Verordening van het Productschap Vis van 29 september 2011, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers op te leggen bestemmingsheffing ten behoeve van vispromotie voor het jaar 2012 (Verordening financiering vispromotie 2012)
Het bestuur van het Productschap Vis;
Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 7 van het Instellingsbesluit Productschap Vis (Stb. 2003, 253);
1.
In deze verordening wordt verstaan onder:
2.
Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening vindt het aanvoeren plaats op het tijdstip waarop het vaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen.
Artikel 1a
Onder het productschap ressorterende ondernemers zijn wegens de uitoefening van hun bedrijfsactiviteiten in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 aan en ten behoeve van het productschap een heffing verschuldigd volgens de in de
artikelen 2,
3 en
4 vermelde heffingsgrondslagen met de daarbij behorende tarieven. De berekening en de wijze van betaling vinden plaats, zoals in de
Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2006 is bepaald.
Artikel 2
Elke ondernemer is aan het productschap ten bate van het fonds een heffing verschuldigd wegens:
a.
het aanvoeren van zeevis door een aanvoerder;
b.
het kopen van zeevis van een aanvoerder of van een buitenlandse aanvoerder;
c.
het inkopen van vis of visproducten, welke fysiek in Nederland zijn of komen;
d.
het verkopen aan particulieren van vis of visproducten door een kleinhandelaar;
e.
het kopen van maatjesharing, welke fysiek in Nederland is of komt.
a.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in
artikel 2, onder a, bedraagt 0,66 promille van de waarde van de met een kotter aangevoerde zeevis met uitzondering van garnalen.
b.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in
artikel 2, onder a, bedraagt € 0,0019 per per kilogram aangevoerde garnalen die onder de controleplicht vallen voor controle op de indeling in de bij of krachtens de verordening (EG) nr. 2406/96 voorgeschreven versheidsklassen en grootteklassen voor garnalen voor eerste verhandeling.
c.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in
artikel 2, onder a, bedraagt 0,57 promille van de waarde van de met een trawler aangevoerde zeevis.
a.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in
artikel 2, onder b, bedraagt 0,76 promille van het aankoopbedrag van de van een kotter gekochte zeevis met uitzondering van garnalen.
b.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in
artikel 2, onder b, bedraagt € 0,0021 per kilogram gekochte garnalen.
c.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in
artikel 2, onder b, bedraagt 0,66 promille van het aankoopbedrag van de van een trawler gekochte zeevis.
3.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in
artikel 2, onder c, bedraagt 0,17 promille van het inkoopbedrag van de ingekochte vis of visproducten.
4.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in
artikel 2, onder d, bedraagt € 137,50 per verkooppunt per kalenderjaar. Onder verkooppunt wordt onder meer verstaan een viswinkel, een webwinkel, een viskraam of een visverkoopwagen.
5.
Onverminderd het bepaalde in het derde lid, bedraagt de heffing wegens de handeling, bedoeld in
artikel 2, onder e, 0 promille van het inkoopbedrag van de ingekochte maatjesharing.
b.
De waarde van de aangevoerde zeevis, als bedoeld in het eerste lid onder c, wordt vastgesteld overeenkomstig
artikel 4, derde lid.
c.
De conversiefactor voor gepelde garnalen als bedoeld in het eerste lid onder b en in het tweede lid onder b, wordt vastgesteld overeenkomstig
artikel 4, vierde lid.
7.
Als aankoopbedrag van de al dan niet door tussenkomst van een afslag gekochte zeevis, als bedoeld in het derde lid, geldt de door de koper, voor de door hem betrokken zeevis, betaalde koopsom.
8.
Bij de bepaling van het inkoopbedrag, als bedoeld in het derde lid, wordt het deel van het inkoopbedrag van de zeevis of garnalen waarover reeds een heffing als bedoeld in het tweede lid is betaald door dezelfde heffingsplichtige ondernemer, in mindering gebracht.
9.
Vis en visproducten zijn voor een kleinhandelaar of een ondernemer, die dezelfde partij na be- of verwerking door een derde onverwijld weer heeft teruggekocht, éénmalig onderhevig aan een heffing als bedoeld in
artikel 2, onder c. Op het inkoopbedrag, als bedoeld in het derde lid, dient derhalve het inkoopbedrag waarover reeds een heffing als bedoeld in artikel 2, onder c, is opgelegd aan de eerste koper, in mindering te worden gebracht.
10.
De ondernemer, die meent dat het achtste of negende lid van dit artikel van toepassing is en hier een beroep op doet, levert hiervan zelf schriftelijk het bewijs.
1.
Indien de aangevoerde zeevis, bedoeld in
artikel 3, eerste lid onder a, door tussenkomst van een afslag is verhandeld geldt als waarde van de zeevis de op de afslag gemaakte bruto besomming.
2.
Indien de aangevoerde zeevis, bedoeld in
artikel 3, eerste lid onder a, zonder tussenkomst van een afslag is verhandeld geldt als waarde van de zeevis de door de koper, voor de aan hem verkochte zeevis, betaalde koopsom.
3.
Indien de aangevoerde zeevis, bedoeld in
artikel 3, eerste lid onder c, zonder tussenkomst van een afslag is verhandeld geldt als waarde van de zeevis 70 % van de door de koper, voor de aan hem verkochte zeevis, betaalde koopsom.
4.
Indien de garnalen in gepelde toestand worden aangevoerd of in gepelde toestand worden gekocht van een aanvoerder, al dan niet door tussenkomst van een afslag, wordt het aantal aangevoerde of gekochte kilogrammen ter bepaling van de verschuldigde heffing(en) vermenigvuldigd met een factor 3.
1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2011, treedt deze verordening in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt deze terug tot en met 1 januari 2012.
2.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening financiering vispromotie 2012.
Rijswijk, 29 september 2011