Wet van 1 november 1948, tot het vaststellen van nieuwe bepalingen betreffende de heffing van Kanselarijrechten
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, de bepalingen betreffende de heffing van kanselarijrechten opnieuw vast te stellen.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
A.
Deze wet verstaat onder:
1.
de ambtenaren: de hoofden van diplomatieke zendingen en consulaire posten of hun plaatsvervangers, alsmede die andere personen, welke door Onze Minister van Buitenlandse Zaken tot het heffen van kanselarijrecht zijn of worden aangewezen;
2.
ambtsgebied: het district of - geen district vastgesteld zijnde - het ressort of sub-ressort van de ambtenaar;
3.
land: het gebied van een vreemde Mogendheid of van derzelver kolonie, protectoraat of ander gewest of mandaatgebied, dan wel een deel van zodanig gebied;
4.
heffen: het berekenen en ten laste stellen, onverschillig of de betaling vooruit, gelijktijdig of later geschiedt;
5.
handeling: de dienst, welke de ambtenaar ten behoeve van een persoon verricht;
6.
persoon: een natuurlijk persoon, of een rechtspersoon, hetzij naar het recht van Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, hetzij naar buitenlands recht;
7.
belanghebbende: de persoon, te wiens behoeve de ambtenaar de handeling verricht;
8.
gezin: een echtpaar zonder kinderen, of een echtpaar met een of meer minderjarige kinderen, uit deszelfs huwelijk of uit een vorig huwelijk van een der echtgenoten geboren, of een vader met een of meer zijner minderjarige kinderen of stiefkinderen, of een moeder met een of meer harer minderjarige kinderen of stiefkinderen, of twee of meer minderjarige kinderen of stiefkinderen van dezelfde vader of de zelfde moeder buiten aanwezigheid hunner ouders of stiefouders;
9.
Nederlands onderdaan: een Nederlands onderdaan, al dan niet Nederlander, of een persoon, staande onder Onze bescherming;
10.
Nederlands, behorende tot het staatsverband van het Koninkrijk;
11.
schip: tenzij het tegendeel blijkt, een vaartuig, hoe ook genaamd, dat gerechtigd is, de Nederlandse vlag te voeren;
12.
zeeman: de kapitein en alle andere personen, vermeld in de monsterrol van een schip, waarop zij in dienstbetrekking zijn, alsmede de schipper en verdere bemanning van Nederlandse binnenvaartuigen, en Nederlandse onderdanen, die op een buitenlands schip in dienstbetrekking zijn, of die de ambtenaar aannemelijk maken, dat zij van de zee- of binnenvaart of van de visserij hun beroep maken;
13.
proces verbaal: een verslag, dat de ambtenaar opmaakt, dateert, ondertekent en in zijn archief bewaart, doch waarvan hij afschrift geven kan;
14.
blad: een dubbel vel papier;
15.
bladzijde: 500 lettergrepen of 100 ideogrammen.
B.
Waar deze wet voor de berekening van kanselarijrecht de maatstaf aanlegt van
500 Bruto Register Ton
€ 45,38
een uur of een half uur
een maand
een jaar of een halfjaar
een bladzijde
bladen,
verstaat zij hieronder mede een aantal Bruto Register Ton, een bedrag, een tijdsverloop, een aantal lettergrepen of ideogrammen of een aantal bladen, dat beneden deze maatstaf blijft of na toepassing daarvan alsnog overschiet.
A.
De ambtenaren, bedoeld in
art. 1, heffen van alle personen, te wier behoeve zij een handeling verrichten, in deze wet genoemd, het kanselarijrecht, daarvoor bij deze wet bepaald.
B.
Zij laten de heffing van dat recht na, wanneer deze wet zulks voorschrijft, en kunnen de heffing nalaten, wanneer deze wet zulks veroorlooft.
C.
Zij heffen geen kanselarijrecht met betrekking tot handelingen, waarvoor door of ingevolge deze wet geen recht bepaald wordt.
D.
Is de ambtenaar belast met de algemene behartiging der belangen van een ander land, zo is deze wet toepasselijk op de handelingen, uit die behartiging voortvloeiende, en zullen, onverminderd de verhoging, bedoeld bij
artikel 8, de woorden Nederlands en Nederlands onderdaan, voorkomende in deze wet, geacht worden, ter zake van die handelingen te zijn vervangen door overeenkomstige woorden betreffende dat land.
E.
Is de ambtenaar echter belast met het beheer van een bestaande diplomatieke zending, consulaire post of ander bestaand kantoor van een ander land, zo past hij op de handelingen, uit dat beheer voortvloeiende, de voorschriften toe, welke dat land met betrekking tot kanselarijrechten mocht geven of gegeven hebben, en zal Onze Minister van Buitenlandse Zaken bepalen, welke de bestemming zal zijn van de gelden, die de ambtenaar uit dezen hoofde heft.
F.
Onze Minister van Buitenlandse Zaken is bevoegd, overeenkomstig de bepalingen dezer wet voor handelingen, in deze wet genoemd, die te zijnen departemente verricht worden, het recht te heffen, daarvoor bij deze wet bepaald, tenzij er voor die handelingen, indien te zijnen departemente verricht, een ander recht is of zal worden vastgesteld, onder welke benaming ook.
G.
Wij behouden Ons de bevoegdheid voor, een kanselarijrecht in te stellen voor een handeling, niet in deze wet genoemd. Daarop zijn de bepalingen dezer wet van toepassing.
H.
Wij behouden Ons de bevoegdheid voor, bij gebleken noodzaak het bedrag van een kanselarijrecht, bij deze wet bepaald, te verlagen.
A.
Wij behouden Ons de bevoegdheid voor, te bepalen, dat de ambtenaren ten laste van belanghebbenden tot een bepaald land behorende, voor één of meer handelingen, in stede van het kanselarijrecht, daarvoor bij deze wet bepaald, een kanselarijrecht heffen, gelijk aan dat, hetwelk de ambtenaren van dat land voor die handelingen aan Nederlandse onderdanen in rekening brengen.
B.
Wij behouden Ons de bevoegdheid voor, met vreemde Mogendheden overeenkomsten aan te gaan, waardoor bepaalde kanselarijrechten, bij deze wet bepaald, ten behoeve van belanghebbenden, tot het staatsverband dier Mogendheden behorende, worden opgeheven of gewijzigd.
Artikel 4
De ambtenaar heft geen kanselarijrecht voor handelingen:
A.
ten behoeve van burgerlijke of militaire instanties van het Koninkrijk der Nederlanden of deszelfs staatsrechtelijke of administratieve onderdelen;
B.
ten behoeve van buitenlandse autoriteiten, wanneer hij meent, van de heffing van kanselarijrecht te moeten afzien;
C.
ten behoeve van leden van het personeel binnen en buiten ’s lands, ressorterende onder Onze Minister van Buitenlandse Zaken, al dan niet verbonden aan een diplomatieke zending of consulaire post, doch alleen, wanneer de handelingen verricht worden ten behoeve van de vervulling der ambtelijke taak van die leden van het personeel;
D.
ten behoeve van natuurlijke personen, die hem hun onvermogen aannemelijk maken;
E.
in verband met de dienstplicht dan wel met vrijwillige dienstneming bij enig onderdeel der strijdkrachten van het Koninkrijk;
F.
ten behoeve van hulp-acties of instellingen van weldadigheid, wanneer de ambtenaar meent, van de heffing van kanselarijrecht te moeten afzien.
A.
Bij uitzondering kan de ambtenaar het bedrag van het kanselarijrecht, met inbegrip van de opslag, waarmede dit in voorkomende gevallen ingevolge een of meer der
artikelen 6,
7,
8 en 10 verhoogd is, verminderen met de helft, indien belanghebbende weliswaar niet zijn onvermogen aannemelijk maakt, maar het voor deze naar het oordeel van de ambtenaar nochtans te bezwarend zou zijn, het recht onverminderd te voldoen.
B.
Dit artikel is niet van toepassing op het kanselarijrecht, voorzien bij
artikel 17.
Artikel 6
Wanneer de ambtenaar ten verzoeke van een persoon of in diens welbegrepen belang een handeling verricht:
A.
tussen de uren, voor elke diplomatieke zending of consulaire post door Onze Minister van Buitenlandse Zaken te bepalen;
C.
op feest- en rouwdagen, voor elke diplomatieke zending of consulaire post door Onze Minister van Buitenlandse Zaken aan te wijzen,
verhoogt hij het kanselarijrecht met 50 %, met dien verstande dat dit artikel niet van toepassing is op
I.
Mekkagangers, die Nederlands onderdaan zijn;
II.
handelingen, die vóór het begin der sub A. bedoelde uren zijn aangevangen en niet langer dan een half uur na dit begin voortduren;
III.
de tariefposten, waarbij deze wet vermeldt, dat zij voor verhoging ingevolge dit artikel niet vatbaar zijn,
doch voorts met dien verstande, dat die verhoging toepasselijk is op de maxima en minima, bij deze wet bepaald.
A.
Wanneer de ambtenaar ten verzoeke van een persoon of in diens welbegrepen belang een handeling verricht buiten zijn kanselarij, verhoogt hij het kanselarijrecht met 50 %, met dien verstande, dat de verhoging niet toepasselijk is op posten, waarbij deze wet vermeldt, dat zij voor verhoging ingevolge dit artikel niet vatbaar zijn.
B.
De verhoging, bedoeld sub A, is toepasselijk op de maxima en minima, bij deze wet bepaald.
C.
Bij de berekening van kanselarijrecht per uur of half uur voor een handeling, buiten de kanselarij verricht, komt alleen de duur der handeling zelf in aanmerking, met dien verstande, dat de gehele duur der afwezigheid in aanmerking komt, wanneer de tocht heen en terug op de kortst mogelijke route en zonder onnodig oponthoud langer dan een uur duurt.
Artikel 8
Heeft de ambtenaar niet de overtuiging, dat belanghebbende Nederlands onderdaan is, zo verhoogt hij het kanselarijrecht met 50 %, met dien verstande, dat deze bepaling niet van toepassing is op de rechten, voorzien bij de
artikelen 3 en
17, noch op de posten, waarbij deze wet vermeldt, dat zij voor verhoging ingevolge dit artikel niet vatbaar zijn.
Artikel 10
Met ingang van een jaar na het in werking treden dezer wet verdubbelt de ambtenaar voor een handeling ten behoeve van een Nederlands onderdaan, buiten het Koninkrijk verblijvende, zolang deze zich niet na verloop van dertien weken, te rekenen van zijn aankomst in het ambtsgebied, of van een jaar na het in werking treden dezer wet, persoonlijk of schriftelijk voor inschrijving bij de ambtenaar heeft aangemeld, het kanselarijrecht, dat belanghebbende verschuldigd mocht zijn, in voorkomende gevallen na verhoging ingevolge de
artikelen 6 en
7.
A.
Onze Minister van Buitenlandse Zaken is bevoegd, coëfficiënten vast te stellen of opnieuw vast te stellen, waarmede de ambtenaren in landen, door hem aan te duiden, hetzij alle kanselarijrechten vermenigvuldigen, hetzij die, welke Onze Minister hiervoor in aanmerking brengen zal.
B.
De coëfficiënten zijn niet toepasselijk op kanselarijrechten, geheven ingevolge de
artikelen 3 en
17, noch, wanneer zij verhoging betekenen, op tariefposten, waarbij deze wet zulks vermeldt.
C.
Het coëfficiënt geldt mede voor de maxima en minima, bij deze wet bepaald.
D.
De
artikelen 5,
6,
7,
8 en 10 hebben betrekking op kanselarijrechten, waarop het coëfficiënt is toegepast.
A.
De kanselarijrechten worden verevend in de munt van de plaats, waar zij worden betaald. Indien de omstandigheden in een bepaald land hem daartoe aanleiding geven, is Onze Minister van Buitenlandse Zaken bevoegd te bepalen dat in dat land de kanselarijrechten worden verevend in een andere dan de hiervoor bedoelde munt.
B.
De herleiding in buitenlandse munt van kanselarijrechten, die niet in euro worden betaald, geschiedt naar de koers, door Ons met de betrokken vreemde mogendheid overeengekomen, of, indien zulks niet geschied is, naar de koers van de dag, waarop de heffing plaats vindt.
C.
Ter verantwoording van kanselarijrechten, in buitenlandse munt geheven ingevolge de
artikelen 3 en
17 of als een percentage van een bedrag, geschiedt de herleiding in euro naar de koers, bedoeld sub B.
D.
Onze Minister van Buitenlandse Zaken is bevoegd, regelen te stellen voor afronding der koersen, sub B. en C. bedoeld.
E.
Bij gebreke ener algemeen erkende notering, waaruit de koers van de dag zou kunnen blijken, bepaalt Onze Minister van Buitenlandse Zaken de koers voor het herleiden van kanselarijrechten telkens wanneer hij aanleiding daartoe aanwezig acht.
A.
De honoraire consulaire ambtenaren heffen de kanselarijrechten te eigen bate tot een bedrag van € 2 722,68 per kalenderjaar behoudens bevoegdheid van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, om voor een bepaalde standplaats dit bedrag hoger of lager te stellen. Hetgeen de honoraire consulaire ambtenaren gedurende het kalenderjaar boven het hun toekomende bedrag geheven hebben, verantwoorden zij aan ’s Rijks schatkist.
B.
De overige ambtenaren verantwoorden alle kanselarijrechten, door hen geheven, aan ’s Rijks schatkist.
C.
Het coëfficiënt, voorzien bij
artikel 11, is toepasselijk op het bedrag, bedoeld in lid A.
D.
Onze Minister van Buitenlandse Zaken is bevoegd, regelen vast te stellen, naar welke op een standplaats, waar zowel een beroepsambtenaar als een honorair consulair ambtenaar gevestigd is, de kanselarijrechten geheel of ten dele ten bate van laatstgenoemde komen.
E.
Onze Minister van Buitenlandse Zaken is bevoegd, te bepalen, dat zekere handelingen, in deze wet genoemd, alleen door beroepsambtenaren kunnen worden verricht, en desgewenst regelen te stellen, volgens welke niettemin het kanselarijrecht, aan die handelingen verbonden, geheel of gedeeltelijk ten bate komt van de honoraire consulaire ambtenaar, binnen wiens ambtsgebied de handeling is aangevraagd, of belanghebbende woont of zich bevindt.
A.
De ambtenaar kan aan belanghebbende, zo mogelijk na ruggespraak met hem, de noodzakelijke onkosten in rekening stellen, welke hij voor het verrichten van een handeling maakt, ook indien hij de handeling niet voltooit of om andere reden geen kanselarijrecht heft.
B.
De ambtenaar kan aan belanghebbende de schade, niet door verzekering gedekt, in rekening stellen, welke hij door het verrichten van een handeling mocht lijden, ook indien hij de handeling niet voltooit of om andere reden geen kanselarijrecht heft.
A.
De ambtenaar kan vooruitbetaling van kanselarijrecht vorderen en voorschot verlangen voor de onkosten, bedoeld bij
artikel 14.
B.
Op stukken, die hij tegen betaling van kanselarijrecht afgeeft, aftekent of afstempelt, vermeldt hij het bedrag in euro en buitenlandse munt van de kanselarijrechten, daarvoor door hem geheven, alsmede de artikelen of tariefposten dezer wet, waarnaar hij ze berekend heeft, de omrekeningskoers en de nummers, waaronder de handelingen in zijn register voorkomen.
C.
Hij verstrekt belanghebbende op diens verzoek een gedetailleerde kwijting, door hem ondertekend, hetzij voor het geheven kanselarijrecht, alsmede onkosten en schade, ingevolge
artikel 14 aan belanghebbende in rekening gesteld, hetzij voor het bedrag, dat hij ingevolge lid A. als vooruitbetaling of voorschot heeft ontvangen.
D.
Geschiedt het afgeven, aftekenen of afstempelen van een stuk kosteloos, zo stelt hij daarop het woord "gratis" met vermelding van het artikel of de tariefpost, op grond waarvan hij de handeling kosteloos verricht heeft.
A.
Twijfelt de ambtenaar, welk artikel of welke tariefpost dezer wet op een handeling betrekking heeft, zo past hij die artikelen en tariefposten toe, waarbij het laagste recht voorzien is, doch staat het hem vrij, desgewenst onder toepassing van
artikel 15, lid A, de beslissing van Onze Minister van Buitenlandse Zaken in te roepen. Beslist deze, dat belanghebbende te weinig heeft betaald, dan is deze gehouden, het verschuldigde aan te zuiveren.
B.
Meent belanghebbende, dat de ambtenaar hem ten onrechte of te veel kanselarijrecht, onkosten of schade heeft in rekening gebracht, kan hij daartegen beroep in stellen bij Onze Minister van Buitenlandse Zaken. Beslist deze, dat belanghebbende ten onrechte of te veel betaald heeft, zo wordt hem het niet verschuldigde terug betaald.
1.
Wij behouden Ons de bevoegdheid voor, regelen vast te stellen, krachtens welke de ambtenaar
A.
ten laste van een schip, dat de vlag voert van het land, waar hij gevestigd is, en dat uit zijn ambtsgebied naar Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba vertrekt, als kanselarijrecht de tegenwaarde heft van het bedrag in euro of andere munt, dat door een vertegenwoordiger van het land, welks vlag het schip voert, geheven zou worden, uit welken hoofde ook, van een Nederlands schip, dat onder gelijke omstandigheden uit een Nederlandse haven naar dat land vertrok;
B.
ten laste van een buitenlands schip, dat niet de vlag voert van het land, waar hij gevestigd is, en dat uit zijn ambtsgebied naar Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba vertrekt, als kanselarijrecht het bedrag heft, dat in de ter plaatse geldige of andere munt door een vertegenwoordiger van het land, welks vlag het schip voert, geheven zou worden, uit welken hoofde ook, van een Nederlands schip, dat onder gelijke omstandigheden naar dat land vertrok.
2.
Onder buitenlandse schepen in de zin van dit artikel zijn niet te verstaan schepen, varende onder vreemde vlag, welke door een Nederlandse ondernemer zijn gehuurd of voor bepaalde tijd zijn bevracht.
Artikel 18
De ambtenaar heft als kanselarijrecht:
Post 1.
Voor de expeditie van een schip (waaronder te verstaan is het nazien, aftekenen, registreren en bewaren van de scheepspapieren en de in- en uitklaring op plaatsen, waar de ambtenaar deze verricht), behalve wanneer de reis rechtstreeks heeft plaats gehad tussen een Nederlandse haven en een buitenlandse haven op de Schelde, de Maas, de Rijn of de Eems, op de zijwateren dezer rivieren of op de kanalen tussen Nederland en andere landen op het vasteland van Europa, dan wel tussen zodanige buitenlandse havens, per 500 Bruto Register Ton per reis ...... € 1,13
met dien verstande
A.
dat een schip in dezelfde haven gedurende één kalenderjaar niet meer dan tien maal het recht voor expeditie verschuldigd is, onverminderd de verplichting van de kapitein, om de ambtenaar scheepspapieren te vertonen in gevallen, waarin de wet dit voor schrijft;
B.
dat de ambtenaar het recht voor een sleep berekent naar het hoogste totaal, inkomend of uitgaand, van de inhoud der Nederlandse schepen, waaruit zij bestaat, met inbegrip van Nederlandse sleepboten.
art. 8 artikel 7 artikel 8 artikel 17 | ten laste van een schip van |
---|
| minder dan | minstens |
---|
| 500 B.R.T. |
---|
Post 2. | | |
Voor handelingen in verband met de uitreiking van een getuigschrift betreffende inbeiteling of aanbrenging op een schip of binnenvaartuig van de merken, bedoeld bij (1) van Ons Besluit van 28 December 1925 ( Staatsblad No. 518), boven de rechten, voorzien bij Ons Besluit van 31 juli 1926 ( Staatsblad No. 289), | | |
per uur | | |
| € 4,54 | € 9,08 |
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge . | | |
Post 3. | | |
Indien hij is aangewezen als zijnde bevoegd tot het afgeven of vernieuwen van tijdelijke vergunningen tot het voeren van de Nederlandse vlag, gelijk bedoeld bij artikel 13 der Zeebrievenwet 1926 ( Staatblad No. 178), | | |
Voor een afgifte of vernieuwing | | |
| € 4,54 | € 9,08 |
Post 4. | | |
Voor het stellen op een zeebrief van een aantekening betreffende inhoudsverandering of verbouwing van het schip | | |
| € 4,54 | € 9,08 |
Post 5. | | |
Voor de inzending van een vervallen zeebrief of van een buitengewone zeebrief of voor bemiddeling tot het bekomen van een nieuwe zeebrief of een voorlopige zeebrief of tot het verkrijgen van een verlenging van een zeebrief, een voorlopige zeebrief of een buitengewone zeebrief | | |
| € 2,27 | € 4,54 |
Post 6. | | |
Voor ambtelijke aanhechting aan een zeebrief van een blad van een afmeting der daarin aanwezige vervolgbladen | | |
| € 0,45 | € 0,91 |
Post 7. | | |
Voor het opmaken en afgeven van een verklaring, inhoudende dat een schip niet meer gerechtigd is, de Nederlandse vlag te voeren, of voor werkzaamheden, verband houdende met de verkoop van een schip en niet elders bij deze Wet voorzien, | | |
per uur | | |
| € 6,81 | € 9,08 |
Post 8. | | |
Voor het aftekenen van een scheepsdagboek, wanneer het recht, bij post 1 voorzien, niet of ingevolge de bepaling sub A. van die post niet meer, verschuldigd is | | |
| € 1,13 | € 2,27 |
Post 9. | | |
Voor het nummeren en waarmerken der bladen van een scheepsdagboek | | |
per 50 bladen | | |
| € 1,13 | € 2,27 |
Post 10. | | |
Voor bemiddeling tot het verkrijgen van een certificaat voor een schip, dan wel van bericht, dat dit afgegeven is, en in het laatste geval mede voor het afgeven van een desbetreffende verklaring | | |
| € 2,27 | € 4,54 |
Post 11. | | |
Voor bemiddeling tot het bewerkstelligen van keuring der draadloze installatie van een schip of het verkrijgen van een radio-veiligheids-certificaat | | |
| € 2,27 | € 4,54 |
Post 12. | | |
Voor het verlengen van een certificaat voor een schip | | |
| € 2,27 | € 4,54 |
Post 13. | | |
Voor het afgeven of aftekenen van een gezondheidspas voor een Nederlands schip | | |
| € 1,13 | € 2,27 |
Post 14. | | |
Voor het afgeven of aftekenen van een gezondheidspas voor een buitenlands schip | | |
| € 4,54 | € 9,08 |
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge , en wordt niet afzonderlijk berekend, wanneer toepassing vindt. | | |
Post 15. | | |
Voor bemiddeling tot het bekomen van afwijking of vrijstelling, als bedoeld bij artikel 11 der Wet op de Zeevaartdiploma's 1935 ( Staatsblad No. 456) of bij artikel 9 der Wet op de Zeevisvaart-diploma's 1935 ( Staatsblad No. 455) dan wel bij overeenkomstige bepalingen in de wetgeving van de Nederlandse Antillen of Aruba, alsmede voor het afgeven van een desbetreffende verklaring, | | |
per persoon | | |
| € 1,13 | € 2,27 |
Post 16. | | |
Voor het afgeven van een verklaring betreffende het aantal of de hoedanigheid der opvarenden van een schip, behalve wanneer de behandeling inbegrepen is in die, waarin post 37 voorziet, | | |
| € 2,27 | € 4,54 |
Post 17. | | |
Voor het opmaken van een monsterrol in tweevoud | | |
| 500 B.R.T. |
| € 1,13 | € 2,27 |
met dien verstande, dat het recht, bij deze post voorzien, per bladzijde te heffen is, indien de monsterrol geschreven moet worden. | | |
Post 18. | | |
Voor veranderiug of aanvulling van de tekst van een monsterrol | | |
per bladzijde | | |
| € 0,91 | € 1,82 |
Post 19. | | |
Voor ambtelijke toevoeging aan een monsterrol van een inlegvel in tweevoud, | | |
per bladzijde | | |
| € 0,45 | € 0,91 |
Post 20. | | |
Voor het aanbrengeu op de monsterrol van een aantekening betreffende vervanging van de kapitein en voor verdere handelingen, die hiermede in verband mochten staan, | | |
| € 1,13 | € 2,27 |
Post 21.
Voor aanmonstering of bijmonstering met inbegrip van het paraferen der beide exemplaren van de arbeidsovereenkomst, dan wel voor afmonstering of afschrijving op de monsterrol, om welke reden ook, en het voor gezien tekenen, desverlangd, van een aantekening betreffende het eindigen van de dienst aan boord op de monsterrol en het monsterboekje of een van beide
per persoon € 0,91
Post 22.
Voor het verlenen der vergunning, bedoeld in
artikel 87, lid 4, van het Schepenbesluit 1932 ( Staatsblad No. 563),
per persoon € 0,45
Post 23.
Voor het afgeven van een monsterboekje of voorlopig monsterboekje
ten laste van de schepeling € 0,68
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge de
artikelen 7,
8 en
11.
Post 24.
Voor het verlenen der toestemming, bedoeld bij artikel 394-bis, lid 2, van het
Wetboek van Strafrecht of bij overeenkomstige bepalingen in het strafrecht van de Nederlandse Antillen of Aruba, alsmede voor het afgeven van een desbetreffende verklaring
per persoon € 1,13
Post 25.
Voor bemiddeling tot het terugbrengen op een schip van een schepeling, die zich aan zijn verbintenis tot dienst aan boord van dat schip onttrekt,
ten laste van de schepeling € 2,27
Post 26.
Voor het afgeven van een verklaring, dat de ambtenaar geen beletsel bekend is tegen het aanmonsteren van een persoon,
te diens laste € 0,23
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 11.
Post 27.
Voor het afgeven van een gewaarmerkt uittreksel uit het monsterings-register, of van een verklaring, inhoudende, dat een persoon tot de bemanning van een schip behoort of behoord heeft,
per persoon € 0,23
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 11.
Post 28.
Voor het afgeven van een stuk, dat een zeeman in staat stelt, aan wal te gaan, of voor stappen bij een buitenlandse instantie, om hem daartoe in staat te stellen,
ten laste van het schip, indien hij daarop in dienstbetrekking is; anders te zijnen laste ......€ 0,23
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 11.
Post 29.
Voor het opnemen van een scheepsverklaring, als voorzien bij
artikel 353, lid 1, van het Wetboek van Koophandel ,
per uur € 6,81
alsmede per bladzijde € 0,91
Post 30.
Voor het opnemen van een voorlopige scheepsverklaring, als voorzien bij
artikel 353, lid 2, van het Wetboek van Koophandel ,
per uur € 2,27
alsmede per bladzijde € 0,91
Post 31.
Voor het opnemen van een volledige scheepsverklaring, al dan niet aansluitende op een voorlopige,
per uur € 6,81
alsmede per bladzijde € 0,91
Post 32.
Voor het opnemen van een scheepsverklaring ingevolge de wetgeving van de Nederlandse Antillen of Aruba
A.
indien het een voorlopige verklaring is
per uur € 2,27
alsmede per bladzijde € 0,91
B.
overigens
per uur € 6,81
alsmede per bladzijde € 0,91
Post 33.
Voor medewerking tot het redden van een schip of deszelfs uitrusting, lading of opvarenden of voor de zorg voor wrakgoed
ten laste van het schip per uur € 6,81
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 7.
Post 34.
Voor medewerking tot het regelen van avary
per uur € 6,81
Post 35.
Voor het opmaken en afgeven van een beschikking in scheepvaartzaken
per uur € 4,54
Post 36.
Voor het aanwijzen van een deskundige in scheepvaartzaken en het opmaken van het desbetreffend procesverbaal ...... € 4,54
Post 37.
In havens, door Onze Minister van Buitenlandse Zaken aangewezen of aan te wijzen, voor het keuren van een schip, dat
A.
niet meer dan 1000 reizigers vervoert, ...... € 45,38
B.
meer dan 1000 doch niet meer dan 2000 reizigers vervoert, ...... € 79,41
C.
meer dan 2000 reizigers vervoert, ...... € 113,45
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge de
artikelen 7 en
11.
Post 41.
Voor het afgeven of aftekenen van een gezondheidsverklaring voor een Nederlands luchtvaartuig ...... € 2,27
Post 42.
Voor het afgeven of aftekenen van een gezondheidsverklaring voor een buitenlands luchtvaartuig ...... € 9,08
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 8.
Post 43.
Voor medewerking tot het redden of bergen van een luchtvaartuig of deszelfs uitrusting, lading of opvarenden, of voor de zorg voor wrakgoed
per uur € 6,81
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 7.
Post 51.
Voor het bewerkstelligen van een minnelijke schikking, of het beslechten van een geschil als scheidsman, dan wel voor het doen van uitspraak ingevolge
artikel 6 sub 1 of 2 der
Consulaire Wet 1871 ( Staatsblad No. 91)
ten laste der verliezende partij of - zo deze niet is aan te wijzen - bij gelijke delen ten laste van alle partijen
per uur € 4,54
Post 52
Voor het opmaken van het desbetreffende proces verbaal ten laste als voren
per bladzijde € 2,27
Post 53.
Voor een aanvrage tot betekening van een stuk, gelijk die voorzien is bij artikel 1 van het Verdrag betreffende de Burgerlijke Rechtsvordering ( Staatsblad 1909 No. 120), nihil
Post 54.
Voor het betekenen van een stuk in een burgerlijke zaak of voor de eenvoudige uitreiking daarvan, alsmede voor het verstrekken van een desbetreffend bewijs dan wel van de verklaring, dat de betekening of uitreiking niet bewerkstelligd kon worden, een en ander tenzij wet of verdrag anders bepaalt, ...... € 2,27
Post 55.
Voor het uitreiken tegen ontvangbewijs van een stuk, niet elders in deze wet genoemd, of het afgeven van een verklaring, dat de uitreiking niet bewerkstelligd kon worden, ...... € 2,27
Post 56.
Voor het overmaken van een rogatoire commissie ingevolge artikel 9 van het Verdrag betreffende de Burgerlijke Rechtsvordering ( Staatsblad 1909, No. 120) ...... nihil
Post 57.
Overigens voor het overmaken van een rogatoire commissie, tenzij wet of verdrag anders bepaalt, ...... € 2,27
Post 58.
Voor het beëdigen van een persoon of het ontvangen der belofte of verklaring, aan de eed gelijk gesteld, alsmede voor het opmaken van een desbetreffend proces verbaal ...... € 2,27
Post 59.
Voor het horen of ondervragen van een getuige of deskundige in een burgerlijke zaak op last van de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba
per uur € 2,27
Post 60.
Voor het opmaken van het desbetreffend proces-verbaal
per bladzijde € 2,27
Post 61.
Voor het bijwonen van een terechtzitting of ambtelijk onderzoek
A.
ten behoeve van een zeeman ...... nihil
B.
overigens per uur € 2,27
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 7.
Post 62.
Voor bemiddeling tot het verkrijgen van verzachting van straf of ontslag uit verzekerde bewaring, tenzij de ambtenaar meent, van heffing van kanselarijrecht te moeten afzien,
per uur € 2,27
Post 63.
Voor bemoeiingen in zake voogdij of curatele, voor zover de ambtenaar niet meent, van heffing van kanselarijrecht te moeten afzien,
per uur € 2,27
Post 64.
Voor zorg voor een krankzinnige of zwakzinnige, of voor bemoeienis tot diens opneming in, of ontslag uit, een gesticht
A.
met betrekking tot een zeeman ...... nihil
B.
overigens per uur € 2,27
Post 65.
Voor medewerking tot het bewerkstelligen van voornaams- of naamsverandering door de autoriteiten in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba
per uur € 2,27
Post 66.
Voor het ambtelijk doorzenden of aanbieden van een verzoekschrift of ander stuk aan een Nederlandse of buitenlandse instantie, tenzij de handeling elders bij deze wet is voorzien,
A.
ten behoeve van een zeeman ...... nihil
B.
overigens ...... € 1,13
Post 71.
Voor het verkrijgen of afgeven van het bewijs, voorzien zien bij artikel 1 der wet van 7 Juli 1906 ( Staatsblad No. 162), of van een soortgelijk bewijs ...... € 1,13
Post 72.
Voor het opmaken en afgeven van een verklaring betreffende de geldigheid in een bepaald land van een huwelijk of een echtscheiding
per uur € 2,27
Post 73.
Voor medewerking tot het totstandkomen van een huwelijk, tenzij de ambtenaar het huwelijk voltrekt of deze wet de handeling afzonderlijk belast,
per uur € 2,27
Post 81.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende dat een persoon heeft te kennen gegeven, zijn paspoort of een of meer andere stukken te hebben verloren of niet te kunnen vertonen, ...... € 2,27
Post 82.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat de nationaliteit van een persoon zich in onderzoek bevindt, ...... € 1,13
Post 83.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een persoon de ambtenaar verzocht heeft, hem in te schrijven in het register van Nederlandse onderdanen in zijn ambtsgebied, ...... € 0,68
Post 84.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een persoon is of was ingeschreven in het register van Nederlandse onderdanen in het ambtsgebied van de ambtenaar, ......€ 1,13
Post 85.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een persoon vroeger een kennisgeving overeenkomstig de Wet op het Nederlanderschap en het Ingezetenschap 1892 ( Staatsblad No. 268) heeft gedaan, ...... € 2,27
Post 86.
Voor het afgeven van een verklaring betreffende verlies van het Nederlands onderdaanschap door één persoon of een gezin ...... € 4,54
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 8.
Post 87.
Voor medewerking tot het verkrijgen van een bewijs van ontslag uit, of verlies van, een buitenlandse nationaliteit
per half uur € 2,27
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 8.
Post 88.
Voor bemoeiingen, bij deze wet niet afzonderlijk voorzien, ter zake van naturalisatie tot Nederlander, onverschillig of
artikel 3-bis der Wet op het Nederlanderschap en het Ingezetenschap 1892 ( Staatsblad No. 268) op de naturalisatie van toepassing is,
per uur € 2,27
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 8.
Post 89.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een persoon naturalisatie tot Nederlander heeft aangevraagd, ...... € 2,27
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 8.
Post 90.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een persoon het bewijs heeft bijgebracht, dat hij de nationaliteit van een ander land dan Nederland verkregen heeft, ...... € 4,54
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 8.
Post 91.
Voor het afgeven of vernieuwen, ten hoogste voor een jaar, van een bewijs van beschermelingschap ten behoeve van één persoon of van een gezin ...... € 2,27
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 8.
Post 92.
Voor het afgeven van een verklaring betreffende het verlies van Nederlands beschermelingschap door één persoon of door een gezin ...... € 2,27
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
art. 8.
Post 101.
[Vervallen.]
Post 101a
[Vervallen.]
Post 101b
[Vervallen.]
Post 102
[Vervallen.]
Post 103
[Vervallen.]
Post 104
[Vervallen.]
Post 105
Voor het afgeven van een bewijs van nationaliteit, ten behoeve van een Nederlander € 9,08
Post 106
[Vervallen.]
Post 107
[Vervallen.]
Post 108
[Vervallen.]
Post 109
[Vervallen.]
Post 110
[Vervallen.]
Post 111
[Vervallen.]
Post 112
[Vervallen.]
Post 113
[Vervallen.]
Post 121.
Voor het aanbrengen van een verblijfs-visum op een paspoort of ander reis-document
per persoon , waarvoor het stuk geldt € 2,27
Post 121a
Voor het aanbrengen van een verblijfsvisum met een geldigheidsduur van 1 maand op een paspoort of ander reisdocument ...... € 1,13
Post 122.
Voor het aanbrengen van een doorreis-visum op een paspoort of ander reis-document
per persoon , waarvoor het stuk geldt € 0,68
Post 123.
Voor het aanbrengen van een verblijfs-visum op een collectieve lijst, die paspoorten vervangt,
per persoon , waarvoor het stuk geldt € 0,34
doch niet minder dan ...... € 3,40
Post 124.
Voor het aanbrengen van een doorreis-visum op een collectieve lijst, die paspoorten vervangt,
per persoon , waarvoor het stuk geldt € 0,07
doch niet minder dan ...... € 0,68
Post 124a
Voor het aanbrengen van een visum voor meerdere reizen gedurende ten hoogste negen maanden op een paspoort of ander reisdocument ...... € 4,54
Post 124b
Voor het aanbrengen van een machtiging tot voorlopig verblijf op een paspoort of ander reisdocument ...... € 2,27
Post 125.
Voor bemiddeling tot het verkrijgen van toestemming, om een land binnen te komen, te bereizen, te verlaten of door te reizen, of om daarheen terug te keren, voor zover de handeling niet voorzien is bij post 28,
ten behoeve van één persoon of een gezin per uur € 2,27
Post 131.
Voor het afgeven van een bewijs van identiteit, bekendheid of legitimatie, niet dienende tot het verlaten van het land, waar het wordt afgegeven,
A.
ten behoeve van één persoon ...... € 1,13
B.
ten behoeve van een gezin ...... € 2,27
Post 132.
Voor het afgeven of legaliseren van een attestatie de vita of bewijs van in-leven-zijn,
A.
dienend tot het beuren van een bezoldiging, wachtgeld, toelage, uitkering, pensioen, gagement, gratificatie, riddersoldij, onderstand, delegatie, rente of vruchtgebruik van niet meer dan € 272,27 ’s jaars, ...... nihil
B.
idem van een hoger jaarlijks bedrag:
per maand , waarvoor het stuk geldt, voor elke € 45,38 van het jaarlijks bedrag ...... € 0,02
doch niet meer dan ...... € 2,27
C.
niet dienend tot het beuren van een periodiek betaalbaar bedrag, ......€ 1,13
met dien verstande, dat de ambtenaar, wanneer hij de bedragen, sub A en B bedoeld, ontvangt en uitkeert, overmaakt of voorschiet, hiervoor geen afzonderlijk recht heft.
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge de
artikelen 8 en
11.
Post 133.
Voor het afgeven van een bewijs van woonplaats ...... € 1,13
Post 134.
Voor het afgeven van een bewijs van goed gedrag, of van een stuk, inhoudende, dat een persoon, voor zover bekend, niet wegens een strafbare daad veroordeeld is, ......€ 1,13
Post 135.
Voor het afgeven van een bewijs van overlijden betreffende een Mekkaganger, die Nederlands onderdaan was, ......€ 1,13
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 11.
Post 136.
Voor bemiddeling tot het verkrijgen van een uittreksel uit het register van de burgerlijke stand (niet zijnde het register, gehouden door de ambtenaar) of van een stuk, dat de plaats van zodanig uittreksel inneemt, ...... € 1,13
Post 137.
Voor het opsporen van een persoon of gezin, mits met goed gevolg bekroond, tenzij de ambtenaar meent, van heffing van kanselarijrecht te moeten afzien,
per uur € 0,68
Post 138.
Voor een onderzoek naar iemands juiste naam, of naar plaats of tijdstip van een geboorte, huwelijk, overlijden of ander voorval, en het opstellen van een desbetreffende verklaring, een en ander mits het onderzoek met goed gevolg bekroond wordt,
per uur € 1,13
Post 139.
Voor het verkrijgen en verstrekken van inlichtingen betreffende de credietwaardigheid, de betrouwbaarheid, de omstandigheden, het verleden, de moraliteit of het gedrag van een persoon, niet bestaande in de handeling, voorzien bij post 134, tenzij de ambtenaar meent, van heffing van kanselarijrecht te moeten afzien,
per uur € 1,13
Post 141.
Voor medewerking tot het totstandkomen of registreren van een naamloze vennootschap of ander rechtspersoon of van een firma
per uur € 4,54
Post 142.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een rechtspersoon aan de wet beantwoordt, ....€ 4,54
Post 143.
Voor het verkrijgen van een bewijs van registratie of erkenning van een naamloze vennootschap of ander rechtspersoon ...... € 4,54
Post 151.
Voor het opsporen van onroerend goed alsmede, indien nodig, het nemen van maatregelen tot verzorging daarvan, en het opmaken, desverlangd, van een desbetreffende verklaring
per uur € 4,54
Post 152.
Voor medewerking tot het verkrijgen of herkrijgen van gesequestreerd of ander onroerend goed, en het opmaken, desverlangd, van een desbetreffende verklaring
per uur € 4,54
Post 153.
Voor het aanwijzen van een beheerder, schatter of vendumeester voor onroerend goed of het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een persoon met het beheer, de schatting of de verkoop van zodanig goed belast is, ......€ 4,54
Post 154.
Voor bemiddeling tot het verkrijgen van een bewijs van grondeigendom of een uittreksel uit het kadaster of hypotheekregister
per uur € 4,54
Post 155.
Voor het beschrijven of schatten van onroerend goed, of toezicht daarop, met inbegrip van het opmaken of het verifiëren en legaliseren van de beschrijving of schatting
per uur € 4,54
Post 156.
Voor veiling of verkoop van onroerend goed, of toezicht daarop, met inbegrip van het opmaken of het verifiëren en legaliseren van de desbetreffende rekening en, desverlangd, het uitkeren of overmaken van de opbrengst
A.
per uur ...... € 4,54
alsmede
B.
van de netto-opbrengst:
Het recht, bij deze post sub B voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 7.
Post 161.
Voor het opsporen van roerend goed, alsmede, indien nodig, het nemen van maatregelen tot het verzorgen daarvan, en het opmaken, desverlangd, van een desbetreffende verklaring, een en ander voor zover de handeling niet voorzien is bij post 33 of 43,
I.
over de eerste € 1361,34 ...... 1 %
II.
over het meerdere tot en met € 4537,80...... %
III.
over het meerdere tot en met € 11 344,51 ...... ½ %
IV.
over het meerdere ...... %
A.
ten behoeve van een zeeman ...... nihil
B.
overigens per uur € 2,27
Post 162.
Voor medewerking tot het verkrijgen of herkrijgen van gesequestreerd of ander roerend goed, en het opmaken, desverlangd, van een desbetreffende verklaring
per uur € 2,27
Post 163.
Voor het aanwijzen van een beheerder, schatter of vendumeester voor roerend goed of het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een persoon met het beheer, de schatting of de verkoop van zodanig goed belast is, ...... € 2,27
Post 164.
Voor het beschrijven of schatten van roerend goed, of toezicht daarop, met inbegrip van het opmaken of het verifiëren en legaliseren der beschrijving of schatting
per uur € 2,27
Post 165.
Voor veiling of verkoop van roerend goed, of toezicht daarop, met inbegrip van het opmaken of het verifiëren en legaliseren der rekening en, desverlangd, het uitkeren en overmaken van de opbrengst:
A.
per uur € 2,27
alsmede
B.
de rechten, voorzien bij post 156, sub B.
De rechten, bij deze post sub B voorzien, zijn niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 7.
Post 166.
Voor het bewaren tegen ontvangbewijs van gelden, kostbaarheden, documenten of ander roerend goed:
A.
ten behoeve van een zeeman, voor zover de waarde van het deposito de € 113,45 niet overschrijdt ...... nihil
B.
overigens:
Het recht, bij deze post sub B. voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 6.
Post 167.
Voor het bezichtigen of onderzoeken van koopmanschappen of ander roerend goed, of het vergelijken van goederen met monsters
per uur € 2,27
Post 168.
Voor het opmaken van het desbetreffend procesverbaal
per bladzijde € 2,27
Post 169.
Voor medewerking tot het verkrijgen, behouden, beschermen of bestrijden, in en buiten rechte van (1) een auteurs-recht, (2) een octrooi, een octrooi-aanvrage, prioriteit daartoe of oppositie daartegen, (3) een licentie, (4) het recht op een handelsnaam, (5) het recht op een handels- of fabrieksmerk, of (6) in het algemeen enig recht op het gebied van de industriële eigendom of enig absoluut recht
per uur € 2,27
Post 171.
Voor een onderzoek naar het bestaan van een nalatenschap of het verstrekken van inlichtingen betreffende het verkrijgen van een nalatenschap, een erfdeel, een legaat of een vruchtgebruik
per uur € 2,27
Post 172.
Voor het aanwijzen van een beheerder van een nalatenschap of van een deel van een nalatenschap, niet zijnde de nalatenschap van een zeeman, of het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een persoon met zodanig beheer belast is, ...... € 4,54
Post 173.
Voor toezicht op de afwikkeling van een nalatenschap of gedeeltelijke nalatenschap, niet zijnde de nalatenschap van een zeeman, en voor de behartiging der belangen van erfgenamen of legatarissen
per uur € 2,27
Post 174.
Voor de gehele zorg voor een nalatenschap of gedeeltelijke nalatenschap, alsmede haar afwikkeling en de uitkering of overmaking van de netto-opbrengst
I.
over de waarde, indien bekend, te berekenen of te schatten,
per maand 1 o/oo.
II.
anders voor elk deposito
per maand € 0,45
doch per jaar in beide gevallen niet minder dan ...... € 1,13
A.
over de activa, mits minstens € 136,13 ...... 1½ %
alsmede
B.
over de netto-opbrengst, mits minstens € 45,38 ...... 2½ %
onder het voorbehoud, dat de ambtenaar het recht sub B. niet heft van de nalatenschap of gedeeltelijke nalatenschap van een Mekkaganger, die Nederlands onderdaan was,
en met dien verstande, dat de ambtenaar, wanneer hij de handeling verricht, bij deze post voorzien, ter zake daarvan geen kanselarijrecht heft, voorzien bij post 66, 137, 138, 151, 152, 153, 155, 156, 161, 162, 163, 164, 165, 166, 171, 172, 173, 191, 192, 194, 242, 247 of 248.
De rechten, bij deze post voorzien, zijn niet vatbaar voor verhoging ingevolge de
artikelen 6,
7 en
8.
Post 181.
Voor het afgeven of legaliseren van een verklaring, inhoudende dat een dier of een zending dieren, planten of andere goederen vrij is van ziekten, ziektekiemen of schadelijke insecten, of dat ter plaatse, vanwaar zij afkomstig zijn, geen gevaarlijke ziekten of insecten voorkomen, die zij zouden kunnen overbrengen,
naar de waarde der goederen
I.
over de eerste € 453,78 ...... 5 o/oo
II.
over het meerdere tot en met € 4537,80 ...... 4 o/oo.
III.
over het meerdere tot en met € 13 613,41 ...... 3 o/oo.
IV.
over het meerdere tot en met € 22 689,01 ...... 2 o/oo.
V.
over het meerdere tot en met € 45 378,02 ...... 1 o/oo.
VI.
over het meerdere ...... ½ o/oo
doch niet minder dan ...... € 0,45
noch meer dan ...... € 113,45
De rechten, bij deze post voorzien, zijn niet vatbaar voor verhoging ingevolge de
artikelen 8 en
11.
Post 182.
Voor het afgeven van een transitopas of bemoeiingen ter zake daarvan ...... € 1,13
Post 183.
Voor bemoeiingen tot het verkrijgen van verlof, om goederen in te voeren, door te voeren, uit te voeren, te bezitten, te bewaren, te vervaardigen of te verhandelen,
per uur € 2,27
Post 184.
Voor het afgeven of legaliseren van een certificaat van oorsprong
de rechten, voorzien bij post 181.
De rechten, bij deze post voorzien, zijn niet vatbaar voor verhoging ingevolge de
artikelen 6,
8 en
11.
Post 185.
Voor het opmaken en afgeven van een verklaring, of voor andere bemoeiingen, strekkende tot het verkrijgen van vermindering, vrijstelling of restitutie van invoerrecht of andere heffingen, van welke aard ook, voor zover de handeling niet voorzien is bij post 186, 187 of 188,
A.
ten behoeve van een zeeman ...... nihil
B.
overigens per uur € 2,27
Post 186.
Voor het afgeven, viseren of legaliseren van een lijkenpas of van een certificaat ter begeleiding van een urn, inhoudende de as van een gecremeerd stoffelijk overschot,
A.
wanneer het stuk betrekking heeft op het stoffelijk overschot van een zeeman, ...... nihil
B.
Overigens ...... € 18,15
Post 187.
Desgelijks, ingeval van doorvoer,
A.
wanneer het stuk betrekking heeft op het stoffelijk overschot van een zeeman, ...... nihil
B.
overigens ...... € 9,08
Post 188.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een motorvoertuig, met betrekking tot hetwelk invoerrecht betaald is, of zekerheid voor de betaling hiervan is gesteld, zich weder in het buitenland bevindt, ...... € 4,54
Post 191.
Voor het incasseren van een opvorderbaar bedrag, alsmede het bewaren en uitkeren of overmaken daarvan, of voor het bewerken der voldoening van het bedrag op andere weg
A.
ten behoeve van een zeeman ...... nihil
B.
overigens over het bedrag ...... 5 %
doch niet minder dan ...... € 1,13
Het percentage, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 11.
Post 192.
Voor het ontvangen en uitkeren of overmaken van een bedrag of van stukken of goederen, op geld waardeerbaar, indien niet voorzien bij post 156, 165, 166 of 191,
A.
ten behoeve van een zeeman ...... nihil
B.
overigens over het bedrag ...... ½ %
doch niet minder dan ...... € 0,45
Het percentage, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 11.
Post 193.
Voor het verlenen van voorschot
A.
ten behoeve van een zeeman ...... nihil
B.
overigens per half jaar over het bedrag ...... 5 %
doch niet minder dan ...... € 0,45
Het percentage, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 11.
Post 194.
Voor het wisselen van geld, indien niet inbegrepen in een handeling, elders bij deze wet voorzien,
A.
over de eerste € 45,38
I.
ten behoeve van een zeeman ...... nihil
II.
overigens ...... 2 %
doch niet minder dan ...... € 0,23
B.
over het meerdere ...... 1 %
De percentages, bij deze post voorzien, zijn niet vatbaar voor verhoging ingevolge
art. 11.
Post 195.
Voor het verstrekken van formaatzegel of ongebruikte plak- of postzegels over de waarde ...... 10 %
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor voor verhoging ingevolge
artikel 11.
Post 201.
Voor het opmaken en afgeven van een verklaring, inhoudende, hoe in een afzonderlijk geval of in het algemeen onder bepaalde omstandigheden de toestand is overeenkomstig het gebruik of het recht, geldig op een bepaalde plaats, of overeenkomstig internationaal recht,
per half uur € 2,27
Post 202.
Voor een verklaring, inhoudende, dat een stuk geloof verdient, of dat een persoon tot bepaalde verrichtingen bevoegd is, ...... € 2,27
Post 203.
Voor een proces verbaal, vaststellende - in gevallen, niet afzonderlijk bij deze wet voorzien, - dat een persoon een bepaalde verklaring, niet zijnde een kennisgeving ingevolge de Wet op het Nederlanderschap en het Ingezetenschap 1892 ( Staatsblad No. 268), al dan niet heeft afgelegd, of een document of ander voorwerp al dan niet vertoond heeft, dan wel, dat de ambtenaar een andere gebeurtenis al dan niet heeft geconstateerd,
per bladzijde € 2,27
Post 211.
Voor het maken van een schriftelijke vertaling per bladzijde van het origineel ...... € 2,27
Post 212.
Voor het maken van een uittreksel in een andere taal dan die van het stuk, waarnaar het genomen is, per bladzijde van het uittreksel ...... € 2,27
Post 213.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een vertaling, door de ambtenaar gemaakt, overeenkomt met de tekst, die zij weergeeft, per bladzijde van het origineel ...... € 0,91
Post 214.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een uittreksel, door de ambtenaar gemaakt in een andere taal, dan die van het stuk, waarnaar het genomen is, overeenkomt met de tekst, die het wedergeeft, per bladzijde van het uittreksel ...... € 0,91
Post 215.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een vertaling, niet door de ambtenaar gemaakt, overeenkomt met de tekst, die zij wedergeeft, per bladzijde van het origineel ...... € 3,18
Post 216.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een uittreksel, niet door de ambtenaar gemaakt, en gesteld in een andere taal dan die van het stuk, waarnaar het genomen is, overeenkomt met de tekst, die het wedergeeft, per bladzijde van het uittreksel ...... € 3,18
Post 217.
Voor mondelinge vertolking
A.
ten behoeve van een zeeman ...... nihil
B.
overigens
per half uur € 1,59
Post 221.
Voor het maken van een afschrift, voor zover niet elders bij deze wet voorzien,
per bladzijde € 1,36
Post 222.
Voor het maken van een uittreksel uit een stuk in de taal, waarin dit gesteld is, niet zijnde een uittreksel, voorzien bij post 27 of 266, per bladzijde van het uittreksel ...... € 1,82
Post 223.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een afschrift, niet elders bij deze wet voorzien, overeenkomt met het origineel,
per bladzijde € 0,91
Post 224.
Voor het afgeven van een verklaring, inhoudende, dat een uittreksel, als bedoeld bij post 222, overeenkomt met het origineel, per bladzijde van het uittreksel:
A.
indien door de ambtenaar gemaakt, ...... € 0,91
B.
overigens ...... € 2,27
Post 225.
Voor het afgeven van een verklaring, als voorzien bij post 223 of 224, op een carbon-doorslag van een afschrift of uittreksel, door de ambtenaar gemaakt,
per bladzijde van de doorslag € 0,45
Post 231.
Voor het afstempelen of voor gezien tekenen van een stuk, voor zover de handeling niet elders bij deze wet voorzien is, en zonder bevestiging van de inhoud van het stuk, van de bevoegdheid desgene, die het heeft afgegeven, of van de echtheid van een handtekening, die er op voorkomt,
A.
ten behoeve van een zeeman ...... nihil
B.
overigens:
Post 232.
Voor het legaliseren van een handtekening, zich bevindend op een stuk, dat zonder groot bezwaar door of ten overstaan van een Nederlandse instantie opgemaakt had kunnen worden, doch dat niet door of ten overstaan van een Nederlandse instantie opgemaakt is, met dien verstande, dat deze post niet toepasselijk is op de legalisaties, voorzien bij post 132, 155, 156, 164, 165, 181, 184, 186 en 187, ...... € 6,81
Post 233.
Voor het legaliseren van een handtekening, voor zover niet begrepen in een handeling, elders bij deze wet voorzien, ......€ 2,27
Post 234.
Voor het waarmerken van vinger- of handafdrukken, per persoon ,
I.
over de waarde, indien bekend, te berekenen of te schatten, ...... 2 o/oo.
doch niet minder dan ...... € 1,13
II.
in andere gevallen voor elke handtekening of stempel ...... € 1,13
A.
met betrekking tot een zeeman, ten laste van het schip ...... € 1,13
of, indien hij daarop niet in dienstbetrekking is, ...... nihil
B.
overigens ......€ 2,27
Post 235.
Voor het waarmerken van een stempel, afbeelding of photocopie ...... € 2,27
Post 236.
Voor het registreren van een handtekening of een zegel, of beide tesamen ......€ 4,54
Post 241.
Voor medewerking tot het verkrijgen van een toestemming, reductie, ontheffing of recht, niet elders bij deze wet voorzien,
per uur € 1,13
Post 242.
Voor bemiddeling tot het verkrijgen van een stuk, voor zover de handeling niet elders bij deze wet voorzien is, ...... € 1,13
Post 243.
Voor schriftelijke of persoonlijke inleiding of aanbeveling, tenzij de ambtenaar meent, van heffing van kanselarijrecht te moeten afzien, ...... € 2,27
Artikel 15, sub B en D, is op deze handeling niet van toepassing.
Post 244.
Voor het verstrekken van naam en adres van een of meer rechtsgeleerden, notarissen, of deskundigen, tenzij de ambtenaar meent, van de heffing van kanselarijrecht te moeten afzien, ...... € 1,13
Post 245.
Voor het aanwijzen van een deskundige, tolk, scheidsman, geneesheer, etcetera, en het opmaken van het desbetreffend proces verbaal, onverminderd de rechten, voorzien bij post 36, 153, of 163, ...... € 2,27
Post 246.
Voor het redigeren van een stuk, niet zijnde een stuk, waarvoor de ambtenaar uit anderen hoofde kanselarijrecht heft,
A.
ten behoeve van een zeeman ...... nihil
B.
overigens, tenzij de ambtenaar meent, van heffing van kanselarijrecht te moeten afzien,
per bladzijde € 1,13
Post 247.
Voor het raadplegen van registers, boeken, dossiers of andere bescheiden buiten de kanselarij en het afgeven van een verklaring nopens het bevind van zaken
per half uur € 2,27
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 7.
Post 248.
Voor het kennisnemen van een stuk, aan de ambtenaar vertoond, opdat deze op grond daarvan kunne overgaan tot het afgeven van een stuk, of het verrichten van een andere handeling, bij deze wet voorzien, per bladzijde € 0,23
met dien verstande, dat de ambtenaar dit recht niet heft, wanneer het stuk hem ter verlenging of ter vervanging door een nieuw wordt aangeboden, noch wanneer deze wet voor de van hem verzochte handeling een recht voorschrijft, dat per uur of half uur te berekenen is.
Post 249.
Voor het voorbereiden of opmaken van een stuk, of het voorbereiden van een handeling, bij deze wet voorzien, wanneer dit langer dan een uur duurt, ook indien de handeling niet voleindigd wordt voor elk verder uur € 1,13
met dien verstande, dat de ambtenaar dit recht niet heft met betrekking tot een stuk of handeling, waarvoor het kanselarijrecht per uur of half uur, per blad of bladzijde, of in een percentage is uitgedrukt, noch met betrekking tot de handeling, voorzien bij
artikel 17, of tot handelingen, waarvoor het recht nihil bedraagt, noch wanneer de ambtenaar meent, van heffing van kanselarijrecht te moeten afzien.
Artikel 19
De ambtenaar, ingevolge
artikel 1 der Consulaire Wet 1871 ( Staatsblad No. 91) aangewezen als ten volle of ten dele bezittende de bevoegdheid tot het opmaken van akten van de burgerlijke stand, heft uit hoofde van die bevoegdheid als kanselarijrecht
Post 251.
Voor het inschrijven van de akte betreffende de geboorte van een wettig kind, of van een onwettig kind met of zonder gelijktijdige erkenning ...... nihil
Post 252.
Voor het inschrijven van het procesverbaal betreffende het vinden van een pas geboren kind ...... nihil
Post 253.
Voor het inschrijven van de akte, houdende verklaring betreffende een pas geboren kind, dat overleden is, ...... nihil
Post 254.
Voor het inschrijven van de akte betreffende de erkenning van een onwettig kind zonder gelijktijdige geboorte-inschrijving ...... € 0,91
Post 255.
Voor het inschrijven van een akte van overlijden, mitsgaders het toezenden van een uittreksel daarvan aan de ambtenaar van de burgerlijke stand der laatstbekende woonplaats van de overledene ...... nihil
Post 256.
Voor het inschrijven van de akte, houdende toestemming tot een voorgenomen huwelijk, ...... € 1,36
Post 257.
Voor het inschrijven van een akte van huwelijks-aangifte ...... nihil
Post 258.
Voor de afkondiging van een voorgenomen huwelijk ...... € 2,27
Post 259.
Voor een mededeling tot het doen der huwelijksafkondiging elders dan ter standplaats van de ambtenaar ...... € 1,36
Post 260.
Voor het aanbrengen van een kantmelding betreffende stuiting van een voorgenomen huwelijk of betreffende opheffing of intrekking van zodanige stuiting ...... nihil
Post 261.
Voor het afgeven van de verklaring, inhoudende, dat de afkondiging van een voorgenomen huwelijk zonder stuiting is verlopen, of dat de stuiting opgeheven of ingetrokken is, ...... € 1,36
Post 262.
Voor het opnemen van de beëdigde verklaring, inhoudende, dat een aanstaand echtgenoot zich een akte van geboorte of overlijden of een akte van bekendheid niet kan verschaffen, ...... € 2,27
Post 263.
Voor het inschrijven van een akte van huwelijk ...... € 4,54
Post 264.
Voor het inschrijven van een vonnis van huwelijksontbinding, mitsgaders in voorkomend geval aantekening daarvan ter zijde van de huwelijksakte ...... nihil
Post 265.
Voor het inschrijven van een vonnis, bevelende aanvulling of verbetering van het register van de burgerlijke stand, mitsgaders de aantekening ter zijde van de te verbeteren akte ...... nihil
Post 266.
Voor het afgeven van een gewaarmerkt uittreksel of afschrift uit het register van de burgerlijke stand betreffende de inschrijving, voorzien bij:
A.
post 251, ......€ 1,36
B.
post 252, ...... € 1,36
C.
post 253, ...... € 1,36
D.
post 254, ...... € 1,36
E.
post 255, ......€ 1,36
F.
post 256, ...... € 1,36
G.
post 263, ......€ 2,27
H.
post 264, ...... € 2,27
Artikel 20
De ambtenaar, ingevolge
artikel 1 der Consulaire Wet 1871 ( Staatsblad No. 91) aangewezen als ten volle of ten dele bezittende de bevoegdheid tot de verrichtingen, de notaris bij de Nederlandse wetten opgedragen, heft uit hoofde van die bevoegdheid als kanselarijrecht, met uitsluiting van andere kanselarijrechten, bij deze wet voorzien:
Post 271.
Voor een akte van huwelijkstoestemming ...... € 1,36
Post 272.
Voor een akte van huwelijksvolmacht, als bedoeld bij artikel 134 van het Burgerlijk Wetboek, ......€ 11,34
Post 273.
Voor een akte van lastgeving tot het aangaan van huwelijksvoorwaarden ...... € 6,81
Post 274.
Voor een akte van lastgeving tot het aangeven van een geboorte of overlijden ...... € 1,13
Post 275.
Voor een akte van lastgeving tot het erkennen van een onwettig kind ......€ 1,13
Post 276.
Overigens voor een akte, waarvan de uitgifte in originali plaats heeft,
per bladzijde € 4,54
Post 277.
Bij gelijktijdige uitgifte van meer dan één exemplaar van een akte in originali, voor elk dubbel per bladzijde € 1,82
Post 278.
Voor een akte van huwelijksvoorwaarden per bladzijde € 6,81
Post 279.
Voor een akte van uiterste wilsbeschikkingen of van bewaarneming van een olographisch of geheim testament
per bladzijde € 6,81
Post 280.
Voor een akte van erkenning van een onwettig kind ...... € 0,91
Post 281.
Voor een akte van scheepsverklaring per uur € 6,81
alsmede per bladzijde € 0,91
Post 282.
Voor een akte van schenking:
A.
naar de waarde der schenking, indien bekend, te berekenen of te schatten
I.
over de eerste € 907,56 ...... € 9,08
II.
over het meerdere tot en met € 2 268,90 ...... 1 %
III.
over het meerdere tot en met € 4 537,80 ...... 3/4 %
IV.
over het meerdere tot en met € 13 613,41 ...... ½ %
V.
over het meerdere tot en met € 45 378,02 ...... %
VI.
over het meerdere ...... 2 o/oo.
B.
indien de waarde niet bekend, te berekenen of te schatten is, per bladzijde € 6,81
De rechten, bij deze post sub A voorzien, zijn niet vatbaar voor verhoging ingevolge
artikel 11.
Post 283.
Overigens voor een akte, die in minute wordt opgemaakt,
per bladzijde € 3,63
Post 284.
Voor het opstellen van een ontwerp voor een akte, voorzien bij post 276, 278, 279, 282 of 283,
per half uur € 1,36
Post 285.
Voor openbare verkoop of veiling, van de toegewezen prijs
I.
over de eerste € 1361,34 ...... 1 %
II.
over het meerdere tot en met € 4537,80 ...... 3/4 %
III.
over het meerdere tot en met € 11 344,51 ...... ½ %
IV.
over het meerdere ...... %
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge de
artikelen 7 en
11.
Post 286.
Voor openbare verhuring of verpachting:
A.
van de huur of pacht over het eerste en tweede jaar ...... ½ %
B.
idem over elk volgend jaar ...... %
Het recht, bij deze post voorzien, is niet vatbaar voor verhoging ingevolge de
artikelen 7 en
11.
Post 287.
Voor het schrijven of lezen van een brief of ander stuk ter zake van een handeling, bij dit artikel voorzien, niet zijnde het opstellen van een ontwerp, als bedoeld bij post 284, per bladzijde € 0,23
Artikel 21
Elke getuige bij een handeling, voorzien bij
art. 20, ontvangt van belanghebbende door tussenkomst van de ambtenaar een toelage van € 0,45 per uur , alsmede tot vergoeding van zijn onkosten en tijdverzuim een redelijke som, ter beoordeling van de ambtenaar.
Artikel 22
De ambtenaar, ingevolge
artikel 1 of artikel 6 a der Consulaire Wet 1871 ( Staatsblad No. 91) aangewezen als ten volle of ten dele bezittende de bevoegdheid tot het verrichten van buitengerechtelijke handelingen, heft uit hoofde dier bevoegdheid als kanselarijrecht:
Post 291.
Voor tussenkomst, voorzien bij de artikelen 99 tot en met 104 van het Burgerlijk Wetboek ...... nihil
Post 292.
Voor andere buitengerechtelijke handelingen, tenzij wet of verdrag anders bepaalt,
per half uur € 1,13
Artikel 23
Bij het in werking treden van deze Wet, van eventuele wetten tot wijziging van deze Wet, van Koninklijke besluiten die op grond van deze Wet worden vastgesteld, en van beschikkingen van Onze Minister van Buitenlandse Zaken die gebaseerd zijn op deze Wet, blijft het bepaalde in artikel 32 van de Consulaire Wet (Wet van 25 Julij 1871, Staatsblad 91) buiten toepassing.
Artikel 24
Deze wet kan worden aangehaald onder de titel "Wet op de Kanselarijrechten", met vermelding van het jaar en het nummer van het Staatsblad , waarin zij geplaatst is.
Zij treedt in werking op een nader door Ons te bepalen tijdstip. Alsdan vervallen de Wet op de Kanselarijrechten 1918 ( Staatsblad No. 376), gelijk deze gewijzigd is bij de wetten van 22 November 1918 ( Staatsblad No. 603), 6 Februari 1922 ( Staatsblad No. 52), 23 Juni 1927 ( Staatsblad No. 187), 6 April 1933 ( Staatsblad No. 139) en 14 Juni 1934 ( Staatsblad No. 315), alsmede lid 3 en lid 4 van
artikel 17 der Consulaire wet 1871 (( Staatsblad No. 91) en de Koninklijke besluiten van 9 Maart 1875 ( Staatsblad No. 26), 3 Maart 1905 ( Staatsblad No. 88), 18 Augustus 1911 ( Staatsblad No. 284) en 18 Mei 1933 ( Staatsblad No. 285).
Gegeven ten Paleize Soestdijk, 1 November 1948
De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,
Uitgegeven de zevende December 1948.
De Minister van Justitie,