De werknemer heeft jegens de werkgever recht op een vakantiebijslag ten minste tot een bedrag van 8% van zijn ten laste van de werkgever komende loon, alsmede van de uitkeringen waarop hij tijdens de dienstbetrekking krachtens de Ziektewet , hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet aanspraak heeft, met dien verstande, dat het bedrag waarmede de som van dit loon en deze uitkeringen het drievoud van het minimumloon overschrijdt buiten beschouwing blijft.
De in het eerste lid bedoelde som wordt geacht het drievoud van het minimumloon te overschrijden indien deze over de uitbetalingstermijn, liggende in het tijdvak waarover het recht op vakantiebijslag bestaat, gemiddeld meer bedraagt dan het drievoud van het in artikel 8 genoemde bedrag van het minimumloon.
Beloningen die de werknemer voor arbeid, door hem in de dienstbetrekking verricht, van derden ontvangt, worden, voor zover zij deel uitmaken van de arbeidsvoorwaarden, voor de toepassing van de voorgaande leden geacht ten laste van de werkgever komend loon te zijn.
Gelijktijdig met de toepassing van artikel 14, dertiende lid, gaat Onze Minister na of de ontwikkeling van het niveau van de in collectieve arbeidsovereenkomsten overeengekomen vakantiebijslag een verhoging van de minimumvakantiebijslag wenselijk maakt. Bij algemene maatregel van bestuur kan vervolgens het percentage, genoemd in het eerste lid, en dienovereenkomstig het percentage, genoemd in artikel 16, tweede en derde lid, worden verhoogd; daarbij kan tevens een minimum-bedrag worden vastgesteld voor het recht van de werknemer jegens zijn werkgever ingevolge het eerste lid.
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.