Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 27 oktober 2004, houdende vaststelling bestemmingsheffing modedetailhandel mkb voor het jaar 2005 (Verordening bestemmingsheffing modedetailhandel mkb 2005)
Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap voor de Detailhandel;
Gelet op de artikelen 95, tweede lid en 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie;
Gezien het advies van de Adviescommissie modedetailhandel behorend tot het midden- en kleinbedrijf;
a.
modedetailhandel: het aan particulieren verkopen van herenbovenkleding, damesbovenkleding, dames- en herenbovenkleding (alg. ass.), textielgoederen (alg. ass.), babykleding, kinderkleding, onderkleding/foundation, nappa en lederen kleding, dameshoeden en herenhoeden. Tot de modedetailhandel worden niet gerekend de detailhandel in bruidsmode, bont en tweede handskleding;
b.
midden- en kleinbedrijf: ondernemingen met ten hoogste 20 verkoopplaatsen en maximaal 100 werkzame personen;
1.
Deze verordening is van toepassing op ondernemers die:
a.
een onderneming drijven met één of meer verkoopplaatsen waarin hoofdzakelijk de modedetailhandel wordt uitgeoefend, en
b.
gelet op de grootte van hun onderneming behoren tot het midden- en kleinbedrijf.
2.
Deze verordening is niet van toepassing op ondernemers die:
a.
de modedetailhandel uitsluitend in de vorm van ambulante handel uitoefenen;
b.
als franchisenemer zijn aangesloten bij een detailhandelsorganisatie in mode met in hoofdzaak eigen filialen, die zelf vanwege haar grootte niet tot het midden- en kleinbedrijf behoort.
1.
Aan de ondernemers die een onderneming drijven als bedoeld in
artikel 3, wordt voor het jaar 2005 een heffing opgelegd ten behoeve van de Adviescommissie modedetailhandel mkb. Doel van deze bestemmingsheffing is bevordering van de sociaal-economische ontwikkeling van de modedetailhandel door middel van collectieve promotie en professionalisering van werkenden en ondernemingen in de sector.
a.
€ 115,-- voor iedere verkoopplaats in de zin van
artikel 3 met een maximum van € 2.300,-- voor ten hoogste 20 verkoopplaatsen. In afwijking van het voorgaande geldt:
b.
€ 71,86 voor ondernemingen met een verkoopplaats en minder dan 2 werkzame personen.
a.
van € 28,74 voor iedere verkoopplaats met een maximum van € 574,80 voor ten hoogste 20 verkoopplaatsen, met dien verstande dat de korting niet meer bedraagt dan 50% van de betaalde contributie over 2004 (exclusief BTW) voor de in
artikel 4, tweede lid, onder a bedoelde heffing, of
1.
Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:
a.
krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,
c.
tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,
d.
met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en
e.
haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.
2.
De in het vorige lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan en daarop positief is beslist.
3.
Op een verzoek als in het tweede lid van dit artikel bedoeld, wordt door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel beslist.
Den Haag, 27 oktober 2004