De rechter-commissaris stelt de identiteit van de verdachten, getuigen en deskundigen vast op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin. De rechter-commissaris is tevens bevoegd de identiteit van de verdachten vast te stellen op de wijze, bedoeld in artikel 27a, tweede lid, en van de getuigen op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, tweede volzin, indien over hun identiteit twijfel bestaat. Artikel 29a, tweede lid, is ten aanzien van de getuigen van overeenkomstige toepassing.
Indien de verdachte bekend is, vraagt de rechter-commissaris de getuigen en deskundigen, of zij bloed- of aanverwant zijn van de verdachte en zo ja, in welke graad.
De rechter-commissaris kan hetzij ambtshalve, hetzij op de vordering van de officier van justitie of op het verzoek van de verdachte of van de getuige, bepalen dat het vragen naar een gegeven als bedoeld in het eerste of tweede lid, achterwege zal worden gelaten, indien er gegrond vermoeden bestaat dat de getuige in verband met het afleggen van zijn verklaring overlast zal ondervinden of in de uitoefening van zijn beroep zal worden belemmerd. De rechter-commissaris neemt de maatregelen die redelijkerwijs nodig zijn om onthulling van dit gegeven te voorkomen.
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.