Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van 11 november 2004 houdende regels ter zake van de aan de onder het Hoofdproductschap Akkerbouw ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2005 (verordening HPA financieringsheffing teeltaangelegenheden jaar 2005)
Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw;
Gelet op de artikelen 95 en 126 eerste en zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 3 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen;
Gehoord de Commissie Teeltaangelegenheden;
Artikel 1 [Materieel uitgewerkt per 22-01-2006]
Deze verordening verstaat onder:
a. | hoofdproductschap | : | Hoofdproductschap Akkerbouw; |
b. | bestuur | : | bestuur van het hoofdproductschap; |
c. | dagelijks bestuur | : | dagelijks bestuur van het hoofdproductschap; |
d. | voorzitter | : | voorzitter van het hoofdproductschap; |
e. | sectormanager | : | als zodanig door het dagelijks bestuur benoemde functionaris die speciaal belast is met teeltaangelegenheden; |
f. | commissie | : | Commissie Teeltaangelegenheden; |
g. | ondernemer | : | de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het hoofdproductschap is ingesteld; |
h. | braakland | : | de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daaropvolgende oogstjaar niet worden beteeld; |
i. | cultuurgrond | : | beteelde grond, braakland; |
j. | N.A.K. | : | Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen, gevestigd te Emmeloord; |
k. | gemeten maat | : | de oppervlakte beteelbare grond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn; |
l. | contractteelt | : | de teelt van gewassen of producten ingevolge een overeenkomst. |
Artikel 2 [Materieel uitgewerkt per 22-01-2006]
groep 1 | cultuurgrond, in gebruik als braakland: | € 1,35 per ha; |
groep 2 | cultuurgrond in gebruik voor de teelt van triticale, veldbonen, koolzaad en groenbemestingsgewassen: | € 1,35 per ha; |
groep 3. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van kapucijners en grauwe erwten en groene droog te oogsten erwten en schokkers: | € 1,35 per ha; |
groep 4. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van zomertarwe, zomergerst, rogge andere dan snijrogge en haver: | € 1,35 per ha; |
groep 5. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van luzerne: | € 1,35 per ha; |
groep 6. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van wintertarwe en wintergerst: | € 1,35 per ha; |
groep 7. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van vlas: | € 1,35 per ha; |
groep 8. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van karwijzaad en blauwmaanzaad: | € 1,35 per ha; |
groep 9. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van corn cob mix en korrelmais: | € 1,35 per ha; |
groep 10. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van bruine bonen: | € 1,35 per ha; |
groep 11. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van graszaad: | € 1,35 per ha; |
groep 12, | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van zetmeelaardappelen: | € 1,35 per ha; |
groep 13. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van voederbieten: | € 1,35 per ha; |
groep 14. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van andere dan in de groepen 1 t/m 13 en 15 t/m 20 genoemde gewassen: | € 1,35 per ha; |
groep 15. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van suikerbieten: | € 4,05 per ha; |
groep 16. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van consumptieaardappelen op kleigrond en op zand- of veengrond: | € 4,05 per ha; |
groep 17. | cultuurgrond in gebruik voor de teel van pootaardappelen (bij de N.A.K. aangegeven); | €4,05 per ha |
groep 18. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van zaaiuien: | € 1,35 per ha; |
groep 19. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van poot- en plantuien (inclusief sjalotten): | € 1,35 per ha; |
groep 20. | cultuurgrond, in gebruik voor de teelt van zilveruien: | € 1,35 per ha. |
1.
De ondernemer, die in het jaar 2005 een onderneming drijft, is verplicht voor dat jaar aan het hoofdproductschap een heffing te betalen.
2.
De berekening van de heffing vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan het hoofdproductschap ingevolge de bij of krachtens de
Verordening HPA registratie en verstrekking van gegevens 2003 verstrekte gegevens.
3.
De heffing wordt opgelegd naar het grondgebruik en berekend naar de oppervlakte van de bij de onderneming behorende cultuurgrond en bedraagt voor:
1.
Voor de toepassing van
artikel 2 wordt onder onderneming mede verstaan de onderneming die gedreven wordt door de ondernemer die cultuurgrond :
a.
zaai- of pootklaar huurt of pacht, waaronder verstaan wordt cultuurgrond waarop door de verhuurder tenminste één van de eerste werkzaamheden, zoals het bemesten, het ploegen en andere voorjaarswerkzaamheden zijn verricht;
b.
als overig los land voor één teeltseizoen huurt of pacht, waaronder verstaan wordt cultuurgrond die geheel geen voorbewerking door de verhuurder of verpachter heeft ondergaan;
c.
overigens om niet in gebruik ontvangt, zoals bij landruil;
d.
beteelt voor contractteelt, waaronder verstaan wordt dat de teler (contractnemer) de gewasverzorging (grotendeels) uitvoert en daarvoor zelf verantwoordelijk is.
In afwijking van het eerste lid onderdelen a en b wordt cultuurgrond die door de ondernemer zaaiklaar is verhuurd voor de teelt van vlas, gerekend tot het bedrijf van de verhuurder.
2.
Voor de toepassing van
artikel 2 wordt cultuurgrond gerekend naar de gemeten maat.
3.
Voor de toepassing van
artikel 2 worden gedeelten van een hectare belast in evenredigheid met de aldaar bedoelde bedragen. Gedeelten van een hectare worden naar beneden afgerond tot een veelvoud van aren.
1.
Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in
artikel 2, niet, niet-tijdig of niet volledig heeft verstrekt, is de sectormanager, namens het bestuur bevoegd de verschuldigde heffing ambtshalve bij aanslag vast te stellen.
2.
Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.
3.
Indien het hoofdproductschap op verzoek van de ondernemer, nadat de termijn genoemd in het tweede lid verstreken is, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het hoofdproductschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht.
1.
Aan de ondernemer, die als lid van een of meer door het bestuur aangewezen ondernemersorganisaties over het jaar 2005 aan die organisatie of organisaties contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan op de voor hem krachtens deze verordening geldende heffing.
2.
De in de
bijlage bij deze verordening vermelde ondernemersorganisaties zijn aangewezen door het bestuur.
Artikel 6 [Materieel uitgewerkt per 22-01-2006]
Een ondernemersorganisatie wordt op haar schriftelijk en gemotiveerd verzoek door het bestuur aangewezen, indien zij één of meer leden in het bestuur heeft benoemd en overigens indien zij een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en voorts naar het oordeel van het bestuur:
a.
krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het hoofdproductschap een taak heeft te vervullen;
c.
tot de werkingssfeer van het hoofdproductschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is;
d.
met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en
e.
haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.
1.
De ondernemer heeft aanspraak op de in
artikel 5 bedoelde aftrek, indien uit de door de in de
bijlage genoemde ondernemersorganisatie verstrekte opgaven blijkt dat de volledige contributie over het jaar 2005 is betaald.
2.
De ondernemersorganisaties dienen uiterlijk 15 augustus 2005 de betreffende gegevens bij het hoofdproductschap aan te leveren.
3.
Indien het hoofdproductschap de gegevens in de periode 16 augustus 2005 tot en met 15 oktober 2005 ontvangt, brengt het hoofdproductschap een bedrag van € 5,-- per lid bij de betreffende organisatie als administratiekosten in rekening. Bij ontvangst van de gegevens na 15 oktober 2005 worden deze niet meer verwerkt.
1.
Voor de toepassing van de
artikelen 5 tot en met 9 wordt onder contributie verstaan het bedrag (exclusief BTW) dat de ondernemer voor het jaar 2005 aan de ondernemersorganisatie verschuldigd is. Het bedrag aan de te betalen contributie wordt bepaald aan de hand van de door de ondernemer aan de betreffende ondernemersorganisatie verstrekte opgaven betreffende het areaal akkerbouw.
2.
Het bestuur kan, op voordracht van de commissie, bij besluit nadere voorschriften geven.
1.
De ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen worden betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgend op die waarop zij door of vanwege hel hoofdproductschap aan de hand van nota's in rekening zijn gebracht, dan wel, indien de sectormanager, namens het bestuur van het hoofdproductschap, zulks verlangt, voor een door deze te bepalen datum.
2.
Het hoofdproductschap is bevoegd tot verrekening van door de ondernemer aan het hoofdproductschap verschuldigde bedragen met door de ondernemer van het hoofdproductschap te ontvangen bedragen over te gaan.
a.
zodra het faillissement van de ondernemer is aangevraagd;
b.
zodra de ondernemer het drijven van de onderneming beëindigt of van het voornemen daartoe blijkt; of
c.
zodra de ondernemer zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt.
1.
De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende
a.
slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het hoofdproductschap
b.
niet onder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretarissen of andere personen van het secretariaat van het hoofdproductschap en de met financiële controle op het hoofdproductschap belaste accountant en diens personeel, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is.
2.
Bekendmaking van gegevens, als in het eerste lid bedoeld, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon en/of onderneming die gegevens betrekking hebben.
Den Haag, 11 november 2004