Artikel 340
Hij die in staat van faillissement is verklaard, wordt, als schuldig aan eenvoudige bankbreuk, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie:
1°.
indien zijn verteringen buitensporig zijn geweest;
2°.
indien hij, met het oogmerk om zijn faillissement uit te stellen, wetende dat het daardoor niet kon worden voorkomen, op bezwarende voorwaarden geldopnemingen heeft gedaan;
3°.
indien hij de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers waarmee hij ingevolge
artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek een administratie gevoerd heeft en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers die hij ingevolge dat artikel bewaard heeft, niet in ongeschonden staat te voorschijn brengt.
Artikel 341
Als schuldig aan bedrieglijke bankbreuk wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren en geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van deze straffen, hij:
a.
die in staat van faillissement is verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers:
1°.
hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2°.
enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3°.
ter gelegenheid van zijn faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet kon worden voorkomen, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
b.
te wiens aanzien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten die zijn schuldeisers jegens de boedel kunnen doen gelden:
1°.
hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2°.
enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3°.
ter gelegenheid van de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of op een tijdstip waarop hij wist dat hij niet zou kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
Artikel 342
De bestuurder of commissaris van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie:
1°.
indien hij heeft medegewerkt of zijn toestemming gegeven tot enige handeling, in strijd met enige wettige bepaling van statuten of reglementen, waaraan de door de rechtspersoon geleden verliezen geheel of grotendeels zijn te wijten;
2°.
indien hij, met het oogmerk om het faillissement van de rechtspersoon uit te stellen, wetende dat het daardoor niet kon worden voorkomen, heeft medegewerkt of zijn toestemming gegeven tot het doen van geldopnemingen op bezwarende voorwaarden;
3°.
indien aan hem te wijten is, dat aan de in
artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek,
artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of
artikel 5, eerste lid, van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met
artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omschreven verplichtingen niet is voldaan of dat de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, waarmee volgens die artikelen administratie gevoerd is, en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers die ingevolge die artikelen zijn bewaard, niet in ongeschonden staat worden te voorschijn gebracht.
Artikel 343
De bestuurder of commissaris van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon:
1°.
hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2°.
enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3°.
ter gelegenheid van het faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet kon worden voorkomen, een van de schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
4°.
niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge
artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek,
artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of
artikel 5, eerste lid, van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met
artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld.
Artikel 344
Hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden en geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van deze straffen wordt gestraft hij die:
1°.
in geval van faillissement, of in het vooruitzicht daarvan, indien het faillissement is gevolgd, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers, enig goed aan de boedel onttrekt, of betaling aanneemt, hetzij van een niet opeisbare schuld, hetzij van een opeisbare schuld, in het laatste geval wetende dat het faillissement van de schuldenaar reeds was aangevraagd of ten gevolge van overleg met de schuldenaar;
2°.
bij verificatie van de schuldvorderingen in geval van faillissement, een niet bestaande schuldvordering voorwendt of een bestaande tot een verhoogd bedrag doet gelden;
3°.
in geval de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, of in het vooruitzicht daarvan, indien de toepassing wordt uitgesproken, ter bedrieglijke verkorting van de rechten die de schuldeisers jegens de boedel kunnen doen gelden, enig goed aan de boedel onttrekt, of betaling aanneemt op een vordering ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, hetzij niet opeisbaar, hetzij opeisbaar, in het laatste geval wetende dat het verzoek tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen reeds was ingediend of tengevolge van overleg met de schuldenaar;
4°.
bij de verificatie van vorderingen in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, een niet bestaande schuldvordering voorwendt of een bestaande tot een verhoogd bedrag doet gelden.
1.
De schuldeiser die tot een aangeboden gerechtelijk akkoord toetreedt ten gevolge van een overeenkomst hetzij met de schuldenaar, hetzij met een derde, waarbij hij bijzondere voordelen heeft bedongen, wordt, in geval van aanneming van het akkoord, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie.
2.
Gelijke straf wordt in hetzelfde geval toegepast op de schuldenaar of, indien deze een rechtspersoon is, op de bestuurder of commissaris, die zodanige overeenkomst sluit.
Artikel 347
De bestuurder of commissaris van een rechtspersoon die, buiten het geval van
artikel 342, zijn medewerking heeft verleend of zijn toestemming gegeven tot enige handeling in strijd met enige wettige bepaling van de statuten of reglementen, tengevolge waarvan de rechtspersoon ernstig nadeel ondervindt, wordt gestraft met geldboete van de vijfde categorie.
1.
Hij die opzettelijk zijn eigen goed of, ten behoeve van degene aan wie het toebehoort, een hem niet toebehorend goed onttrekt aan een pandrecht, een retentierecht of een recht van vruchtgebruik of gebruik van een ander, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden.
2.
Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk een goed dat is onderworpen aan een pandrecht, een retentierecht of een recht van vruchtgebruik of gebruik van een ander, vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt.
3.
De bepaling van
artikel 316 is op deze misdrijven van toepassing.
1.
Bij veroordeling wegens een der in deze titel omschreven misdrijven, kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf begaan heeft.
3.
Bij veroordeling wegens een der in de
artikelen 340-345 omschreven misdrijven, kan openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak worden gelast.