Indien het openbaar ministerie overeenkomstig artikel 257a aanwijzingen geeft, bepaalt het daarbij de termijn binnen welke aan die aanwijzingen moet zijn voldaan, en zo nodig tevens de plaats waar zulks moet geschieden. De gestelde termijn kan worden verlengd.
Wanneer, binnen drie jaren na voldoening van een bedrag of overdracht van voorwerpen, als bedoeld in artikel 257a, tweede lid, onder c of in artikel 511c, blijkt dat dit een hogere waarde vertegenwoordigt dan de som van het werkelijke voordeel verkregen door middel of uit de baten van het strafbare feit of soortgelijke feiten, beveelt het openbaar ministerie - hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de gewezen verdachte of veroordeelde - de teruggave van een geldbedrag gelijk aan het verschil.
Binnen veertien dagen nadat de gewezen verdachte of veroordeelde kennis heeft gekregen van de beslissing op een overeenkomstig het vorige lid gedaan verzoek, kan hij schriftelijk beklag doen bij het gerecht ter griffie waarvan het bedrag is voldaan of het voorwerp is overgedragen.
De behandeling van het klaagschrift door de raadkamer vindt plaats in het openbaar. Acht het gerecht het beklag gegrond, dan beveelt het de teruggave van het in het tweede lid bedoelde verschil. Artikel 577b, negende lid, is van overeenkomstige toepassing. Tegen de beslissing van de raadkamer staat geen rechtsmiddel open.
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.