1.
a. De aanvoerder van vis is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van 0,5 promille van de waarde van de aangevoerde vis met uitzondering van door een trawler aangevoerde vis.
b. De aanvoerder van vis is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van 0 promille van de waarde van de aangevoerde vis voor zover het betreft met een trawler aangevoerde vis.
2.
De aanvoerder van oesters is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van:
a. 8,5 promille over de omzet, welke hij het afgelopen oesterseizoen heeft gerealiseerd;
b. de ondernemer die één of meer oesterpercelen in eigendom heeft of huurt is, tevens aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van € 5,- per hectare per oesterperceel per kalenderjaar en;
c. de ondernemer die in het bezit is van een visvergunning voor vrije gronden is tevens aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van € 500,- per visvergunning voor vrije gronden per kalenderjaar.
3.
De aanvoerder van kokkels is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van:
a. 6 promille van de waarde van de aangevoerde kokkels;
b. € 344,- per vergunning per kalenderjaar voor de mechanische visserij op kokkels in de Westerschelde;
c. € 800,- per vergunning per kalenderjaar voor de mechanische visserij op kokkels in de Nederlandse wateren, niet zijnde de Westerschelde en;
d. € 800,- per vergunning per kalenderjaar voor de visserij op kokkels met een niet mechanisch vistuig in de Nederlandse wateren.
4.
De aanvoerder van spisula, zwaardscheden en mesheften, en nonnetjes is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van:
a. 6 promille van de waarde van de aangevoerde spisula en nonnetjes en;
b. € 350,- per vergunning per kalenderjaar voor de visserij op spisula of nonnetjes in de Nederlandse wateren;
c. 5 promille van de waarde van de aangevoerde zwaardscheden en mesheften; en
d. € 1.500,- per vergunning per kalenderjaar voor de visserij op zwaardscheden en mesheften.
5.
De waarde van de aangevoerde vis, oesters, kokkels, spisula, zwaardscheden en mesheften en nonnetjes wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 3.
6.
De aanvoerder van garnalen is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van:
€ 0,00 per kilogram aangevoerde garnalen die onder de controleplicht vallen voor controle op de indeling in de bij of krachtens de verordening (EG) nr. 2406/96 voorgeschreven versheidsklassen en grootteklassen voor garnalen voor eerste verhandeling.
7.
De ondernemer die de binnenvisserij, als bedoeld in artikel 1, vierde lid onder d, van de Visserijwet 1963 uitoefent is aan het productschap, ten behoeve van het fonds voor de aanvoersector ter financiering van onderzoeksprojecten, een heffing verschuldigd van: € 50,- per kalenderjaar.
Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 1a
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht