Verordening van het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten van 7 november 2002, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2003 (Verordening GZP financieringsheffing jaar 2003)
Het bestuur van het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;
Gelet op de artikelen 95 en 126 eerste lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 5, 6 en 7 van de Instellingsverordening akkerbouwproductschappen 1997;
Artikel 1 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2004]
Deze verordening verstaat onder:
productschap | : | Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten; |
secretaris | : | secretaris van het productschap; |
ondernemer | : | natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld; |
landbouwzaaizaden | : | alle zaaizaden met uitzondering van zaaizaden van groentegewassen, specerijgewassen, kruiden, siergewasen en bomen; |
granen | : | granen, ingedeeld in Hoofdstuk 10 van de Gecombineerde Nomenclatuur, met uitzondering van zaaigranen en rijst; |
in de handel brengen | : | in Nederland in het verkeer brengen. |
be- of verwerking | : | een be- of verwerking, die aanleiding geeft tot een wijziging van de onderverdeling in de Gecombineerde Nomenclatuur. |
1.
De ondernemer is voor het jaar 2003 verplicht aan het productschap een heffing te betalen terzake van de eerste koop van:
2.
Onder eerste koop wordt in dit artikel verstaan: de koop van rijst, meel of mout door een koper die deze producten rechtstreeks of door middel van een handelaar verkrijgt teneinde deze in Nederland te be- of verwerken of in Nederland in de handel te brengen.
3.
De heffing is niet verschuldigd indien ten genoegen van de secretaris wordt aangetoond dat over de betrokken hoeveelheden rijst en graanproducten reeds op grond van dit artikel of het
artikel 2 de heffing is geïnd.
1.
De ondernemer die werkzaamheden verricht in het kweekbedrijf voor landbouwzaaizaden en/of met betrekking tot de be- en verwerking en/of met betrekking tot het in de handel brengen van landbouwzaaizaden, is voor het jaar 2003 verplicht aan het productschap te betalen:
a.
een basisheffing van € 125,00 per onderneming;
b.
een heffing van € 1,67 per ha aangekochte landbouwzaaizaden niet zijnde zaaizaad van vezelvlas, welke op contractbasis in Nederland zijn geteeld;
c.
een heffing van € 0,00 per ha aangekocht zaaizaad van vezelvlas, welke op contractbasis in Nederland is geteeld.
2.
De ondernemer die landbouwzaaizaden teelt, is voor het jaar 2003 verplicht aan het productschap af te dragen een heffing van € 2,12 per ha landbouwzaaizaden, niet zijnde zaaizaad van vezelvlas en van € 0,00 per ha zaaizaad van vezelvlas.
1.
De ondernemer bedoeld in de
artikelen 2 en
3 is verplicht binnen tien dagen na afloop van ieder kwartaal door middel van een hiertoe dienend opgaveformulier aan het productschap naar waarheid gegevens te verstrekken ten behoeve van de vaststelling van de in genoemde artikelen bedoelde heffing. De Verordening Algemene Bepalingen GZP 1980 is hierbij van toepassing.
2.
Ook indien in een bepaalde periode geen activiteiten als vermeld op het opgaveformulier hebben plaatsgevonden dient een opgave te worden gedaan.
1.
De ondernemer bedoeld in
artikel 4, eerste lid, is verplicht jaarlijks vóór 1 oktober door middel van een hiertoe dienend opgaveformulier aan het productschap naar waarheid gegevens te verstrekken ten behoeve van de vaststelling van de in
artikel 4 bedoelde heffing. De Verordening Algemene Bepalingen GZP 1980 is hierbij van toepassing.
1.
Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in de
artikelen 6 en
7 niet, niet tijdig of naar het oordeel van de secretaris niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris namens het bestuur bevoegd de verschuldigde heffing voor de betreffende periode ambtshalve bij aanslag vast te stellen.
2.
Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.
1.
De ondernemer, bedoeld in
artikel 2 tot en met 4, legt indien de secretaris daarom verzoekt, een door een accountant afgegeven verklaring over, waaruit blijkt de totale hoeveelheid granen, rijst of graanproducten welke door hem is verwerkt of als eerste koper is gekocht, onderscheidenlijk het aantal hectare, op contractbasis geteelde, landbouwzaaizaden.
2.
De ondernemer is verplicht alle medewerking te verlenen aan de controle door of namens het productschap van de in de
artikelen 6 en
7 bedoelde opgaven.
1.
Het Hoofdproductschap Akkerbouw wordt gemachtigd de verschuldigde heffingsbedragen in rekening te brengen, in te vorderen, in ontvangst te nemen en daarvoor kwijting te verlenen.
2.
De ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen worden betaald uiterlijk op de achtste dag volgend op die dag waarop zij door of vanwege het productschap in rekening zijn gebracht, dan wel, indien de secretaris zulks verlangt, vóór een door deze te bepalen datum.
Artikel 13 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2004]
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2003. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2003, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2003, met uitzondering van de toepassing van de Verordening Algemene Bepalingen GZP 1980.
Den Haag, 7 november 2002