Wet van 15 september 2005 tot gemeentelijke herindeling in een deel van de Utrechtse Heuvelrug
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeentelijke indeling in een deel van de Utrechtse Heuvelrug te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Met ingang van de datum van herindeling worden de onderstaande gemeenten opgeheven:
Amerongen
Doorn
Driebergen-Rijsenburg
Leersum
Maarn
1.
Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Utrechtse Heuvelrug ingesteld.
2.
De nieuwe gemeente Utrechtse Heuvelrug bestaat uit het grondgebied van de op te heffen gemeenten Amerongen, Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Leersum en Maarn, met dien verstande dat de grens van de nieuwe gemeente komt te lopen zoals aangegeven op de bij deze wet behorende
kaart .
Artikel 3
De grenzen van de gemeente Rhenen worden gewijzigd, zoals aangegeven op de bij deze wet behorende
kaart .
Artikel 5
Voor de op te heffen gemeenten Amerongen, Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Leersum en Maarn wordt de nieuwe gemeente Utrechtse Heuvelrug aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de
Wet algemene regels herindeling :
d.
artikel 48, tweede lid , in verband met de uitkeringen, bedoeld in
dat artikel ;
f.
artikel 70, eerste lid , in verband met de overgang van archiefbescheiden;
g.
artikel 71, derde lid , in verband met de overgang van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.
2.
Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing wordt de op te heffen gemeente Driebergen-Rijsenburg belast.
3.
Indien de datum van herindeling valt binnen twee jaar voor de datum waarop de reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraden ingevolge de
Kieswet moeten worden gehouden, vinden deze verkiezingen niet plaats in de gemeente die bij deze wet is ingesteld.
4.
De zittingsperiode van de leden van de raad van de nieuwe gemeente eindigt in de in het derde lid bedoelde situatie gelijk met de zittingsperiode van de leden van de raden van de overige gemeenten die volgt op de eerste verkiezingen voor de gemeenteraden na de datum van herindeling.
Artikel 7
[Wijzigt de Wet op de rechterlijke indeling.]
Artikel 9
Gedeputeerde staten van Utrecht kunnen bij de vaststelling van de grensbeschrijving, bedoeld in
artikel 2, tweede lid, van de Wet algemene regels herindeling, kennelijke onjuistheden verbeteren in de grenzen zoals die zijn aangegeven op de bij deze wet behorende
kaart . Zij stellen Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld in kennis van de aangebrachte correcties.
Artikel 10
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Gegeven te ’s-Gravenhage, 15 september 2005
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ,
Uitgegeven de twintigste september 2005
De Minister van Justitie ,