Verordening op het beroepsprofiel van de registeraccountant
Het bestuur van de Orde Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants maakt, gelet op artikel 23, tweede lid, van de Wet op de Registeraccountants, onderstaande verordening bekend, die door de ledenvergadering van de Orde op 11 december 2008 is vastgesteld en voor zover van toepassing door de minister van Financiën op 23 december 2008 is goedgekeurd.
De ledenvergadering van het Nederlands Instituut van Registeraccountants,
Gelet op artikel 66a van de Wet op de Registeraccountants;
Stelt de volgende verordening vast:
c.
IFAC: International Federation of Accountants;
2. Uitgangspunt en doel
Het uitgangspunt voor het beroepsprofiel van de registeraccountant is een brede en pluriforme beroepsuitoefening door registeraccountants. Dit is gebaseerd op de ontwikkeling van het beroep zoals dit in de praktijk tot uitdrukking komt. Het beroepsprofiel beschrijft de beroepsinhoud en het werkveld van registeraccountants en biedt daarmee een normatief kader voor de door de CEA vast te stellen eindtermen met betrekking tot de opleiding tot registeraccountant. Het profiel geeft een indicatie van het vereiste opleidingsniveau, de benodigde kennis, vaardigheden en beroepshouding voor de uitoefening van het beroep. Het beroepsprofiel en de door CEA aan de hand daarvan vastgestelde eindtermen vormen de basis voor het door onderwijsinstituten vast te stellen curriculum van een opleiding tot registeraccountant.
De eisen die worden gesteld aan het accountantsberoep staan onder invloed van de behoeften van de markt, maatschappelijke-, technologische- en economische ontwikkelingen en veranderingen in wet- en regelgeving. Het beroepsprofiel zal daarom periodiek worden geëvalueerd en zonodig worden geactualiseerd.
3. Wettelijk en institutioneel referentiekader voor de beroepsuitoefening en de opleiding
De Orde sluit voor wat betreft de aan de beroepsuitoefening en de opleiding te stellen eisen aan op de desbetreffende internationale en nationale kaders, die worden gevormd door de richtlijn, de
Wet op de Registeraccountants , de
Wet toezicht accountantsorganisaties en de standaarden van de IFAC.
De richtlijn geeft in artikel 6 aan dat de lidstaten alleen een persoon tot de uitoefening van de wettelijke controle mogen toelaten indien deze, na het behalen van het universitaire ingangsniveau, een theoretische opleiding en een praktijkopleiding heeft voltooid en een vakbekwaamheidsexamen met goed gevolg heeft afgelegd, dat van universitair of daaraan gelijkwaardig eindexamenniveau is, georganiseerd of erkend door de desbetreffende lidstaat.
De voor de beroepsuitoefening in brede zin vereiste (vak)bekwaamheid vereist een opleiding en vorming op een niveau, dat passend is in de hedendaagse maatschappij en aansluit bij andere vergelijkbare beroepen in Nederland. Het vereiste niveau van de opleiding komt in de bachelor-masterstructuur tot uitdrukking in het niveau van een masteropleiding, bedoeld in
artikel 7.3a., eerste lid, van de Wet op Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. De masteropleiding kan worden aangevuld met een op de toekomstige beroepsuitoefening gerichte postinitiële opleiding.
In artikel 8 van de richtlijn worden de vakgebieden genoemd die de opleiding voor de uitoefening van de functie van externe accountant moet omvatten. De
Wet op de Registeraccountants verwijst in
artikel 69, tweede lid, onderdeel a, naar de vakgebieden, bedoeld in
artikel 66 Wet op de Registeraccountants en naar het beroepsprofiel bedoeld in
artikel 66 a van de Wet op de Registeraccountants. De opleiding tot registeraccountant dient tenminste de vakgebieden te omvatten bedoeld in artikel 8 van de richtlijn aangevuld met de in deze verordening vermelde vakgebieden.
De Orde is als lid van de IFAC volgens het Statement of Membership Obligations 2 gehouden tot naleving c.q. het doen naleven van de International Education Standards (IES). Met betrekking tot de accountantsopleiding zijn de IES 1 tot en met 6 en 8 van toepassing. De IES 1 tot en met 6 betreffen achtereenvolgens het universitaire ingangsniveau, het vakkenpakket, de professionele waarden, ethiek en houding, de praktijkervaring en de toetsing van beroepsvaardigheden en competenties. Specifieke en aanvullende bepalingen ten aanzien van de vereiste vakbekwaamheid en het opleidingsniveau voor accountants die de controlerende functie uitoefenen zijn vastgelegd in IES 8.
4. Functies van de registeraccountant
De deskundigheidskwalificatie registeraccountant behelst een door opleiding en werkervaring verworven deskundigheid en de inschrijving in het accountantsregister van de Orde. De verworven kennis en ervaring kan op diverse manieren, in opdracht of in dienst van grote-, middelgrote- of kleine organisaties en in meerdere functies, worden aangewend. De registeraccountant die werkzaam is als openbaar accountant, overheidsaccountant, of intern accountant, heeft als kerntaak het verschaffen van aanvullende zekerheid (assurance) omtrent de met betrekking tot organisaties beschikbare informatie, processen en systemen. De kern van de beroepsinhoud komt expliciet tot uitdrukking in voornoemde kerntaak en in de controlefunctie. In de omschrijving van het beroepsprofiel ligt daarom hierop het accent.
De openbaar accountant, bedoeld in de Verordening gedragscode is een beoefenaar van het vrije beroep van accountant en verricht professionele diensten in opdracht van cliënten. Tot het specifieke werkterrein van de openbaar accountant behoort onder meer het controleren van jaarrekeningen van bedrijven en instellingen. De openbaar accountant kan ook andere assurance-, aan assurance verwante en overige opdrachten uitvoeren, als bedoeld in de Verordening gedragscode.
De intern accountant werkt in dienst van een accountantsafdeling als bedoeld in de Verordening gedragscode en verricht vanuit die afdeling professionele diensten ten behoeve van de ondernemingsleiding. Deze bestaan ten minste uit:
a.
het verrichten binnen die onderneming of instelling van verbijzonderde toetsende activiteiten, waaronder begrepen het onderzoek naar en de evaluatie en bewaking van de toereikendheid en effectiviteit van de administratieve organisatie en interne beheersing; of
b.
het verrichten binnen die onderneming of instelling dan wel bij derden van verbijzonderde toetsende activiteiten ter zake van een door die onderneming of instelling dan wel genoemde derden af te leggen financiële verantwoording.
De overheidsaccountant is werkzaam in dienst van een accountantsafdeling behorende tot de overheid of daarmee gelijk te stellen dienst en verricht vanuit die afdeling professionele diensten als bedoeld in de Verordening gedragscode. Deze bestaan onder meer uit:
a.
het verrichten binnen de overheid of daarmee gelijk te stellen entiteit dan wel bij derden, van verbijzonderde toetsende activiteiten ter zake van een door die overheid of daarmee gelijk te stellen entiteit, dan wel genoemde derden af te leggen financiële verantwoording. Ook de registeraccountant die werkzaam is bij de belastingdienst en belast is met de controle van door belastingplichtigen ingeleverde aangiften en de registeraccountant die aan deze controle direct leiding geeft wordt als overheidsaccountant aangemerkt; of
b.
het verrichten binnen de overheid of daarmee gelijk te stellen entiteit van verbijzonderde toetsende activiteiten, waaronder begrepen het onderzoek naar en de evaluatie en bewaking van de toereikendheid en effectiviteit van de administratieve organisatie en interne beheersing.
Accountants in business zijn in een veelheid van andere functies in de financieel-economische sector werkzaam. Zij kunnen bijvoorbeeld werkzaam zijn als:
a.
directeur, chief financial officer of controller van een andere organisatie dan een accountantspraktijk of accountantsafdeling (beide laatstgenoemde begrippen als bedoeld in de Verordening gedragscode);
b.
interim-manager werkzaam in het kader van een inspanningsverplichting;
c.
uitvoerder van uitsluitend overige opdrachten, bedoeld in de Verordening gedragscode, die niet werkzaam is bij of verbonden aan een accountantspraktijk;
d.
toezichthouder bij onder meer de algemene, provinciale of gemeentelijke rekenkamer, de Stichting Autoriteit Financiële Markten, de Nederlandsche Bank N.V., De Nederlandse Mededingingsautoriteit, de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, de Zorgautoriteit of een andere door de overheid ingestelde toezichthouder;
e.
opsporingsmedewerker bij het Korps landelijke politiediensten of een daarmee vergelijkbare overheidsinstantie;
f.
docent in het onderwijs.
5. Werkzaamheden van de registeraccountant
Registeraccountants kunnen een veelheid van verschillende soorten werkzaamheden verrichten, waarvoor hun specifieke deskundigheid is vereist en wordt benut. Naast de controledeskundigheid wordt van de registeraccountant verwacht dat hij vakspecifieke kennis en vaardigheid bezit op bedrijfseconomisch, fiscaal en juridisch gebied en ten aanzien van de interne- en administratieve organisatie, de interne beheersing, het informatiesysteem, en verslaggeving. Gezien de breedte van het mogelijke werkterrein en de uiteenlopende aard van de activiteiten wordt in dit beroepsprofiel volstaan met een niet limitatieve opsomming van werkzaamheden die karakteristiek zijn voor de registeraccountant. De werkzaamheden kunnen onder meer betreffen:
–
onderzoeken betreffende historische of toekomstgerichte informatie, systemen en gedrag, veelal gericht op de daarop betrekking hebbende verantwoordingsstukken;
–
onderzoeken met een bijzonder doel en het verrichten van specifiek overeengekomen werkzaamheden betreffende financiële- en andere verantwoordingen. Daarbij zijn te noemen:
–
kredietonderzoeken, onderzoeken naar de omvang van geleden schade, onderzoeken in verband met de bepaling van de goodwill, de overdracht of fusie van organisaties, surseance van betaling, faillissement, onderzoeken ten behoeve van het geven van een mededeling bij prospectussen in het geval van emissies, forensische werkzaamheden, waaronder fraudeonderzoeken, alsmede onderzoeken gericht op de nakoming van ondernemingsovereenkomsten en wet- en regelgeving;
–
administratieve dienstverlening in brede zin, waaronder het samenstellen van financiële verantwoordingen;
–
het adviseren op het gebied van de bestuurlijke informatieverzorging (administratieve organisatie en interne beheersing) en het geven van fiscaal-technische en bedrijfseconomische adviezen.
Werkzaamheden die de registeraccountant in elk geval moet kunnen uitoefenen in het kader van de assurancefunctie zijn:
–
vastlegging en beoordeling van administratieve organisatie en interne beheersingssystemen en daarmee samenhangende automatiseringssystemen;
–
opstellen van een gedetailleerd controleprogramma;
–
toepassen van verschillende controletechnieken;
–
beoordelen van jaarrekeningen;
–
uitvoeren van een jaarrekeningcontrole;
–
opstellen van accountantsrapporten en accountantsverklaringen.
6. Deskundigheidsgebied en vaktechnische bekwaamheid van de registeraccountant
De vakbekwaamheid van registeraccountants is in belangrijke mate gebaseerd op een brede en grondige kennis van de (toegepaste) bedrijfseconomie, specifiek op het deelterrein van de accountancy. Het vakspecifieke kennisgebied voor registeraccountants omvat in het bijzonder de kernvakgebieden Auditing & Assurance (Controle), Accounting Information Systems (Bestuurlijke Informatieverzorging) en Financial Accounting & Reporting (Externe Verslaggeving). De registeraccountant is bij uitstek deskundig op deze drie kernvakgebieden. Daarnaast is een brede kennis nodig betreffende bedrijfseconomische vraagstukken, financieel- en strategisch management, organisatiekunde, management accounting en -control, corporate governance, ICT, ondernemingsfinanciering, belastingrecht en civiel- en ondernemingsrecht. De kennis en ervaring op deze gebieden vormen bij de vervulling van de controlerende functie onontbeerlijke hulpmiddelen en stellen de registeraccountant in staat op die gebieden adviserend op te treden.
Het vakgebied Auditing & Assurance omvat het vergaren en evalueren van bewijsmateriaal voor het beoordelen van informatie en het beoordelen van de inrichting en het functioneren van de in een organisatie gehanteerde systemen ten behoeve van het besturen en beheersen van een organisatie en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd. De controle van jaarrekeningen en andere financiële verantwoordingen neemt hierbij vanzelfsprekend een belangrijke plaats in, maar ook andere objecten zijn aan de orde, zoals in documenten vastgelegde prospectief gerichte informatie, statistische gegevens, prestatie-indicatoren, systemen en processen (waaronder de interne beheersing), het systeem en het functioneren van corporate governance en de naleving van specifieke wet- en regelgeving. De relatie met besluitvormings- en beheersingsprocessen leidt er toe dat vraagstukken op het terrein van Auditing & Assurance een sterk interdisciplinair karakter hebben gekregen. ICT heeft grote betekenis voor de informatieverzorging en beïnvloedt alle aspecten van Assuranceverschaffing. De registeraccountant moet daarom de belangrijkste aspecten van ICT begrijpen en weten welke mogelijkheden deze technologie biedt en welke risico’s en beheersingsmaatregelen daarmee samenhangen. De opleiding waarborgt door haar programma en toetsing dat de toekomstige beroepsbeoefenaar in staat is om assurance opdrachten, als bedoeld in de Verordening gedragscode, uit te kunnen voeren. Mede gelet op de overige door registeraccountants mogelijk te vervullen functies is bovendien met name grondige kennis vereist van de vakgebieden Externe Verslaggeving en Bestuurlijke Informatieverzorging.
In de opleiding staat de functie van openbaar accountant centraal. Voor registeraccountants die in de overige functies werkzaam zijn, geldt dat zij met de door hen gevolgde opleiding tot registeraccountant een deskundigheid hebben verkregen die een hecht fundament vormt voor de uitoefening van dergelijke functies. De breedte van het werkterrein van registeraccountants vergt dat de opleiding tevens de basis biedt voor specialisatie in de richting van verschillende typen organisaties en/of sectoren, ofwel vakmatige specialisatie (zoals in IT-auditing, forensische accountancy en operational auditing).
7. Professionele vaardigheden, waarden, beroepsethiek en beroepshouding
Voor de door registeraccountants te ontwikkelen capaciteiten en bekwaamheid wordt aangesloten bij het door IFAC vastgestelde Framework for International Education Statements, alsmede het professional skills, -values, -ethics and -attitudes framework zoals opgenomen in de Education Standards en in de Verordening gedragscode. Naast de kennis op de ook hiervoor onder 6 genoemde terreinen moeten registeraccountants over adequate professionele vaardigheden beschikken en kunnen optreden in overeenstemming met de vereiste professionele waarden, beroepsethiek en beroepshouding.
De professionele vaardigheden betreffen zowel, cognitieve, intellectuele- en vaktechnische vaardigheden als de meer algemene eigenschappen waaronder organisatorische- en sociale vaardigheid. Naast het uitvoeren van een vaktechnisch adequaat onderzoek vormen professionele oordeelsvorming en communicatieve vaardigheid, gericht op het effectief kunnen presenteren, bediscussiëren en verdedigen van opvattingen en conclusies essentiële eigenschappen. De registeraccountant dient te beschikken over leidinggevende vaardigheden. De complexiteit van de organisaties waarbinnen de registeraccountant kan functioneren vereist ook vaardigheid in samenwerking in (multi-disciplinaire) teams. De registeraccountant moet bovendien adequaat kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen en op moeilijke situaties.
Met betrekking tot de vereiste professionele waarden, beroepsethiek en beroepshouding wordt van de registeraccountant verwacht dat zijn professioneel handelen in overeenstemming is met de fundamentele beroepsethische beginselen, te weten: integriteit, objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid, geheimhouding en professioneel gedrag. Met name voor de openbaar accountant is ook het waarborgen van onafhankelijkheid bij de beroepsuitoefening van betekenis. Deze eigenschappen vormen van oudsher belangrijke pijlers onder het accountantsberoep. Het is in het belang van de registeraccountant zelf om te voorkomen dat zijn cliënt, de financiële markten of andere belanghebbenden, twijfelen aan zijn oordeel.
De hierboven genoemde aspecten betreffende de te ontwikkelen capaciteiten, bekwaamheid en attitude moeten in de opleiding expliciet aandacht krijgen.
8. Voortgaande ontwikkeling
Bij voortduring moet worden aangesloten op beroepsmatige ontwikkelingen en internationale regelgeving ter zake van de kwalificatie-eisen van registeraccountants. De eisen die gesteld worden aan de opleiding tot registeraccountant staan onder invloed van de behoeften van de markt en ontwikkelingen in omgevingsfactoren. Hierbij is te denken aan: internationalisering van het bedrijfsleven en de daarmee gepaard gaande globalisering van de kapitaalmarkten, harmonisering in de internationale regelgeving, regelgeving op het gebied van corporate governance, externe verslaggeving en toezicht, ontwikkelingen op het gebied van ICT en uitbreiding van assurance-services op meerdere terreinen. Deze ontwikkelingen vragen om een breed inzetbare accountant, die beschikt over een adequate kennis van assurance services. De dynamiek van het werkterrein vereist dat in de opleiding tot registeraccountant een positieve attitude ten aanzien van permanente educatie wordt ontwikkeld.
De ledenvergadering van het Nederlands Instituut van Registeraccountants