1.
De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota.
2.
Iedere heffingsnota is gedagtekend en bevat:
a. naam en adres van de heffingsplichtige;
b. een specificatie of toelichting omtrent de wijze waarop de heffing is berekend;
c. het totaal van de heffing.
3.
In afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing.
Inhoudsopgave
+ § 1. Begripsbepalingen
+ § 2. Heffingsplicht
+ § 3. Grondslag en hoogte
- § 4. Oplegging en inning
+ § 5. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht