Wet van 21 november 1990, houdende machtiging tot deelneming van de Staat aan het geïntegreerd EEG-mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de Lid-Staten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor Nederland wenselijk is deel te nemen aan het geïntegreerd mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de Lid-Staten, ingesteld bij Verordening van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1988 ( Pb. EG Nr. L 178);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1.
Onze Minister van Financiën wordt gemachtigd namens de Staat der Nederlanden tot een bedrag van € 905 miljoen deel te nemen aan het geïntegreerd mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de Lid-Staten, dat bij
Verordening nr. 1969/88 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1988 is ingesteld.
2.
Wijziging van het maximum-bedrag tot hetwelk Onze Minister van Financiën gemachtigd is aan het mechanisme deel te nemen, wordt door Ons bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld.
Artikel 2
De wet van 24 oktober 1973, houdende machtiging tot deelneming van de Staat in het EEG-mechanisme voor financiële bijstand op middellange termijn, zoals gewijzigd bij de wet van 1 september 1982 ( Stb. 552), wordt ingetrokken.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 24 juni 1988.
Gegeven te 's-Gravenhage, 21 november 1990
De Minister van Financiën,
Uitgegeven de elfde december 1990
De Minister van Justitie,