Wet van 26 november 2014 tot wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Verzamelwet SZW 2015)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enkele wijzigingen in de wetgeving op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van het Ministerie van Financiën en van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan de bedragen, genoemd in
artikel IX, onderdeel Ga, van deze wet eenmalig aanpassen na de datum van inwerkingtreding van dat artikelonderdeel.
2.
Dit artikel vervalt zes maanden na de inwerkingtreding van het artikelonderdeel, genoemd in het eerste lid.
1.
Op uitkeringen die zijn verleend of verstrekt aan een college van burgemeester en wethouders op grond van de
Wet participatiebudget voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel XXXVIB van deze wet blijven de Wet participatiebudget en de daarop berustende bepalingen zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding artikel XXXVIB van deze wet, van toepassing.
2.
Middelen die op grond van
artikel 2 of
artikel 4 van de Wet participatiebudget of daarop berustende bepalingen zijn gereserveerd voor besteding in 2015 met uitzondering van het bedrag dat door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beschikbaar is gesteld, kunnen door het college van burgemeester en wethouders in 2015 vrij worden besteed binnen de kaders van een integratie-uitkering op grond van de Financiële-verhoudingswet. Dit gereserveerde bedrag wordt niet teruggevorderd op de wijze, bedoeld in artikel 4, tweede en derde lid, van de Wet participatiebudget, zoals dat artikel luidde op de dag, bedoeld in het eerste lid.
Artikel XXXVII. Inwerkingtreding
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en kunnen terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Wassenaar, 26 november 2014
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Uitgegeven de zestiende december 2014
De Minister van Veiligheid en Justitie,