Wet van 21 mei 2007 tot wijziging van de Waterschapswet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in verband met de modernisering en vereenvoudiging van de bestuurlijke structuur en de financieringsstructuur van waterschappen (Wet modernisering waterschapsbestel)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bestuurlijke structuur en de financieringsstructuur van waterschappen te vereenvoudigen en daartoe de Waterschapswet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel II
[Wijzigt de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.]
Artikel IVa
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat zendt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet, voor zover het betreft de verkiezingen van het waterschapsbestuur in de praktijk.
1.
De bij de inwerkingtreding van deze wet zitting hebbende leden van het algemeen bestuur treden af op donderdag 8 januari 2009.
2.
De toelating van plaatsvervangers in plaatsen welke openvallen in het algemeen bestuur vóór de in het eerste lid genoemde datum, geschiedt op de wijze als vóór de inwerkingtreding van deze wet was bepaald.
3.
De zittingsduur van de leden van het algemeen bestuur wier zittingstermijn zou aflopen na inwerkingtreding van deze wet, doch vóór 8 januari 2009, wordt verlengd tot 8 januari 2009.
Artikel VI
De reglementen voor de waterschappen worden in overeenstemming gebracht met het bij of krachtens deze wet bepaalde vóór 1 april 2008.
Artikel VII
Ten aanzien van de leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur die hun functie bekleden op de datum van inwerkingtreding van deze wet, zijn tot hun aftreden
artikel I, onderdelen F en O, niet van toepassing.
2.
Het algemeen bestuur van een waterschap kan besluiten de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste een jaar te verlengen.
Artikel IX
Afdelingen die zijn ingesteld op grond van
artikel 52 van de Waterschapswet zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van
artikel I van deze wet, en waaraan voor deze datum bevoegdheden zijn overgedragen, kunnen deze bevoegdheden tot uiterlijk 8 januari 2009 blijven uitoefenen, of bij eerdere opheffing van de afdeling, tot de datum van opheffing.
3.
Tot en met de jaarrekening over het jaar 2008 blijven de
artikelen 105,
106 en
107 van de Waterschapswet, zoals die luidden onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van
artikel I van deze wet, van toepassing op de vaststelling van de jaarrekening.
Artikel XIII
Ten aanzien van de behandeling van bezwaar of beroep dat voor de datum van inwerkingtreding van deze wet is gemaakt onderscheidenlijk is ingesteld, blijft het recht zoals het gold vóór dat tijdstip van toepassing.
Artikel XIV
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel XV
Deze wet wordt aangehaald als: Wet modernisering waterschapsbestel.
Gegeven te ’s-Gravenhage, 21 mei 2007
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
De Staatssecretaris van Financiën
Uitgegeven de veertiende juni 2007