Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 25 september 2002, houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van de Afdeling Markt-, Straat- en Rivierhandel voor het jaar 2003 (Verordening bestemmingsheffing ambulante handel 2003)
Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;
Gelet op de artikelen 95 en 126, eerste lid van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en op artikel 12, derde lid, van de Instellingsverordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel;
Gezien het advies van de Afdeling Markt-, Straat- en Rivierhandel;
a.
de ondernemer: degene die een onderneming drijft dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;
b.
een onderneming: een onderneming waarin de ambulante handel wordt uitgeoefend;
c.
ambulante handel: de markthandel, de straathandel en de handel te water;
d.
de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.
1.
Aan degenen die een onderneming drijven als bedoeld in
artikel 3, wordt voor het jaar 2003 per onderneming een bestemmingsheffing opgelegd ten behoeve van:
De Afdeling Markt-, Straat- en Rivierhandel | € 49,- |
Indien uitsluitend de ambulante handel te water wordt uitgeoefend (parlevinker) | € 24,50 |
Doel van deze bestemmingsheffing is bevordering van een gezonde sociaal-economische ontwikkeling van de ambulante handel door middel van collectieve promotie en professionalisering van de werkenden en ondernemingen in de sector.
1.
Aan de ondernemer die lid is van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel en over het jaar 2002 de volledige contributie heeft betaald, wordt een korting toegestaan van 50% van de heffing met een maximum van 50% van de aan deze vereniging betaalde contributie (exclusief BTW). De aftrek wordt slechts toegestaan indien uit door genoemde vereniging verstrekte opgaven blijkt dat de contributie is betaald,
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:
a.
krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,
c.
tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekend is,
d.
met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en
e.
haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.
3.
De in het tweede lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan.
4.
Op een verzoek als in het derde lid van dit artikel bedoeld, wordt door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel beslist.
2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is
artikel 7, eerste lid van de Heffingsverordening HBD 2003, niet van overeenkomstige toepassing indien de ondernemer, die met de uitoefening van zijn bedrijf op of na 1 oktober 2003 is gestart, een bewijs van registratie wenst te ontvangen. De heffing bedraagt in dat geval 50% van de volgens deze verordening berekende heffing. Het gewenste bewijs van registratie wordt zo spoedig mogelijk na betaling van deze heffing ter beschikking gesteld.
Den Haag, 25 september 2002