Wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede wijziging van die wet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Uitkeringswet gewezen militairen in het kader van de reductiemaatregelen voor militairen tijdelijk open te stellen voor de gewezen militair die in dat verband voortijdig de dienst met een recht op wachtgeld zou moeten verlaten en tevens aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1.
In dit artikel wordt verstaan onder:
a.
wet: de
Uitkeringswet gewezen militairen ;
c.
belanghebbende: de gewezen militair die:
2e.
voor zijn ontslag in beginsel was aangesteld om tot het bereiken van de voor hem geldende uitkeringsgerechtigde leeftijd bij de krijgsmacht werkzaam te zijn en
3e.
op het moment van het bereiken van die voor hem geldende uitkeringsgerechtigde leeftijd recht heeft op wachtgeld ingevolge de Militaire wachtgeldregeling 1961 ( Stb. 1986, 494).
2.
Het ontslag van een belanghebbende wordt, tenzij hij daartegen bezwaar maakt, te rekenen van het moment waarop hij de voor hem geldende uitkeringsgerechtigde leeftijd bereikt alsnog aangemerkt als een ontslag in de zin van
artikel 1, eerste lid, onder b, van de wet. Voor de verdere toepassing van de wet wordt een aldus aangemerkt ontslag geacht ook bij het bereiken van die leeftijd in te gaan.
3.
Voor de toepassing van
artikel 5, tweede lid, van de wet wordt het tijdvak, gerekend van de dag waarop het tot wachtgeld leidende ontslag is aangezegd of aangevraagd tot het moment van het bereiken van de uitkeringsgerechtigde leeftijd, gelijkgesteld met verlof, onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag.
4.
Het recht van de belanghebbende op wachtgeld vervalt met ingang van de dag waarop voor hem recht op een uitkering ingevolge de wet ontstaat.
Artikel 2
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1990.
Gegeven te 's-Gravenhage, 1 oktober 1992
De Minister van Defensie,
Uitgegeven de derde november 1992
De Minister van Justitie,