Wet van 15 december 2004 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten in verband met de invoering van beroep bij de rechtbank, alsmede van hoger beroep bij het gerechtshof, in belastingzaken (Wet belastingrechtspraak in twee feitelijke instanties)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in belastingzaken beroep bij de rechtbank, alsmede hoger beroep bij het gerechtshof, open te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet op de rechterlijke organisatie.]
Artikel II
[Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.]
Artikel III
[Wijzigt de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie.]
Artikel IV
[Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.]
Artikel VII
[Wijzigt de Kostenwet invordering rijksbelastingen.]
Artikel X
[Wijzigt de Wet op de dividendbelasting 1965.]
Artikel XI
[Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]
Artikel XII
[Wijzigt de Wet op het BTW-compensatiefonds.]
Artikel XIII
[Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]
Artikel XIV
[Wijzigt de Wet waardering onroerende zaken.]
Artikel XIX
[Wijzigt de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.]
1.
Op het beroep tegen een uitspraak op een bezwaarschrift die is gedagtekend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft het recht zoals dit gold voor dat tijdstip van toepassing.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing:
a.
op een verzoek om een voorlopige voorziening, en
3.
Op een beroep tegen het niet tijdig doen van een uitspraak op een bezwaarschrift, dat is ingesteld voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft het recht zoals dit gold voor dat tijdstip van toepassing.
4.
Op het beroep in cassatie tegen een uitspraak die is bekendgemaakt voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft het recht zoals dit gold voor dat tijdstip van toepassing.
Artikel XXV
Deze wet wordt aangehaald als: Wet belastingrechtspraak in twee feitelijke instanties.
Gegeven te ’s-Gravenhage, 15 december 2004
De Minister van Justitie ,
De Staatssecretaris van Financiën ,
Uitgegeven de drieëntwintigste december 2004
De Minister van Justitie ,