Verordening op het surplusvermogen
De ledenvergadering van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten,
Gelet op de artikelen 22 en 31, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten;
Stelt de volgende verordening vast:
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
b.
NOvAA: de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten, bedoeld in
artikel 2 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten ;
d.
leden: diegenen die als Accountant-Administratieconsulent zijn ingeschreven in het accountantsregister.
1.
Een deel van het vermogen van de NOvAA wordt afgezonderd om te worden bestemd voor de financiering van:
–
activiteiten ten behoeve van accountants die hun diensten verlenen aan middelgrote en kleine ondernemingen; en
–
een korting op de contributie welke leden in enig jaar verschuldigd zijn aan de NOvAA of haar rechtsopvolger.
2.
Op voorstel van het fondsbestuur kunnen de leden toestemming geven om aan het surplusvermogen een andere bestemming te geven dan de bestemmingen genoemd in het eerste lid.
3.
Over een voorstel als bedoeld in het tweede lid, stemmen leden in een bijeenkomst van de ledenvergadering.
1.
Er is een fondsbestuur.
2.
Het fondsbestuur ziet erop toe dat het surplusvermogen wordt aangewend overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens
artikel 2.
1.
Het fondsbestuur bestaat uit leden die zijn benoemd tot lid van het bestuur van de NOvAA of het bestuur van haar rechtsopvolger.
2.
Het lidmaatschap van het fondsbestuur eindigt op het moment waarop een lid niet langer behoort tot het bestuur van de NOvAA of het bestuur van haar rechtsopvolger.
Artikel 5
Het bestuur van de rechtsopvolger van de NOvAA verleent aan het fondsbestuur volmacht en machtiging voor de privaatrechtelijke rechthandelingen respectievelijk de feitelijke handelingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak als bedoeld in
artikel 3, tweede lid.
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking op de tweede dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot 30 juni 2012 met uitzondering van
artikel 5, dat in werking treedt op het tijdstip waarop de artikelen 58 en 70 van de Wet op het accountantsberoep in werking treden.
Artikel 7
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op het surplusvermogen.