Wet van 12 januari 1977, tot vaststelling van de Wet op het centraal testamentenregister
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regelen betreffende de registratie van testamenten te herzien en aan te passen aan de behoeften van de praktijk;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1.
Er is een testamentenregister waarin worden opgenomen de in het volgende artikel vermelde gegevens van:
a. notariële akten bevattende uiterste willen of herroeping van uiterste willen;
b. akten bevattende bewaargeving of teruggave van uiterste willen;
c. uiterste willen als bedoeld in artikel 105 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
d. akten van benoeming ingaande bij overlijden.
e. notariële akten bevattende schenkingsovereenkomsten of andere giften met de strekking dat zij pas na het overlijden van de schenker of gever zullen worden uitgevoerd, bedingen als bedoeld in artikel 126, tweede lid, onder a, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek en omzettingen als bedoeld in artikel 126, tweede lid, onder c, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek;
f. akten als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onder a tot en met e, van de Consulaire Wet die overeenkomstig de voorschriften van het recht van Aruba, Curaçao of Sint Maarten zijn opgemaakt.
2.
In het register worden voorts opgenomen de in het volgende artikel vermelde gegevens van naar het in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba geldende recht opgemaakte akten, bevattende uiterste wilsbeschikkingen en schenkingen van de gehele of de gedeeltelijke nalatenschap van de schenker, alsmede akten waarbij uiterste wilsbeschikkingen worden herroepen of olografische testamenten worden teruggenomen. Onder akten, bevattende uiterste wilsbeschikkingen, worden verstaan: uiterste willen bij openbare akte, akten van bewaargeving van uiterste wil, akten van superscriptie, onderhandse stukken als bedoeld in artikel 961 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek BES, voor zover deze na het overlijden van de erflater aan een notaris zijn ter hand gesteld en akten van benoeming ingaande bij overlijden.
3.
De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, genoemd in artikel 60 van de Wet op het notarisambt, draagt zorg voor de inrichting en het bijhouden van het testamentenregister.
1.
Voor zover daarvan uit de opgaven of uit de ingevolge artikel 106 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek ontvangen akten blijkt, worden van de akten opgenomen:
a. de naam, de eerste drie voornamen en het aantal van de voornamen, de geboorteplaats en de geboortedatum van de persoon die de akte deed verlijden;
b. de datum van de akte.
2.
Bovendien worden in het register opgenomen:
a. indien de akte is verleden door of ten overstaan van een notaris of een consulaire ambtenaar, diens naam, voorletters en standplaats en het nummer waaronder de akte in het repertorium is vermeld; met betrekking tot de notaris wordt het nummer opgenomen dat door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, genoemd in artikel 60 van de Wet op het notarisambt aan zijn kantoor is toegekend;
b. indien de akte is verleden door of ten overstaan van een persoon als bedoeld in de artikelen 98 tot en met 104 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, diens naam, voorletters en hoedanigheid;
c. de soort van de akte naar de onderscheiding van artikel 1, eerste lid;
d. indien de akte behoort tot de categorie van artikel 1, eerste lid, onder a, de mededeling of bij deze akte alle vorige uiterste willen al dan niet zijn herroepen.
3.
Met betrekking tot de in artikel 1, tweede lid, bedoelde akten wordt, voor zover daarvan uit de opgaven blijkt, aantekening gehouden van de in het eerste en tweede lid bedoelde gegevens, met dien verstande dat:
b. voor de toepassing van het tweede lid, onder c, in plaats van « artikel 1, eerste lid, wordt gelezen: artikel 1, tweede lid;
c. de in het tweede lid, onder d, bedoelde mededeling wordt opgenomen indien het een notariële akte betreft die uiterste wilsbeschikkingen of de herroeping van uiterste wilsbeschikkingen bevat.
Artikel 3
De notaris door of ten overstaan van wie een akte als bedoeld in artikel 1 is verleden, is verplicht uiterlijk op de eerste werkdag volgende op die waarop de akte is verleden aan het testamentenregister op een door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, genoemd in artikel 60 van de Wet op het notarisambt vast te stellen formulier opgaaf te doen van de in het vorige artikel bedoelde gegevens, alsmede van de woonplaats van de persoon die de akte deed verlijden of te verklaren dat en om welke reden deze gegevens niet kunnen worden opgegeven.
1.
Ter dekking van de kosten van het testamentenregister wordt voor de inschrijving van een notariële akte een recht geheven. Voor de betaling van het recht is de notaris aansprakelijk.
2.
De hoogte en wijze van inning van het recht, bedoeld in het eerste lid, en hetgeen verder nodig is ter uitvoering van deze wet, wordt geregeld bij regeling van Onze Minister van Justitie.
Artikel 5
De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, genoemd in artikel 60 van de Wet op het notarisambt doet de in artikel 106, eerste lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde akten onverwijld na de registratie tegen ontvangstbewijs overbrengen naar een algemene bewaarplaats van protocollen als bedoeld in artikel 57 van de Wet op het notarisambt.
1.
Aan een ieder worden kosteloos inlichtingen gegeven uit de gegevens van het testamentenregister ten aanzien van personen die zijn overleden.
2.
De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, genoemd in artikel 60 van de Wet op het notarisambt verstrekt aan de door Onze Minister van Financiën aan te wijzen inspecteurs van de rijksbelastingen de voor die dienst nodige gegevens omtrent overleden personen aan de hand van de door die inspecteurs in te zenden overlijdensopgaven.
Artikel 6a
De artikelen 18, 19, 20, 23, 26, 27, 34, 35 en 41 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zijn van overeenkomstige toepassing op uitoefening van de taak, bedoeld in artikel 1, derde lid.
Artikel 6b
Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
1.
De Wet op het testamentenregister wordt ingetrokken.
2.
[Wijzigt de Wet op het Notarisambt.]
1.
Deze wet kan worden aangehaald als: Wet op het centraal testamentenregister.
2.
Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven ten Paleize Soestdijk, 12 januari 1977
De Minister van Justitie,
Uitgegeven de derde februari 1977
De Minister van Justitie,
Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 6a
Artikel 6b
Artikel 7
Artikel 8
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht