2.
In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt voorts verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
b. VN-Zeerechtverdrag: het op 10 december 1982 te Montego-Bay tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83);
c. Milieuprotocol bij het Antarcticaverdrag: het op 4 oktober 1991 te Madrid tot stand gekomen Protocol betreffende milieubescherming bij het Verdrag inzake Antarctica, met Bijlagen (Trb. 1992, 110);
d. territoriale zee: de territoriale zee rond Bonaire, Sint Eustatius en Saba, vastgesteld bij of krachtens artikel 1 van de Rijkswet uitbreiding territoriale zee van het Koninkrijk;
e. binnenwateren: de wateren van Bonaire, Sint Eustatius en Saba gelegen landinwaarts vanaf de basislijn, bedoeld in het Uitvoeringsbesluit ex artikel 1 Rijkswet uitbreiding territoriale zee van het Koninkrijk;
f. schip: elk vaartuig, van welk type ook, waaronder begrepen draagvleugelboten, luchtkussenvoertuigen, afzinkbare vaartuigen en drijvend materieel, alsmede installaties gedurende de tijd dat zij drijven, of wanneer het schip als hierboven bedoeld boven de zeebodem is geplaatst voor het instellen van een onderzoek naar de aanwezigheid van delfstoffen of voor het winnen daarvan;
g. Nederlands schip: een schip dat op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd is de vlag van het Koninkrijk te voeren;
h. buitenlands schip: een schip, niet zijnde een Nederlands schip;
i. schadelijke stof: een stof die, indien zij in zee of in de lucht terechtkomt, gevaar kan opleveren voor de gezondheid van de mens, schade kan toebrengen aan het milieu, de recreatiemogelijkheden die de zee biedt kan schaden of storend kan werken op enig ander rechtmatig gebruik van de zee en die vermeld is in een van de verdragen;
j. lozen: elk vrijkomen van stoffen van een schip, hoe ook veroorzaakt, waaronder begrepen ontsnappen, over boord zetten, wegvloeien, weglekken, pompen of ledigen;
k. uitstoot: emissie als bedoeld in voorschrift 2 van Bijlage VI van het MARPOL-verdrag;
l. voorval: een gebeurtenis die er daadwerkelijk toe leidt of er vermoedelijk toe zal leiden dat een schadelijke stof in zee wordt geloosd;
m. haven: een rede, pier, steiger en in het algemeen iedere plaats, al of niet in zee, waar schepen ligplaats kunnen hebben of waar opvarenden en zaken ingescheept of ontscheept kunnen worden;
n. eigenaar: degene aan wie het schip in eigendom toebehoort of, met betrekking tot een teboekgesteld schip, degene die in het register als eigenaar van het schip staat ingeschreven;
o. exclusieve economische zone: de door het Koninkrijk ingestelde exclusieve economische zone, voor zover deze betrekking heeft op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Inhoudsopgave
- Hoofdstuk I. Begripsomschrijvingen
+ Hoofdstuk II. Toepassing
+ Hoofdstuk III. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk IV. Toezicht en aanhouding
+ Hoofdstuk V. Verdere bepalingen
+ Hoofdstuk VI. Strafbepalingen en borgsom
+ Hoofdstuk VII. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht