Let op. U leest nu de tekst zoals die zal gelden vanaf 1 januari 2047.

U kunt hier de huidige tekst lezen

Artikel 3.104 Wet inkomstenbelasting 2001

Uitgebreide informatie
Artikel 3.104. Vrijstellingen publiekrechtelijke uitkeringen
Tot de aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen behoren niet:
a. uitkeringen en verstrekkingen op grond van de Wet langdurige zorg ;
b. uitkeringen op grond van de Algemene Kinderbijslagwet en het kindgebonden budget op grond van de Wet op het kindgebonden budget ;
d. uitkeringen in de vorm van een gift of een voorwaardelijke gift ingevolge de Wet studiefinanciering 2000 ;
f. uitkeringen en verstrekkingen op grond van de Participatiewet die zijn bedoeld ter dekking van bepaalde noodzakelijke kosten, waaronder begrepen uitkeringen als bedoeld in artikel 36 van die wet;
g. kinderopvangtoeslag op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen ;
h. op het inkomen van de belastingplichtige afgestemde uitkeringen die bij ministeriële regeling worden aangewezen, voorzover zij volgens die regeling zijn bedoeld ter dekking van:
1°. bepaalde noodzakelijke kosten van huur van een woning of een woonwagen;
2°. bepaalde noodzakelijke kosten in verband met de verkrijging of het behoud van een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111, waarbij voor de toepassing van de regeling inzake de aftrek van de op de voordelen uit die woning drukkende kosten als bedoeld in artikel 3.110 deze uitkering geacht wordt wel te zijn aangewezen;
3°. bepaalde noodzakelijke kosten in verband met opleiding of studie;
4°. bepaalde noodzakelijke kosten die naar aard en strekking overeenkomen met kosten als bedoeld in onderdeel f;
5°. bepaalde noodzakelijke kosten van huishoudelijke hulp;
i. bij ministeriële regeling aan te wijzen uitkeringen die zijn bedoeld ter dekking van onderhoudskosten van thuiswonende gehandicapte kinderen;
k. de zorgtoeslag op grond van de Wet op de zorgtoeslag ;
l. uitkeringen en verstrekkingen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ;
m. bij ministeriële regeling aan te wijzen uitkeringen die naar aard en strekking overeenkomen met uitkeringen als bedoeld in de onderdelen a tot en met l;
o. de vaste vergoedingen voor behandeling of verpleging, bedoeld in de algemene maatregel van bestuur gebaseerd op artikel 11a van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, onderscheidenlijk artikel 15 van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet en artikel 3 van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, alsmede bij ministeriële regeling aan te wijzen voorzieningen voor militaire oorlogs- of dienstslachtoffers die verband houden met invaliditeit;
q. uitkeringen op grond van buitenlandse regelingen die naar aard en strekking overeenkomen met uitkeringen als bedoeld in de onderdelen a tot en met p.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Raamwerk
- Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning
+ Hoofdstuk 4. Heffingsgrondslag bij aanmerkelijk belang
+ Hoofdstuk 5. Heffingsgrondslag bij sparen en beleggen
+ Hoofdstuk 6. Persoonsgebonden aftrek
+ Hoofdstuk 7. Belastingheffing van buitenlandse belastingplichtigen
+ Hoofdstuk 8. Heffingskorting
+ Hoofdstuk 9. Wijze van heffing
+ Hoofdstuk 10. Aanvullende regelingen
+ Hoofdstuk 10bis
+ Hoofdstuk 10A. Overig overgangsrecht ten gevolge van wijzigingswetten
+ Hoofdstuk 10b. Horizonbepaling
+ Hoofdstuk 11. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht