Verordening commissie van toezicht
De ledenraad van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie KNB;
Overwegende dat het gewenst is regelen te stellen die voor het functioneren van de commissie van toezicht van belang zijn;
Gelet op artikel 34 van de Wet op het notarisambt;
Gezien het ontwerp van het bestuur met bijbehorende toelichting;
Gelet op de adviezen van de kamers van toezicht;
Gelet op de adviezen van de ringen;
stelt de navolgende verordening vast:
1.
De leden van de commissie van toezicht worden voor een periode van vier jaren benoemd. Zij kunnen éénmaal worden herbenoemd.
2.
In afwijking van het eerste lid benoemen de minister en het bestuur van de KNB voor de eerste maal ieder één lid voor een periode van zes jaar.
3.
Het lidmaatschap van de commissie van toezicht eindigt:
a.
Door het verstrijken van de termijn waarvoor het lid is benoemd.
b.
Door ontslag dat een lid, al dan niet op zijn verzoek, wordt verleend door de instantie die het lid heeft benoemd.
d.
Per 31 december van het jaar waarin een lid de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt.
4.
De voorzitter van de commissie van toezicht geeft van ontstane vacatures onverwijld kennis aan de instantie die het lid heeft benoemd. Deze voorziet binnen twee maanden in de vacature.
5.
Degenen die een functie vervullen in de organisatie en/of bij de uitvoering van de opleiding voor kandidaat-notarissen kunnen geen lid zijn van de commissie van toezicht.
1.
De commissie van toezicht vergadert ten minste tweemaal per jaar en voorts wanneer de voorzitter dit nodig oordeelt of ten minste twee leden daarom verzoeken.
2.
De oproeping geschiedt door de voorzitter ten minste veertien dagen voordat de vergadering wordt gehouden. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.
3.
In de vergadering kunnen alleen besluiten worden genomen wanneer ten minste drie leden, waaronder ten minste een lid dat benoemd is door het bestuur van de KNB, aanwezig zijn.
4.
Ieder lid kan één stem uitbrengen.
5.
Een lid kan zich door een ander lid schriftelijk doen vertegenwoordigen, met dien verstande dat niemand voor zich en als gemachtigde meer dan twee stemmen uit kan brengen.
6.
Alle stemmingen geschieden mondeling.
7.
Besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Artikel 3
De commissie van toezicht ontvangt van het bestuur van de KNB alle relevante informatie betreffende de beroepsopleiding. Het bestuur van de KNB raadpleegt de commissie van toezicht wanneer hij dit in verband met het onderwijs van de beroepsopleiding en de daarbij af te nemen examens wenselijk oordeelt. De commissie van toezicht kan ook uit eigen initiatief met betrekking tot de opleiding en het examen advies uitbrengen, aan het bestuur van de KNB.
Artikel 4
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening commissie van toezicht
Utrecht, 16 februari 2000, respectievelijk 13 september 2000