Verordening van het Productschap Vis van 12 oktober 2006, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers op te leggen bestemmingsheffing ten behoeve van onderzoek voor mosselen voor het jaar 2007 (Verordening financiering mosselonderzoek 2007)
Het bestuur van het Productschap Vis;
Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 7 van het Instellingsbesluit Productschap Vis (Stb. 2003, 253);
Gehoord de Mosseladviescommissie;
Besluit:
1.
In deze verordening wordt verstaan onder:
2.
Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening vindt het aanvoeren van mosselen – voorzover dit geschiedt met een vaartuig – plaats op het tijdstip waarop het vaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen.
3.
Indien mosselen, niet zijnde ingevoerde mosselen, op een verwaterplaats worden gelost voordat het vaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen, vindt het aanvoeren van de mosselen, in afwijking van het tweede lid, plaats op het tijdstip waarop de mosselen worden gelost op de verwaterplaats.
Artikel 1a
Onder het productschap ressorterende ondernemers zijn wegens de uitoefening van hun bedrijfsactiviteiten in de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007 aan en ten behoeve van het productschap een heffing verschuldigd volgens de in de artikelen 2, 3 en 4 vermelde heffingsgrondslagen met de daarbij behorende tarieven. De berekening en de wijze van betaling vinden plaats, zoals in de Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 is bepaald.
1.
Elke ondernemer is aan het productschap ten bate van het fonds een heffing verschuldigd wegens:
a. het aanvoeren van levende mosselen die afkomstig zijn uit productiegebieden welke gelegen zijn in de Nederlandse wateren;
b. het in een verzendingscentrum ontvangen van levende mosselen die afkomstig zijn uit:
1°. productiegebieden welke gelegen zijn in de Nederlandse wateren;
2°. heruitzettingsgebieden welke gelegen zijn in de Nederlandse wateren;
3°. zuiveringscentra welke gelegen zijn in Nederland;
4°. verwaterplaatsen welke gelegen zijn in Nederland of de Nederlandse wateren.
c. de inkoop van levende mosselen die niet afkomstig zijn uit de gebieden genoemd in het eerste lid, onderdeel b.
2.
Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b, onder 4°, worden levende mosselen die afkomstig zijn uit een verwaterplaats welke gelegen is in Nederland of de Nederlandse wateren, geacht in een verzendingscentrum te zijn ontvangen op het tijdstip waarop de mosselen worden gelost op de verwaterplaats.
1.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt € 1,34 per elke aangevoerde ton mosselen.
2.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt € 1,24 per elke ontvangen ton mosselen.
3.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, bedraagt € 0,16 per elke ingekochte ton mosselen.
Artikel 4
De secretaris kan, namens het bestuur, beslissen op een verzoek van een ondernemer om via de Mosselveiling te Yerseke betaalde heffingen, als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b, binnen één week te restitueren als deze ondernemer in ieder geval aan de volgende voorwaarden voldoet:
a. de ondernemer dient een verzoek in bij het productschapskantoor te Yerseke onder vermelding van de partij mosselen, het productiegebied of verwatergebied waarvan deze partij afkomstig is en het productiegebied waarvoor deze partij bestemd is;
b. de ondernemer brengt de partij mosselen naar de ponton van de Mosselveiling en laat de medewerkers van het productschapskantoor te Yerseke deze partij opmeten en de tarra vaststellen als deze gegevens van de partij nog niet bekend zijn;
c. de ondernemer voor de betreffende partij mosselen de gegevens van de black box ter beschikking stelt indien de medewerkers van het productschapskantoor te Yerseke hierom verzoeken;
d. de ondernemer andere gevraagde gegevens ter beschikking stelt of meewerkt aan nader onderzoek indien de secretaris hierom verzoekt.
1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2006, treedt deze verordening in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt deze terug tot en met 1 januari 2007.
2.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening financiering mosselonderzoek 2007.
Rijswijk, 12 oktober 2006
voorzitter
secretaris
Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 1a
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht