Wet van 14 september 2006 tot gemeentelijke herindeling van een aantal gemeenten in het westelijk deel van Midden-Limburg
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten Haelen, Heythuysen, Hunsel en Roggel en Neer en de gemeenten Heel, Maasbracht en Thorn samen te voegen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Haelen, Heel, Heythuysen, Hunsel, Maasbracht, Roggel en Neer, en Thorn opgeheven.
1.
Met ingang van de datum van herindeling worden de nieuwe gemeenten Leudal en Maasgouw ingesteld.
2.
De nieuwe gemeente Leudal bestaat uit het grondgebied van de op te heffen gemeenten Haelen, Heythuysen, Hunsel en Roggel en Neer, zoals aangegeven op de bij deze wet behorende
kaart . De nieuwe gemeente Maasgouw bestaat uit het grondgebied van de op te heffen gemeenten Heel, Maasbracht en Thorn, zoals aangegeven op de bij deze wet behorende
kaart .
Artikel 4
Voor de op te heffen gemeenten Haelen, Heythuysen, Hunsel en Roggel en Neer en de op te heffen gemeenten Heel, Maasbracht en Thorn worden de nieuwe gemeenten Leudal, respectievelijk Maasgouw aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de
Wet algemene regels herindeling :
c.
artikel 45, tweede lid , in verband met de overgang van de rechten en verplichtingen in verband met de voorziening van drinkwater, elektriciteit en gas.
2.
Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing voor de nieuwe gemeenten Leudal en Maasgouw worden de op te heffen gemeenten Heythuysen, respectievelijk Maasbracht belast.
3.
Indien de datum van herindeling valt binnen twee jaar voor de datum waarop de reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraden ingevolge de
Kieswet moeten worden gehouden, vinden deze verkiezingen niet plaats in de gemeenten die bij deze wet zijn ingesteld.
4.
De zittingsperiode van de leden van de raden van de nieuwe gemeenten eindigt in de in het derde lid bedoelde situatie gelijk met de zittingsperiode van de leden van de raden van de overige gemeenten die volgt op de eerste verkiezingen voor de gemeenteraden na de datum van herindeling.
Artikel 6
[Wijzigt de Wet op de rechterlijke indeling.]
Artikel 8
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Gegeven te ’s-Gravenhage, 14 september 2006
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ,
Uitgegeven de eenentwintigste september 2006
De Minister van Justitie ,