Verordening van het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten van 3 november 2010, houdende regels terzake van de aan de ondernemers die het schoenherstellersbedrijf uitoefenen op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2011 (Verordening bestemmingsheffing schoenherstellersbedrijf opleiding 2011)
Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;
Gelet op artikel 95, tweede lid en artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;
Gezien het advies van de Commissie schoenmakerij;
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.
de ondernemer: degene die een onderneming drijft, dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;
b.
de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;
Artikel 2
Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven waarin het schoenherstellersbedrijf wordt uitgeoefend.
1.
Aan de ondernemers die op of na de dag van inwerkingtreding van deze verordening een onderneming drijven waarin het schoenherstellersbedrijf wordt uitgeoefend, wordt voor het jaar 2011 een heffing opgelegd ten behoeve van de opleiding schoenherstellen, cursussen en vakwedstrijden.
2.
De heffing wordt vastgesteld op grondslag van het aantal vestigingen waarin door de ondernemer het schoenherstellersbedrijf wordt uitgeoefend. De heffing bedraagt € 50 voor iedere vestiging waarin het schoenherstellersbedrijf wordt uitgeoefend.
3.
In afwijking van het tweede lid, bedraagt de heffing, indien de ondernemer het bedrijf uitsluitend anders dan in een vestiging uitoefent € 50 per onderneming.
1.
Bij cumulatie van onderhavige bestemmingsheffing met een of meer andere aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten te betalen bestemmingsheffingen, wordt de heffing tot nihil verminderd, indien de uitoefening van het schoenherstellersbedrijf kan worden aangemerkt als een nevenactiviteit ten opzichte van die andere bedrijfsuitoefening of bedrijfsuitoefeningen waarvoor een bestemmingsheffing is opgelegd.
2.
De vermindering wordt alleen toegepast ten aanzien van de onderneming waarin één persoon alle bedrijven uitoefent waarvoor bestemmingsheffingen zijn opgelegd.
3.
Het eerste lid wordt niet toegepast bij cumulatie met de bestemmingsheffing op grond van de
Verordening bestemmingsheffing schoenherstellersbedrijf 2011 .
Artikel 5
Vermindering als bedoeld in
artikel 4 wordt slechts verleend op aanvraag. De aanvrager toont ten genoegen van de voorzitter aan dat aan de in het betreffende artikel genoemde voorwaarden wordt voldaan.
Artikel 8
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
Artikel 9
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing schoenherstellersbedrijf opleiding 2011.
Den Haag, 3 november 2010