Wet van 6 juli 2000 tot gemeentelijke herindeling in een deel van de provincie Utrecht
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeentelijke indeling in een deel van de provincie Utrecht te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Met ingang van de datum van herindeling worden de onderstaande gemeenten opgeheven:
De Bilt
Harmelen
Maartensdijk
Utrecht
Vleuten-De Meern
Woerden
Artikel 2
nieuwe gemeente | bestaande uit de op te heffen gemeenten |
---|
Utrecht | Utrecht |
| Vleuten-De Meern |
| |
De Bilt | De Bilt |
| Maartensdijk |
| |
Woerden | Harmelen |
| Woerden |
1.
Met ingang van de datum van herindeling worden de onderstaande nieuwe gemeenten ingesteld:
Utrecht
De Bilt
Woerden
2.
In de onderstaande tabel is aangegeven uit het gebied van welke op te heffen gemeenten het gebied van elk der nieuwe gemeenten bestaat, met dien verstande dat de grenzen van de nieuwe gemeenten komen te lopen zoals aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.
Tabel 1. Gebiedsbepaling nieuwe gemeenten
Artikel 3
Voor de nieuwe gemeenten Utrecht, De Bilt en Woerden worden de op te heffen gemeenten met dezelfde naam aangewezen voor de toepassing van
artikel 36 van de Wet algemene regels herindeling , in verband met de instructies en reglementen, bedoeld in dat artikel.
Artikel 4
In de onderstaande tabel worden voor de op te heffen gemeenten de nieuwe gemeenten aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de
Wet algemene regels herindeling :
aangewezen nieuwe gemeente | op te heffen gemeente |
---|
Utrecht | Utrecht |
| Vleuten-De Meern |
| |
De Bilt | De Bilt |
| Maartensdijk |
| |
Woerden | Harmelen |
| Woerden |
b.
artikel 41, derde lid , in verband met de deelneming aan gemeenschappelijke regelingen;
c.
de
artikelen 44, eerste lid , en
45, tweede lid, in verband met de overgang van rechten en verplichtingen;
e.
artikel 59, eerste lid , in verband met de overgang van ambtenaren;
f.
artikel 70, eerste lid , in verband met de overgang van archiefbescheiden;
g.
artikel 71, derde lid , in verband met de overgang van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.
Tabel 2. Aanwijzing nieuwe gemeenten
1.
Voor de nieuwe gemeenten worden tussentijdse raadsverkiezingen gehouden als bedoeld in
artikel 52, van de Wet algemene regels herindeling .
2.
Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezingen worden de op te heffen gemeenten met dezelfde naam belast.
3.
Indien de datum van herindeling valt binnen twee jaar voor de datum waarop reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraden ingevolge de
Kieswet moeten worden gehouden, vinden deze verkiezingen niet plaats in de gemeenten die bij deze wet zijn ingesteld.
4.
De zittingsperiode van de leden van de raden van de nieuwe gemeenten eindigt in het in het derde lid bedoelde geval gelijk met de zittingsperiode van de leden van de raden van de overige gemeenten die volgt op de eerste verkiezingen voor de gemeenteraden na de datum van herindeling.
Artikel 6
[Wijzigt de Wet op de rechterlijke indeling.]
Artikel 8
Gedeputeerde staten van Utrecht kunnen bij de vaststelling van de grensbeschrijving, bedoeld in
artikel 10, tweede lid, van de Wet algemene regels herindeling , kennelijke onjuistheden verbeteren in de grenzen zoals die zijn aangegeven op de bij deze wet behorende kaart. Zij stellen Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld in kennis van de aangebrachte verbeteringen.
Artikel 9
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Gegeven te 's-Gravenhage, 6 juli 2000
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Uitgegeven de twintigste juli 2000
De Minister van Justitie,