Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 31 oktober 2012, houdende de vaststelling van de bestemmingsheffing detailhandel in wonen voor het jaar 2013 (Verordening bestemmingsheffing detailhandel in wonen 2013)
Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;
Gelet op de artikelen 95, tweede lid, en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;
Gezien het advies van de Commissie voor de detailhandel in wonen;
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
b.
de ondernemer: degene die een onderneming drijft dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;
c.
werkzame personen: de personen die doorgaans ten minste 15 uur per week in de onderneming werkzaam zijn. Deze personen kunnen zijn:
–
al dan niet in dienst van de betrokken onderneming zijnde werknemers;
–
meewerkend gezinslid van de ondernemer;
d.
detailhandel in wonen: de detailhandel in woningtextiel, vloerbedekkingen, meubelen (inclusief klein-, kinder- en rotanmeubelen), bedden en keukens;
e.
ambulante handel: markthandel, straathandel en handel te water;
f.
verkoopplaats: iedere plaats waar de detailhandel anders dan in de uitoefening van de ambulante handel wordt uitgeoefend, alsmede elke voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waar waren aan particulieren te koop worden aangeboden;
h.
de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.
Artikel 2
Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die;
a.
een onderneming drijven waarin hoofdzakelijk de detailhandel in wonen wordt uitgeoefend, of
b.
een onderneming drijven waarin de detailhandel in wonen wordt uitgeoefend als onderdeel van een warenhuis met een verkoopruimte van meer dan 800 vierkante meter voor de verkoop van voornamelijk niet-levensmiddelen.
1.
Aan de ondernemers die een onderneming drijven als bedoeld in
artikel 2 van deze verordening, wordt voor het jaar 2013 een bestemmingsheffing opgelegd ter financiering van de activiteiten van de Commissie voor de detailhandel in wonen. Doel van deze bestemmingsheffing is bevordering van een gezonde sociaal-economische ontwikkeling van de detailhandel in wonen door middel van enerzijds het bevorderen van een meer professionele bedrijfsvoering bij ondernemers en werknemers in de branche en anderzijds het uitvoeren van een bewustwordingscampagne en informatieverschaffing inspelend op structurele knelpunten.
2.
De bestemmingsheffing bestaat uit:
a.
een basisheffing van € 106,- per onderneming; en
b.
een heffing werkzame personen, waarvan de hoogte afhankelijk is van de klasse waarin de onderneming op onderstaande wijze is ingedeeld;
klasse | aantal werkzame personen | heffing werkzame personen |
1 | 0 tot 2 | € 0,- |
2 | 2 en meer | € 50,50 |
c.
en een filiaalheffing van € 156,50 voor elke tweede en volgende verkoopplaats van de onderneming.
3.
De bestemmingsheffing bedraagt maximaal € 2.660,50 zijnde het bedrag voor ondernemingen met meer dan 2 werkzame personen en 17 verkoopplaatsen.
Artikel 4
De
artikelen 6 tot en met 17 van de Heffingsverordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2013 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5
Het besluit tot het opleggen van de bestemmingsheffing als bedoeld in
artikel 3 alsmede besluiten voortvloeiend uit
artikel 4 van deze verordening worden genomen door de voorzitter.
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
Artikel 7
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing detailhandel in wonen 2013.
Den Haag, 31 oktober 2012