Verordening van het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten van 3 november 2010, houdende regels terzake van de aan de ondernemers die het glazenwassersbedrijf uitoefenen op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2011 (Verordening bestemmingsheffing glazenwassersbedrijf 2011)
Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;
Gelet op artikel 95, tweede lid en artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;
Gezien het advies van de Commissie glazenwassersbedrijf;
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.
de ondernemer: degene die een onderneming drijft, dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;
c.
de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;
Artikel 2
Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven waarin het glazenwassersbedrijf wordt uitgeoefend.
Artikel 3
Aantal werkzame personen | heffing werkzame personen |
---|
0 | nihil |
1 | nihil |
2 | € 10 |
3 | € 20 |
4 | € 30 |
5 tot 10 | € 40 |
10 tot 20 | € 50 |
20 tot 50 | € 60 |
50 en meer | € 70 |
1.
Aan de ondernemers die op of na de dag van inwerkingtreding van deze verordening een onderneming drijven waarin het glazenwassersbedrijf wordt uitgeoefend, wordt voor het jaar 2011 een heffing opgelegd ten behoeve van projecten op het gebied van de verbetering van de arbeidsomstandigheden, professionalisering en imagoverbetering van het glazenwassersambacht.
2.
De heffing bedoeld in het eerste lid bestaat uit:
a.
een basisheffing van € 30,- per onderneming; en
b.
een heffing werkzame personen, waarvan de hoogte afhankelijk is van het aantal werkzame personen werkzaam in de onderneming, met toepassing van het in het derde lid opgenomen schema.
3.
De heffing werkzame personen bedraagt:
1.
Aan de ondernemer die lid is van de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB) en over het jaar 2010 aan deze organisatie contributie heeft betaald, wordt op de bruto heffing een aftrek toegestaan van 30%, met een maximum van 50% van de betaalde contributie over 2010 (exclusief BTW). De aftrek wordt slechts toegestaan indien uit de door de in de eerste volzin genoemde organisatie verstrekte opgave blijkt dat de contributie is betaald.
2.
Op het in het eerste lid bedoelde maximum van 50% van de betaalde contributie wordt in mindering gebracht de aftrek op de heffing Hoofdbedrijfschap Ambachten 2011 of de heffing Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2011.
3.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:
a.
krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,
c.
tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,
d.
met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en
e.
haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.
4.
De in het vorige lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan.
5.
Op een verzoek als in het vierde lid van dit artikel bedoeld, wordt door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten beslist.
1.
Bij cumulatie van onderhavige bestemmingsheffing met een of meer andere aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten te betalen bestemmingsheffingen, wordt de heffing tot nihil verminderd, indien de uitoefening van het glazenwassersbedrijf kan worden aangemerkt als een nevenactiviteit ten opzichte van die andere bedrijfsuitoefening of bedrijfsuitoefeningen waarvoor een bestemmingsheffing is opgelegd.
2.
De vermindering wordt alleen toegepast ten aanzien van de onderneming waarin één persoon alle bedrijven uitoefent waarvoor bestemmingsheffingen zijn opgelegd.
Artikel 6
Vermindering als bedoeld in
artikel 5 wordt slechts verleend op aanvraag. De aanvrager toont ten genoegen van de voorzitter aan dat aan de in het betreffende artikel genoemde voorwaarden wordt voldaan.
Artikel 9
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
Artikel 10
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing glazenwassersbedrijf 2011.
Den Haag, 3 november 2010