Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 17 december 2003, houdende vaststelling bestemmingsheffing detailhandel in aardappelen, groenten en fruit voor het jaar 2004 (Verordening bestemmingsheffing detailhandel AGF 2004)
Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;
Gelet op de artikelen 95, tweede lid en 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie;
Gezien het advies van de Commissie detailhandel in aardappelen, groenten en fruit;
a.
de ondernemer: degene die een onderneming drijft dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;
b.
de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.
1.
Aan degenen die een onderneming drijven, als bedoeld in
artikel 3, wordt voor het jaar 2004 een bestemmingsheffing opgelegd ten behoeve van de Commissie Detailhandel in aardappelen, groenten en fruit. Doel van deze bestemmings- heffing is bevordering van een gezonde sociaal- economische ontwikkeling van de detailhandel AGF door middel van professionalisering van de bedrijfsvoering, kwaliteitszorg, versterking van het opleidingsniveau van ondernemers en werknemers, stimulering gebruik ICT, collectieve promotie en onderzoek.
2.
De heffing wordt vastgesteld op grondslag van het aantal verkoopplaatsen waarin de detailhandel in aardappelen, groenten en fruit wordt uitgeoefend. De heffing bedraagt € 118,-- voor de eerste verkoopplaats, voor elke volgende verkoopplaats bedraagt de bestemmingsheffing € 45.
3.
In afwijking van het tweede lid bedraagt de heffing indien de ondernemer uitsluitend de ambulante handel uitoefent € 118,-- per onderneming.
1.
Aan de ondernemer die lid is van:
a.
de Bond van Detailhandelaren in Aardappelen, Groenten en Fruit "AGF Detailhandel Nederland", of
b.
de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel,
en over het jaar 2003 de volledige contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan van € 22. De aftrek bedraagt nooit meer dan 50% van de aan de onderhavige verenigingen betaalde contributie (exclusief BTW). De aftrek wordt slechts toegestaan indien uit door genoemde verenigingen verstrekte opgaven blijkt dat de contributie is betaald.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:
a.
krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,
c.
tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is,
d.
met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en
e.
haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.
3.
De in het tweede lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan.
4.
Op een verzoek als in het derde lid van dit artikel bedoeld, wordt door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel beslist.
Den Haag, 17 december 2003