Verordening van het Productschap Vee en Vlees van 12 juli 2006, houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve van de vleesindustrie voor het jaar 2006 (Verordening bestemmingsheffingen vleesindustrie (PVV) 2006)
Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees;
Gelet op de artikelen 100, derde lid en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 10 en 12 van het Instellingsbesluit Productschap Vee en Vlees;
Besluit:
Artikel 1
Deze verordening neemt over de begripsbepalingen van de Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005 en de Verordening huishoudelijke heffingen (PVV) 2006 en verstaat voorts onder: artikel 1 van de Verordening fonds sociale aangelegenheden vleesindustrie (PVV) 2003 artikel 1 van de Verordening o en o fonds vleesindustrie (PVV) 2003
a. werknemer: eenieder die werkzaam is in een onderneming in de vleesindustrie, waaronder begrepen
    – eenieder die een arbeidsovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan met de ondernemer die de onderneming in stand houdt;
    – alsmede eenieder die als zelfstandige zonder personeel of als uitzendkracht of inleenkracht werkzaam is in de onderneming;
b. f.t.e.: fulltime-equivalent van de werknemer waarbij de fulltime-equivalent gemiddeld 36 uur per week bedraagt;
c. fonds sociale aangelegenheden: fonds als bedoeld in ;
d. o en o fonds: fonds als bedoeld in .
1.
De ondernemer die een onderneming drijft waarin de vleesindustrie wordt uitgeoefend is voor het kalenderjaar 2006 op basis van het gemiddelde aantal werknemers, uitgedrukt in f.t.e., dat in 2005 in de onderneming werkzaam was een bestemmingsheffing verschuldigd tegen het in het tweede lid bepaalde tarief en de daarbij gegeven bestemming.
2.
De in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt € 23,– per f.t.e., waarvan € 12,– voor het fonds sociale aangelegenheden is bestemd en € 11,– voor het o en o fonds is bestemd.
3.
De ondernemer die na 1 januari 2006 heeft aangevangen een onderneming te drijven als bedoeld in het eerste lid, is een heffing verschuldigd overeenkomstig het tweede lid gebaseerd op 4 f.t.e.
4.
De in het eerste lid bedoelde heffing geldt niet voor de ondernemer in wiens onderneming in 2005, gemiddeld minder dan 4 werknemers, uitgedrukt in f.t.e., werkzaam waren.
1.
Aan de ondernemer, die contributie heeft betaald als lid of indirect lid van een overeenkomstig het derde lid aangewezen ondernemersorganisatie, wordt op zijn verzoek een aftrek toegestaan op het totaal aan heffingen verschuldigde bedrag voor de vleesindustrie voor het kalenderjaar 2006.
2.
De aftrek beloopt 50% van het bedrag, dat de ondernemer als contributie aan de betreffende ondernemersorganisatie over het betrokken kalenderjaar heeft betaald tot ten hoogste de helft van hetgeen hij in totaal is verschuldigd aan heffing voor de vleesindustrie, op grond van de heffingsverordeningen over datzelfde betrokken kalenderjaar.
3.
De in het eerste lid bedoelde ondernemersorganisatie wordt aangewezen door het bestuur, met inachtneming van het bepaalde in het Besluit beleidsregels Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad.
Artikel 4
Voor de toepassing van deze verordening geldt het bepaalde bij of krachtens de Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005 .
1.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffingen vleesindustrie (PVV) 2006.
2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst.
Zoetermeer, 12 juli 2006
voorzitter
secretaris
Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht