Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van 12 november 2009 tot vaststelling van de Verordening HPA aardappelzetmeelcontingent, aardappelzetmeelpremie en steun voor zetmeelaardappelen 2009
Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw;
Gelet op artikel 2 van de Regeling medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, artikel 42 van de regeling GLB-inkomenssteun 2006, de artikelen 96, 97 en 98 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en in aanmerking nemende Verordeningen (EG) Nr. 73/2009 en (EG) Nr. 1868/94 wat aardappelzetmeel betreft;
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. | hoofdproductschap | : | Hoofdproductschap Akkerbouw; |
b. | EG-verordeningen | : | - Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 24712006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 |
| | | - Verordening (EG) Nr. 1868/94 van de Raad tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel (PbEG L 197), |
| | | - Verordening (EG) Nr. 2235/2003 van de Commissie van 23 december 2003 houdende gemeenschappelijke bepalingen voor de toepassing van de Verordeningen (EG) Nr. 1782/2003 en (EG) Nr. 1868/94 van de Raad wat aardappelzetmeel betreft (PbEG L 339); |
| | | - Verordening (EG) Nr. 795/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) Nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PbEG L 141); |
| | | - Verordening (EG) Nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) Nr. 1782/2003 en 73/2009 van de Raad, en inzake de randvoorwaarde waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad; |
| | | - Verordening (EG) Nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) Nr. 1782/2003 van de raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen (PbEG L 345); |
| | | -Verordening 571/2009 van de Commissie van 30 juni 2009 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de vaststelling van een quotaregeling voor de productie van aardappelzetmeel; |
c. | zetmeelaardappelen | : | aardappelen, bestemd voor de productie van zetmeel, waarvan het zetmeelgehalte ten minste 13% bedraagt, behoudens in het geval van toepassing van artikel 5, derde lid, tweede alinea van Verordening (EG) Nr. 571/2009, zoals genoemd onder b; |
d. | fabrikant | : | fabrikant van aardappelzetmeel; |
e. | teler | : | elke natuurlijke of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen die aan een fabrikant door hemzelf of door haar leden geteelde zetmeelaardappelen levert, uit eigen naam en voor eigen rekening, in het kader van een door of namens hem of haar gesloten teeltcontract; |
f. | teeltcontract | : | elk contract tussen een teler of een groepering van telers enerzijds en een fabrikant anderzijds, dat voldoet aan artikel 3 van Verordening (EG) Nr. 571/2009 zoals genoemd onder b; |
g. | minimumprijs | : | de prijs die per verkoopseizoen wordt vastgesteld voor de hoeveelheid aardappelen, geleverd franco fabriek, die nodig is voor de productie van één ton aardappelzetmeel; |
h. | steun voor zetmeel aardappele | : | een bedrag ten behoeve van de telers dat per verkoopseizoen wordt vastgesteld voor de hoeveelheid aardappelen die nodig is voor de productie van één ton aardappelzetmeel; |
i. | contingent | : | hoeveelheid aardappelzetmeel die Nederlandse fabrikanten gezamenlijk mogen produceren in één verkoopseizoen overeenkomstig Verordening (EG) Nr. 1868/94, zoals genoemd onder b, en haar uitvoeringsbepalingen; |
j. | subcontingent | : | het gedeelte van het contingent dat door het hoofdproductschap aan een fabrikant wordt toegewezen; |
k. | A.I.D. | : | Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. |
Artikel 2
Het hoofdproductschap wijst jaarlijks aan de fabrikant zijn subcontingent voor het betreffende verkoopseizoen toe op basis van een hiertoe strekkende aanvraag door de fabrikant.
1.
De fabrikant sluit met de telers voor leder verkoopseizoen teeltcontracten voor een hoeveelheid zetmeelequivalent die het toegewezen subcontingent voor het komende verkoopseizoen met overschrijdt.
2.
De fabrikant verstrekt het hoofdproductschap jaarlijks vóór 31 mei vóór de campagne een verzamelstaat van alle teeltcontracten voor het komende verkoopseizoen, waarbij nummer, naam van de teler en de tonnage – uitgedrukt in zetmeelequivalent – worden vermeld.
3.
Per hectare mag de teler maximaal 60 ton aardappelen contracteren.
1.
De fabrikant deelt het hoofdproductschap jaarlijks uiterlijk 1 mei na de campagne mede of hij gebruik maakt van ten hoogste 5 % van zijn subcontingent geldend voor het volgende verkoopseizoen.
2.
Het hoofdproductschap deelt de fabrikant aan het begin van het verkoopseizoen het aangepaste subcontingent mede, in geval hij gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde mogelijkheid.
Artikel 5
De A.I.D. controleert de verzamelstaat en kan de teeltcontracten controleren.
1.
Het hoofd productschap deelt de fabrikant aan de hand van de mededeling respectievelijk opgaven in
artikel 4, eerste lid en
artikel 9, eerste lid, jaarlijks vóór 15 juni mede welke hoeveelheid aardappelzetmeel boven het subcontingent is geproduceerd en op grond van de EG-verordeningen uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin het betrokken verkoopseizoen afloopt uit de Gemeenschap moet worden uitgevoerd
2.
Voor de uitvoer van de in het eerste lid bedoelde aardappelzetmeel vraagt de fabrikant bij het hoofdproductschap een speciaal uitvoercertificaat aan voor uitvoer zonder restitutie.
3.
Het bewijs van uitvoer wordt geleverd door overlegging van de in de EG-verordeningen genoemde documenten binnen de in die verordeningen geldende termijn, waarvan het formulier L (F) waarop een speciale vermelding is aangebracht deel uitmaakt.
Artikel 7
Met inachtneming van het bij of krachtens de EG-verordeningen bepaalde, stelt het hoofdproductschap op aanvraag ter zake van het produceren van aardappelzetmeel dan wel voor het telen van zetmeelaardappelen, in de zin van
artikel 15 van de Landbouwwet, voor de fabrikant een bedrag aan premie vast en aan de teler een steunbedrag vast.
Artikel 8
Het zetmeelgehalte van de aardappelen, dat bepalend is voor de premie, de minimumprijs en de steun, wordt vastgesteld op basis van het onderwatergewicht, overeenkomstig een door de Europese Commissie In de EG-verordeningen vastgestelde methode.
1.
De fabrikant dient aan het hoofdproductschap een opgave te doen van de volgende gegevens: -
de hoeveelheden ontvangen aardappelen op basis van het onderwatergewicht;-
de hoeveelheden zetmeelaardappelen op basis van het onderwatergewicht waarvoor de premie en de steun worden aangevraagd: deze hoeveelheden moeten tot afzonderlijke telers te herleiden zijn;-
de gebruikte hoeveelheid aardappelen en het zetmeelgehalte daarvan, overeenkomstig de in de EG-verordeningen vastgestelde percentages;-
een verklaring van de fabrikant dat de betrokken hoeveelheden aardappelen in het betreffende verkoopseizoen tot zetmeel zijn verwerkt;-
een verklaring van de fabrikant dat de betrokken hoeveelheden aardappelen zijn afgeleverd in het kader van een teeltcontract;-
een verklaring van de financiële instelling, dan wel de daarmee gelijkgestelde organisatie, die de betaling van de telers in opdracht van de fabrikant verricht, dat over de betrokken hoeveelheden aardappelen de minimumprijs en de steun aan de telers zijn betaald;-
een akkoordbevinding van een externe accountant.
2.
Deze opgave dient voor het kunnen vaststellen van de premie en de steun alsmede ter controle van de uitputting van het subcontingent.
Artikel 10
De fabrikant, die voor de premie In aanmerking wenst te komen, is gehouden met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de EG-verordeningen, desgevraagd aan het hoofd productschap alle inlichtingen te verschaffen welke nodig zijn voor de vaststelling van het juiste bedrag.
1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
2.
De Verordening HPA aardappelzetmeelcontingent, aardappelzetmeelpremie en compensatiebedrag aardappeltelers 1995 wordt alsdan ingetrokken.
3.
Verwijzingen naar de In het tweede lid bedoelde verordening moeten worden beschouwd als verwijzingen naar de onderhavige verordening.
Artikel 12
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening HPA aardappelzetmeelcontingent, aardappelzetmeelpremie en steun voor zetmeelaardappelen 2009.
Den Haag, 12 november 2009