Verordening op het examengeld 2007
De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op de artikelen 83 en 96 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast:
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
e.
wet: de
Wet op de Accountants-Administratieconsulenten ;
Artikel 2
Voor het afleggen van een onderdeel van een gedeelte van het examen, als bedoeld in
artikel 80 van de wet, of in één der vakken genoemd in het examenbesluit, is examengeld verschuldigd dat als volgt is samengesteld:
a.
voor elk van de vakken Algemene economie, Bedrijfseconomie, Privaatrecht, Sociaal recht, Belastingrecht I, Wiskunde, Statistiek, Boekhouden en Algemene organisatie, schriftelijk: € 215,–, mondeling: € 445,–;
b.
voor het vak Leer van de Accountantscontrole II, schriftelijk: € 450,–, mondeling: € 685,–;
c.
voor het vak Administratieve organisatie II, schriftelijk: € 365,–, mondeling: € 690,–;
d.
voor het vak Belastingrecht II, schriftelijk € 365,–, mondeling: € 645,–;
e.
voor het vak Externe Verslaggeving II, schriftelijk: € 185,–, mondeling: € 515,–;
f.
voor elk van de vakken Leer van de Accountantscontrole I, Administratieve Organisatie I, Externe Verslaggeving I, Financiering, Kosten en Opbrengsten en Strategisch Management voor het MKB, schriftelijk: € 185,–, mondeling: € 350,–;
h.
in afwijking van het bovenstaande geldt voor de examens die worden afgenomen bij instituten waarmee de NOvAA in het kader van de NOvAA Beroepsopleiding een overeenkomst heeft afgesloten een examengeld van € 155,– per vak.
1.
De kandidaat die aan de toetsing van het praktijkgedeelte van het examen, als bedoeld in artikel 9 en artikel 10 van het examenbesluit, wenst deel te nemen, dient ingeschreven te staan bij het examenbureau.
2.
De kandidaat is de volgende inschrijfgelden verschuldigd:
a.
indien hij de praktijkopleiding heeft aangevangen voor 1 januari 2003 eenmalig een inschrijfgeld van € 115,–, alsmede jaarlijks een bedrag van € 80,– als bijdrage in de algemene kosten;
b.
indien hij de praktijkopleiding heeft aangevangen na 1 januari 2003, doch voor 1 november 2006 eenmalig een inschrijfgeld van € 130,–, alsmede een eenmalige bijdrage in de algemene kosten van € 280,–;
c.
indien hij de praktijkopleiding heeft aangevangen na 1 november 2006 eenmalig inschrijfgeld van € 530,–.
1.
De kandidaat is de volgende examengelden verschuldigd:
a.
indien hij de praktijkopleiding heeft aangevangen voor 1 november 2006 voor de toetsing van het halfjaarlijks praktijkverslag, als bedoeld in artikel 10 van het examenbesluit examengeld € 65,–, en voor het eindgesprek, als bedoeld in het examenreglement praktijkopleiding € 250,–;
b.
indien hij de praktijkopleiding heeft aangevangen na 1 november 2006 voor de jaarlijkse toetsing van het portfolio, als bedoeld in het reglement op de praktijkopleiding € 115,–, en voor het eindgesprek, als bedoeld in het reglement op de praktijkopleiding € 325,–.
2.
Indien de kandidaat het praktijkgedeelte van het examen bij een door het examenbureau erkend stagebureau volgt, is het examengeld, als bedoeld in het eerste lid onder a voor de toetsing van het halfjaarlijks praktijkverslag van € 65,–. niet verschuldigd, dan wel het examengeld, als bedoeld in het eerste lid onder b voor de jaarlijkse toetsing van het porfolio van € 115,– niet verschuldigd.
Artikel 5
Indien de kandidaat die de praktijkopleiding heeft aangevangen na 1 november 2006 gedurende de praktijkopleiding, als bedoeld in
artikel 82 lid 4 van de wet, van praktijkopleidingsplaats wijzigt kan het examenbureau hiervoor een bedrag van € 250,– in rekening brengen.
Artikel 6
Voor het afleggen van de proeve van bekwaamheid is examengeld verschuldigd dat als volgt is samengesteld:
a.
voor het vak Belastingrecht, schriftelijk: € 365,–;
b.
voor het vak Gedrags- en Beroepsregels, mondeling: € 530,–;
c.
voor het vak Regelgeving inzake de jaarrekening en het jaarverslag, mondeling: € 350,–
d.
voor een verzoek tot vrijstelling: € 65,–
1.
Voor een verzoek tot vrijstelling voor een onderdeel van het theoretisch gedeelte van het examen is een examengeld van € 65,– verschuldigd.
2.
Voor een verzoek tot vrijstelling van een onderdeel van het praktijkgedeelte van het examen is de aanvrager examengeld verschuldigd:
–
indien op de aanvrager ingevolge het reglement praktijkopleiding de regels van toepassing blijven zoals deze luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van het reglement praktijkopleiding een bedrag van € 65,– per verzoek;
–
indien op de aanvrager het reglement praktijkopleiding van toepassing is een bedrag van € 600,– per verzoek.
Artikel 8
De examengelden zijn verschuldigd per keer dat men examen doet.
1.
Het examenbureau bepaalt, telkens als het de inschrijving voor een onderdeel van een examen openstelt, op welke wijze en vóór welke datum de aanmelding moet geschieden en het examengeld en eventueel het inschrijfgeld en de bijdrage in de algemene kosten bedoeld in
artikel 3 lid 2 moet worden voldaan.
2.
Een kandidaat, die niet de door het examenbureau ingevolge het eerste lid gegeven aanwijzingen opvolgt, wordt niet tot enig onderdeel van het examen toegelaten.
3.
Een kandidaat, die zich heeft aangemeld voor een onderdeel van het examen, maar daaraan uiteindelijk niet deelneemt, is € 135,– administratiekosten verschuldigd indien:
–
de kandidaat niet wordt toegelaten tot het onderdeel van het examen ingevolge het tweede lid;
–
het examenbureau uiterlijk veertien dagen voor de eerste van de voor het betreffende vak vastgestelde examendata bericht ontvangt dat de kandidaat niet aan het onderdeel van het examen zal deelnemen;
–
er door bijzondere omstandigheden niet aan het onderdeel van het examen kan worden deelgenomen.
4.
Een kandidaat, die zich heeft aangemeld voor een onderdeel van het examen, maar daaraan uiteindelijk niet deelneemt, is:
–
de helft van het examengeld voor het desbetreffende onderdeel van het examen verschuldigd met een minimum van € 135,– indien hij binnen een termijn van veertien dagen voor de eerste der voor het desbetreffende vak vastgestelde examendata het examenbureau heeft bericht dat hij niet aan het onderdeel van het examen zal deelnemen;
–
het volledige examengeld voor het desbetreffende onderdeel van het examen verschuldigd indien hij heeft verzuimd voor de eerste der voor het desbetreffende vak vastgestelde examendata het examenbureau een bericht te zenden dat hij niet aan het onderdeel van het examen zal deelnemen.
5.
In bijzondere omstandigheden kan het examenbureau de berekening van administratiekosten als bedoeld in het derde en vierde lid, achterwege laten.
1.
Een kandidaat heeft recht op restitutie van het inschrijfgeld indien hij nog geen startdatum van het examenbureau toegekend heeft gekregen.
2.
Een kandidaat heeft recht op gedeeltelijke restitutie indien hij de praktijkopleiding heeft aangevangen:
–
voor 1 november 2006 voor zover hij in het eerste jaar van de praktijkopleiding schriftelijk te kennen heeft gegeven de praktijkopleiding te beëindigen voor een bedrag van € 175,–.
–
na 1 november 2006 voor zover hij in het eerste jaar van de praktijkopleiding schriftelijk te kennen heeft gegeven de praktijkopleiding te beëindigen voor een bedrag van € 265,–.
Artikel 11
Een kandidaat ontvangt een getuigschrift indien hij, onverminderd de voldoening aan de overige daaraan verbonden verplichtingen, alle met het betreffende getuigschrift verband houdende betalingen heeft verricht.
1.
Het bepaalde in deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.
2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, treden de volgende artikelen van deze verordening in werking op 1 november 2006:
3.
De
Verordening op het examengeld 2006 wordt ingetrokken op het tijdstip bedoeld in het eerste lid, met uitzondering voorzover deze ziet op hetgeen waar de in het tweede lid genoemde artikelen betrekking op hebben. Voor dat deel wordt de
Verordening op het examengeld 2006 ingetrokken op 1 november 2006.
4.
Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam Verordening op het examengeld 2007.