Voor het binnentreden in een woning zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner is een bijzondere schriftelijke machtiging vereist, onverminderd het bepaalde in het vierde lid. Van het vereiste van een machtiging is vrijgesteld de rechter of de rechter-commissaris, die bevoegd is tot binnentreden zonder toestemming van de bewoner.
De machtiging wordt, zo mogelijk voorafgaande aan het binnentreden of anders bij de eerste gelegenheid daarna, aan de bewoner getoond. De machtiging wordt de bewoner in afschrift uitgereikt of voor hem achtergelaten.
Een machtiging als bedoeld in het eerste lid, is voor de officier van justitie of de hulpofficier van justitie met het oog op de opsporing van misdrijven, huiszoeking ter inbeslagneming van voorwerpen of het doorzoeken van een woning ter aanhouding van een verdachte niet vereist in de gevallen waarin met het binnentreden niet kan worden gewacht, totdat hij over een machtiging beschikt.
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.