1.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen draagt zorg voor de inrichting en adequate werking van de polisadministratie.
2.
De polisadministratie heeft tot doel:
a.
van de werknemer gegevens over zijn arbeidsverhouding en uitkeringsverhouding – daaronder begrepen duur, loon en premies werknemersverzekeringen – vast te leggen ten behoeve van de werknemersverzekeringen;
b.
besluiten over recht op uitkering of verstrekking te baseren op gegevens als bedoeld in onderdeel a met het oog waarop de werknemer wordt geïnformeerd over die gegevens en het al dan niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen;
c.
van de persoon die vrijwillig verzekerd is voor de
Ziektewet , de
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen ,
Werkloosheidswet en
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering gegevens te verwerken waarbij de onderdelen a en b van overeenkomstige toepassing zijn;
d.
van de werknemer gegevens over genoten loon in de zin van de
Wet op de loonbelasting 1964 , ingehouden loonbelasting, premie volksverzekeringen in de zin van de
Wet financiering sociale verzekeringen , inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in de
Zorgverzekeringswet , alsmede andere gegevens van belang voor de heffing van de inkomstenbelasting te verwerken ten behoeve van de uitvoering van de taken van de Belastingdienst;
e.
van de werknemer overige gegevens van belang voor statistische doeleinden op het gebied van arbeid en lonen te verwerken ten behoeve van het Centraal bureau voor de statistiek.
3.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is de verantwoordelijke in de zin van de
Wet bescherming persoonsgegevens voorzover het betreft de verwerking van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b en c, en de bewerker in de zin van de
Wet bescherming persoonsgegevens voorzover het betreft de verwerking van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onderdelen d en e.
4.
De verantwoordelijke in de zin van de
Wet bescherming persoonsgegevens voor de verwerking van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, d en e, zijn respectievelijk Onze Minister van Financiën en het Centraal bureau voor de statistiek.
5.
De Belastingdienst verstrekt aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, in het kader van zijn taak bedoeld in het eerste lid, alle gegevens en inlichtingen, die verkregen zijn bij de uitvoering van de heffing van loonbelasting en van de
artikelen 58, tweede lid, en
59 van de Wet financiering sociale verzekeringen, voorzover die gegevens en inlichtingen noodzakelijk zijn voor het verwerken van gegevens in de polisadministratie.
6.
De basisregistratie personen wordt ter verificatie geraadpleegd voor de gegevens, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van dit artikel worden verwerkt.
7.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt aan de Belastingdienst alle gegevens en inlichtingen, die noodzakelijk zijn ten behoeve van de uitvoering van de taken van de Belastingdienst.
8.
De gegevens, bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, kunnen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale verzekeringsbank en de colleges van burgemeester en wethouders tevens verwerkt worden voor de uitvoering van de taken, bedoeld in
artikel 62.
9.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt Onze Minister en bestuursorganen als bedoeld in de
artikelen, 62,
72 en
73, zevende lid, gegevens die op grond van het tweede lid, onderdelen a tot en met c, verwerkt worden in de polisadministratie, tenzij de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, tevens verwerkt kunnen worden op grond van het achtste lid.
10.
Gegevens als bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, over lonen kunnen voor de uitvoering van de pensioenregelingen of beroepspensioenregelingen tevens verwerkt worden door de pensioenuitvoerders en beroepspensioenfondsen, genoemd in
artikel 73, eerste lid, onderdeel a, en voor regelingen inzake vervroegd uittreden op grond van een algemeen verbindend voorschrift door de stichtingen, genoemd in artikel 73, eerste lid, onderdeel b. Artikel 73, eerste en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
11.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld, in ieder geval over de inrichting, de gegevensset en de wijze van verkrijging van de gegevens van de polisadministratie. Tevens worden regels gesteld over het elektronische gegevensverkeer, de daarbij te gebruiken elektronische infrastructuur en de eisen die aan de gegevensverstrekking uit de polisadministratie worden gesteld.