Wet van 22 april 2004 tot wijziging van de Telecommunicatiewet en enkele andere wetten in verband met de implementatie van een nieuw Europees geharmoniseerd regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten en de nieuwe dienstenrichtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Telecommunicatiewet en andere wetten te wijzigen in verband met de implementatie van Richtlijn nr. 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en de interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (PbEG L 108), Richtlijn nr. 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L 108), Richtlijn nr. 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L 108), Richtlijn nr. 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L 108), Richtlijn nr. 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (PbEG L 201), alsmede Richtlijn nr. 2002/77/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 16 september 2002 betreffende de mededinging op de markten voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L 249);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel II
[Wijzigt de Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland N.V.]
Artikel V
[Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]
Artikel VI
[Wijzigt de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.]
Artikel VII
[Wijzigt de Wet op de economische delicten.]
Artikel IX
[Wijzigt de Wet op de naburige rechten.]
Artikel X
[Wijzigt de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit.]
Artikel XI
Onverminderd het bepaalde in
artikel 1:8, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht , blijven verplichtingen op grond van deze wet of op grond van de
Telecommunicatiewet zoals deze luidt na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, die ertoe strekken om ontwerpen van besluiten aan de Staten-Generaal voor te leggen buiten toepassing voor zover deze besluiten zijn vastgesteld voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
Artikel XII
[Wijzigt de Intrekkingswet van de Radio-Omroep-Zender-Wet 1935 en enige daarmee verband houdende wettelijke voorzieningen.]
Artikel XVIII
[Wijzigt de Mededingingswet, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie.]
Artikel XIX
Na de inwerkingtreding van deze wet berust:
Artikel XX
De tekst van de
Telecommunicatiewet wordt in het Staatsblad geplaatst.
1.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
2.
In het koninklijk besluit kan worden bepaald dat daarbij aan te geven artikelen of onderdelen daarvan op een later, bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking treden.
Artikel XXII
Deze wet wordt aangehaald als: Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002.
Gegeven te 's-Gravenhage, 22 april 2004
Uitgegeven de dertiende mei 2004