Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 31 oktober 2007, houdende vaststelling bestemmingsheffing detailhandel in brood en banket voor het jaar 2008 (Verordening bestemmingsheffing detailhandel in brood en banket 2008)
Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;
Gelet op de artikelen 95, tweede lid en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;
Gezien het advies van de Commissie detailhandel brood en banket;
Besluit:
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. detailhandel in brood- en banketproducten: het aan particulieren verkopen van:
brood, dit is de gebakken eetwaar als bedoeld in artikel 1 sub d van het warenwetbesluit meel en brood;
banket, dit is gebak met slagroom, banketbakkersroom of een dergelijke grondstof, dan wel met vers of gesteriliseerd fruit;
overige bakkersartikelen, dit zijn andere geheel of gedeeltelijk uit meel of bloem bereide artikelen, die gewoonlijk in brood- en banketwinkels verkocht worden, dan wel die naar de aard van de verwerkte grondstoffen of de wijze van verwerking van die grondstoffen vergelijkbaar zijn met de hier bedoelde artikelen, zoals beschuit, koek, koekjes, ragoutwerk, kerstbrood of dergelijke (gelegenheids)producten;
b. franchiseformule: een commerciële samenwerkingsvorm tussen ondernemers, waarbij de ene partij (de franchisegever) aan de andere partij (de franchisenemer) tegen een vergoeding het recht verleent om een onderneming te exploiteren volgens een door de franchisegever ontwikkeld systeem en onder een door hem voorgeschreven handelsnaam.
Artikel 2
In deze verordening zijn de begripsbepalingen van de Heffingsverordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2008 van overeenkomstige toepassing.
1.
Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven waarin hoofdzakelijk de detailhandel in brood- en banketproducten wordt uitgeoefend.
2.
Deze verordening is niet van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven waarin de detailhandel in brood en banketproducten uitsluitend in de vorm van ambulante handel wordt uitgeoefend.
3.
Deze verordening is niet van toepassing op de ondernemer die de detailhandel in brood en banketproducten uitoefenen in het kader van een franchiseformule en de franchisegever schriftelijk heeft verklaard dat de verkoopplaatsen van de franchisenemer kunnen worden aangemerkt als eigen verkoopplaatsen in de zin van deze verordening.
4.
Deze verordening is niet van toepassing op ondernemer die aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten op grond van de Heffingsverordening banketbakkersbedrijf 2008 de bestemmingsheffing banket zijn verschuldigd.
1.
Aan de ondernemers die een onderneming drijven als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze verordening, wordt voor het jaar 2008 een bestemmingsheffing opgelegd ten behoeve van activiteiten op het terrein van promotie en marketing die een gezonde sociaal-economische ontwikkeling van de detailhandel in brood en banketproducten bevorderen.
2.
De bestemmingsheffing bestaat uit:
a. een basisheffing van € 143,– per onderneming en
b. een filiaalheffing van € 143,– voor elke tweede en volgende verkoopplaats van de onderneming.
3.
De bestemmingsheffing bedraagt maximaal € 715,– voor ten hoogste 5 verkoopplaatsen.
1.
Aan de ondernemer die lid is van:
a. de Nederlandse Brood- en Banketbakker Ondernemers Vereniging (NBOV) of
b. de Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij (NVB), en over het jaar 2007 aan een van deze organisaties de volledige contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan van 50 %. De aftrek bedraagt nooit meer dan 50 % van de bestemmingsheffing met een maximum van 50 % van de betaalde contributie (exclusief BTW).
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:
a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,
b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties,
c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is,
d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemer die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid,
e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.
3.
De in het tweede lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan en daarop door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel positief is beslist.
Artikel 7
De voorzitter neemt de krachtens deze verordening te nemen besluiten, met uitzondering van het besluit voortvloeiend uit artikel 5, derde lid.
Artikel 8
Deze verordening treedt na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, met terugwerkende kracht, in werking met ingang van 1 januari 2008.
Artikel 9
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing detailhandel in brood en banket 2008.
Deze verordening zal worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
Den Haag, 31 oktober 2007
voorzitter
secretaris
Inhoudsopgave
+ § 1. Begripsbepaling en toepassingsgebied
+ § 2. De bestemmingsheffing
+ § 3. Overige bepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht