
Voor aanwijzing van een cultuurgoed als beschermd cultuurgoed of opneming van een cultuurgoed in de opsomming van een beschermde verzameling is toestemming van de eigenaar vereist indien deze: 
1.
Voor aanwijzing van een cultuurgoed als beschermd cultuurgoed of opneming van een cultuurgoed in de opsomming van een beschermde verzameling is toestemming van de eigenaar vereist indien deze: 
a. de vervaardiger van het cultuurgoed is of de erfgenaam van de vervaardiger; 
a. de vervaardiger van het cultuurgoed is of de erfgenaam van de vervaardiger; 
b. degene is die het cultuurgoed in Nederland heeft gebracht of die het binnen vijf jaar, nadat het in Nederland is gebracht, heeft verworven, of de erfgenaam van een van hen. 
b. degene is die het cultuurgoed in Nederland heeft gebracht of die het binnen vijf jaar, nadat het in Nederland is gebracht, heeft verworven, of de erfgenaam van een van hen. 
2.
Het eerste lid is ook van toepassing op de erfgenaam die het cultuurgoed anders dan door vererving heeft verkregen. 
2.
Het eerste lid is ook van toepassing op de erfgenaam die het cultuurgoed anders dan door vererving heeft verkregen. 
3.
Het eerste lid is alleen van toepassing op de erfgenaam gedurende dertig jaar of, voor zover het archiefbescheiden betreft, vijftig jaar na het overlijden van de erflater. 
3.
Het eerste lid is alleen van toepassing op de erfgenaam gedurende dertig jaar of, voor zover het archiefbescheiden betreft, vijftig jaar na het overlijden van de erflater. 
4.
Indien de eigenaar, bedoeld in het eerste lid, onder b, een rechtspersoon is, is het eerste lid alleen van toepassing gedurende dertig jaar of, voor zover het archiefbescheiden betreft, vijftig jaar nadat die rechtspersoon het cultuurgoed in Nederland heeft gebracht, of de eigendom van het cultuurgoed binnen vijf jaar, nadat het in Nederland is gebracht, heeft verworven. 
4.
Indien de eigenaar, bedoeld in het eerste lid, onder b, een rechtspersoon is, is het eerste lid alleen van toepassing gedurende dertig jaar of, voor zover het archiefbescheiden betreft, vijftig jaar nadat die rechtspersoon het cultuurgoed in Nederland heeft gebracht, of de eigendom van het cultuurgoed binnen vijf jaar, nadat het in Nederland is gebracht, heeft verworven. 
5.
Het terugbrengen naar Nederland van een cultuurgoed dat zich tijdelijk buiten Nederland heeft bevonden, geldt niet als het in Nederland brengen, bedoeld in het eerste lid, onder b. 
5.
Het terugbrengen naar Nederland van een cultuurgoed dat zich tijdelijk buiten Nederland heeft bevonden, geldt niet als het in Nederland brengen, bedoeld in het eerste lid, onder b. 
1.
Onze Minister gaat niet over tot aanwijzing als beschermd cultuurgoed of als beschermde verzameling indien een cultuurgoed als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid , een verzameling of een deel daarvan: 
1.
Onze Minister gaat niet over tot aanwijzing als beschermd cultuurgoed of als beschermde verzameling indien een cultuurgoed als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid , een verzameling of een deel daarvan: 
a. berust onder iemand die tijdelijk zijn woonplaats naar Nederland verplaatst; 
a. berust onder iemand die tijdelijk zijn woonplaats naar Nederland verplaatst; 
b. door een niet-ingezetene wordt uitgeleend voor tijdelijke tentoonstelling in Nederland; of 
b. door een niet-ingezetene wordt uitgeleend voor tijdelijke tentoonstelling in Nederland; of 
c. wegens hiermee vergelijkbare omstandigheden naar het oordeel van Onze Minister niet in Nederland thuishoort. 
c. wegens hiermee vergelijkbare omstandigheden naar het oordeel van Onze Minister niet in Nederland thuishoort. 
2.
Onze Minister gaat niet eerder dan een jaar nadat de omstandigheden, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met c, zich niet meer hebben voorgedaan over tot aanwijzing als beschermd cultuurgoed of als beschermde verzameling. 
2.
Onze Minister gaat niet eerder dan een jaar nadat de omstandigheden, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met c, zich niet meer hebben voorgedaan over tot aanwijzing als beschermd cultuurgoed of als beschermde verzameling. 
1.
Onze Minister houdt een register van de beschermde cultuurgoederen en beschermde verzamelingen bij. 
1.
Onze Minister houdt een register van de beschermde cultuurgoederen en beschermde verzamelingen bij. 
2.
Het register kan door een ieder worden geraadpleegd, met uitzondering van de gegevens over de eigenaar of verblijfplaats van een beschermd cultuurgoed of beschermde verzameling. 
2.
Het register kan door een ieder worden geraadpleegd, met uitzondering van de gegevens over de eigenaar of verblijfplaats van een beschermd cultuurgoed of beschermde verzameling. 
3.
Het register bevat in ieder geval voor een: 
3.
Het register bevat in ieder geval voor een: 
a. beschermd cultuurgoed: beschrijving en motivering van de aanwijzing; 
a. beschermd cultuurgoed: beschrijving en motivering van de aanwijzing; 
b. beschermde verzameling: algemene omschrijving, opsomming van de cultuurgoederen die behoren tot de verzameling en motivering van de aanwijzing van de verzameling. 
b. beschermde verzameling: algemene omschrijving, opsomming van de cultuurgoederen die behoren tot de verzameling en motivering van de aanwijzing van de verzameling. 
1.
Onze Minister kan een besluit tot aanwijzing als beschermd cultuurgoed of als beschermde verzameling ambtshalve wijzigen of intrekken. 
1.
Onze Minister kan een besluit tot aanwijzing als beschermd cultuurgoed of als beschermde verzameling ambtshalve wijzigen of intrekken. 
2.
Onze Minister kan ambtshalve verbeteringen van feitelijke aard aanbrengen in de beschrijving van een beschermd cultuurgoed, de algemene omschrijving van een beschermde verzameling of de opsomming van de beschermde cultuurgoederen die behoren tot een beschermde verzameling. 
2.
Onze Minister kan ambtshalve verbeteringen van feitelijke aard aanbrengen in de beschrijving van een beschermd cultuurgoed, de algemene omschrijving van een beschermde verzameling of de opsomming van de beschermde cultuurgoederen die behoren tot een beschermde verzameling.