Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 26 oktober 2005, houdende vaststelling bestemmingsheffing Markt-, Straat- en Rivierhandel voor het jaar 2006 (Verordening bestemmingsheffing ambulante handel 2006)
Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;
Gelet op de artikelen 95, tweede lid en 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie;
Gezien het advies van de Adviescommissie Markt-, Straat- en Rivierhandel;
Artikel 1
In deze verordening zijn de begripsbepalingen van de
Heffingsverordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2006 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 2
Deze verordening is van toepassing op ondernemers die een onderneming drijven waarin de ambulante handel wordt uitgeoefend met uitzondering van de parlevinkers.
Artikel 3
Aan degenen die een onderneming drijven als bedoeld in
artikel 2, wordt voor het jaar 2006 per onderneming een bestemmingsheffing opgelegd ten behoeve van: de Adviescommissie Markt-, Straat- en Rivierhandel € 59,--
Doel van deze bestemmingsheffing is bevordering van een gezonde sociaal-economische ontwikkeling van de ambulante handel door middel van collectieve promotie en professionalisering van de werkenden en ondernemingen in de sector.
1.
Aan de ondernemer die lid is van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel en over het jaar 2005 de volledige contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan van 50% van de heffing met een maximum van 50% van de aan deze vereniging betaalde contributie (exclusief BTW). De aftrek wordt slechts toegestaan indien uit door genoemde vereniging verstrekte opgaven blijkt dat de contributie is betaald.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:
a.
krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,
c.
tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,
d.
met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en
e.
haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.
3.
De in het tweede lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan en daarop door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel positief is beslist.
2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is
artikel 6, eerste lid van de Heffingsverordening HBD 2006, niet van overeenkomstige toepassing indien de ondernemer, die met de uitoefening van zijn bedrijf op of na 1 oktober 2006 is gestart, een bewijs van registratie wenst te ontvangen. De heffing bedraagt in dat geval 50% van de volgens deze verordening berekende heffing. Het gewenste bewijs van registratie wordt zo spoedig mogelijk na betaling van deze heffing ter beschikking gesteld.
Artikel 6
De voorzitter neemt de krachtens deze verordening te nemen besluiten, met uitzondering van het besluit voortvloeiende uit
artikel 4, derde lid.
Artikel 7
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
Artikel 8
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening bestemmingsheffing ambulante handel 2006.
Den Haag, 26 oktober 2005