1.
In afwijking van
artikel 71a, is op het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ten aanzien van de verzekerde die op grond van
artikel 29, tweede lid, onderdeel a, b, c of d, van de Ziektewet recht heeft op ziekengeld,
artikel 71a, tweede tot en met het tiende lid niet van toepassing en is
artikel 71a, eerste lid, van overeenkomstige toepassing. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt, binnen een door Onze Minister nader te bepalen termijn, in overleg met die verzekerde, een plan van aanpak op. Het plan van aanpak wordt periodiek geëvalueerd.
3.
In afwijking van het eerste lid is
artikel 71a, eerste, tweede, derde, vijfde, zesde, zevende en achtste lid, van overeenkomstige toepassing op de eigenrisicodrager, bedoeld in
artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet ten aanzien van de personen, bedoeld in
artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden. Indien bij de behandeling van de aanvraag, bedoeld in
artikel 34, derde lid, en de beoordeling, bedoeld in
artikel 34a, blijkt dat de eigenrisicodrager, bedoeld in de eerste zin, zonder deugdelijke grond de uit die zin voortvloeiende verplichtingen dan wel de krachtens het zevende lid gestelde regels niet of niet volledig nakomt of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht stelt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een tijdvak vast, gedurende welke de persoon, bedoeld in de eerste zin, recht op ziekengeld heeft op grond van
artikel 29 van de Ziektewet. Dit tijdvak is ten hoogste 52 weken en wordt afgestemd op de aard en de ernst van het verzuim, alsmede op de periode die nodig wordt geacht om alsnog voldoende reïntegratie-inspanningen te leveren.