Wet van 20 december 2007 tot wijziging van de Loodsenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van markttoezicht op het aanbod van dienstverlening door registerloodsen en een herziening van de loodsgeldtariefstructuur (Wet markttoezicht registerloodsen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de invoering van markttoezicht op het aanbod van dienstverlening door registerloodsen en een herziening van de loodsgeldtariefstructuur noodzakelijk is de Loodsenwet en enige andere wetten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel III
[Wijzigt de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie.]
1.
Indien de algemene raad voor de eerste maal een voorstel als bedoeld in
artikel 27c, derde lid, van de Loodsenwet doet, is de raming, bedoeld in artikel 27c, zesde lid, onder c, van de Loodsenwet, gebaseerd op de voor het jaar 2003 geldende hoogte, vermeerderd met de indexering, vastgesteld krachtens
artikel 27d, tweede lid, van de Loodsenwet.
2.
De voor het jaar 2003 geldende hoogte wordt vastgesteld bij regeling van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat. De algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie doet Onze Minister een voorstel voor deze regeling. Alvorens op dit voorstel te beslissen hoort Onze Minister de Autoriteit Consument en Markt.
Artikel X
De op het tijdstip van inwerkingtreding van de
artikelen I, onderdelen B, D en E, en
II van deze wet geldende loodsgeldtarieven en loodsvergoedingen, vastgesteld krachtens de
artikelen 14a,
15 en
15a van de Scheepvaartverkeerswet, en de vergoedingen vastgesteld krachtens de
artikelen 13, derde lid, en
21, tweede lid, van de Loodsenwet, zoals deze artikelen luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van de
artikelen I, onderdelen B, D en F, van deze wet, blijven van kracht tot het tijdstip waarop het besluit waarbij het desbetreffende tarief voor eerste maal met toepassing van de
artikelen 27c tot en met 27g van de Loodsenwet is vastgesteld.
a.
voor dat tijdstip ingediende aanvragen om enig besluit op grond van deze hoofdstukken en artikelen;
b.
de mogelijkheid om bezwaar te maken of beroep in te stellen tegen enig besluit op grond van deze hoofdstukken of artikelen dat op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet nog niet onherroepelijk is;
c.
de behandeling van het bezwaar of het beroep gericht tegen enig besluit op grond van deze hoofdstukken of artikelen dat voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is gemaakt, onderscheidenlijk ingesteld;
d.
de behandeling van het bezwaar of het beroep dat op of na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is gemaakt, onderscheidenlijk ingesteld en dat is gericht tegen enig besluit op grond van deze hoofdstukken of artikelen waartegen voor dat tijdstip eveneens bezwaar is gemaakt, onderscheidenlijk beroep is ingesteld.
Artikel XIII
Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens telkens na vijf jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Artikel XIV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel XV
Deze wet wordt aangehaald als: Wet markttoezicht registerloodsen.
Gegeven te 's-Gravenhage, 20 december 2007
De Minister van Verkeer en Waterstaat ,
Uitgegeven de zevenentwintigste december 2007
De Minister van Justitie ,