Wijziging salarissen rijkspersoneel Circulaire aan de ministers
Op 12 mei 1997 is met de centrales van overheidspersoneel in het Sectoroverleg Rijkspersoneel een overeenkomst gesloten over de arbeidsvoorwaarden en andere personeelsaangelegenheden in de contractperiode 1 april 1997 – 1 juni 1999. Bij deze circulaire informeer ik u over de gedifferentieerde salarisverhoging per 1 januari 1998 – zijnde een compensatie voor de intrekking van het Besluit inkomenstoeslag rijkspersoneel – en de structurele salarisverhoging per 1 juli 1998. De formalisering daarvan is thans ter hand genomen.
Deze salarismaatregelen zijn niet meegenomen in het koninklijk besluit van 18 augustus 1997, houdende de formalisering van enkele maatregelen uit de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 1997-1999 (Stb. 374). Reden hiervoor was dat medio 1997 nog niet duidelijk was of de
Wet brutering overhevelingstoeslag lonen (Wet bol) doorgang zou vinden en zo ja, hoe groot de opslag, voortvloeiende uit de afschaffing van de overhevelingstoeslag, op de lonen zou worden. Gelet hierop zijn toen de salarismaatregelen per 1 januari 1998 en 1 juli 1998 in genoemd besluit niet verwerkt. Het kabinet heeft onlangs besloten om de invoering van de
Wet bol per 1 januari 1998 voor onbepaalde tijd uit te stellen.
a. Salarisbedragen per 1 januari 1998
Door de gedifferentieerde salarisverhoging komen de salarisbedragen voor volwassenen per 1 januari 1998 te luiden zoals aangegeven in de bij deze circulaire als
bijlage 1 gevoegde inpassingstabel.
De als
bijlage 2 bijgevoegde inpassingstabel vermeldt de zogenaamde ’tussen’-bedragen. Dit zijn in het verleden gegarandeerde salarisbedragen op basis van de
Overgangsregeling Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 die niet meer voorkomen in de
bijlagen van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA 1984), maar die binnen de sector Rijk nog sporadisch worden gehanteerd.
De nieuwe salarisbedragen voor jeugdigen (de zogenaamde ‘J’-bedragen), voorkomende in
bijlage B van het BBRA 1984 , zijn vermeld in de inpassingstabel die als
bijlage 3 bij deze circulaire is gevoegd.
Als
bijlage 4 is bijgevoegd een overzicht van de schalen van het
BBRA 1984 per 1 januari 1998.
b. Minimumbedrag van de vakantie-uitkering
In verband met de gedifferentieerde salarisverhoging wordt het minimumbedrag van de vakantie-uitkering per 1 januari 1998 verhoogd van f 247,83 tot f 252,83 per maand.
c. Uitbetaling
Ik verzoek u vooruitlopend op de formele wijziging van het
BBRA 1984 in verband met genoemde salarismaatregel, met ingang van de salaris-betaling van januari 1998 rekening te houden met het voorgaande.
d. Geen algemeen karakter
Deze salarisverhoging heeft geen algemeen karakter en werkt daarom niet door naar wachtgelden, pensioenen e.d.
a. Salarisbedragen per 1 juli 1998
In verband met de salarisverhoging van 2,4% komen de salarisbedragen voor volwassenen per 1 juli 1998 te luiden zoals aangegeven in de bij deze circulaire als
bijlage 5 gevoegde inpassingstabel.
De als
bijlage 6 bijgevoegde inpassingstabel per 1 juli 1998 vermeldt de zogenaamde ’tussen’-bedragen, zoals aangegeven onder
punt A.a.
De nieuwe salarisbedragen voor jeugdigen (de zogenaamde ‘J’-bedragen) per 1 juli 1998, voorkomende in
bijlage B van het BBRA 1984 , zijn vermeld in de inpassingstabel die als
bijlage 7 bij deze circulaire is gevoegd.
Als
bijlage 8 is bijgevoegd een overzicht van de schalen van het
BBRA 1984 per 1 juli 1998.
b. Aanpassing van toelagen, vergoedingen en dergelijke
Toelagen die zijn toegekend met toepassing van het
BBRA 1984 en toelagen die krachtens een
BBRA-overgangsregeling nog van toepassing zijn, dienen in het algemeen in verband met de algemene salarisverhoging te worden verhoogd met ingang van 1 juli 1998. Veelal vindt dit automatisch plaats, bijvoorbeeld voor toelagen die zijn uitgedrukt in een percentage van het salaris van de ambtenaar of die overeenkomen met één of meer periodieke salarisverhogingen in de salarisreeks. Hiervoor kan onder meer worden gedacht aan de toelage onregelmatige dienst (
artikel 17, tweede lid, BBRA 1984).
Indien zo’n automatische aanpassing niet plaatsvindt, dient – behalve in gevallen als hierna bedoeld – met ingang van 1 juli 1998 een verhoging te worden toegepast van 2,4%. Dit geldt bijvoorbeeld voor de vaste toelage onregelmatige dienst (
artikel 17, vierde lid, BBRA 1984).
Ten slotte zijn er toelagen die geen aanpassing behoren te ondergaan, bijvoorbeeld op grond van hun aard of op grond van de desbetreffende toekenningsbeschikking. Deze toelagen blijven dus ongewijzigd.
De herziening van bijzondere regelingen die zijn getroffen met toepassing van
artikel 26 BBRA 1984, dient van geval tot geval te worden beoordeeld, zo nodig in overleg met de afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid van mijn ministerie. Indien tot bijstelling wordt overgegaan, dient een afschrift daarvan ter informatie te worden gezonden aan genoemde afdeling.
In verband met de algemene salarisverhoging wordt de ingevolge
artikel 13, derde lid, van de Overgangsregeling BBRA 1984 gehandhaafde EHBO-toelage per 1 juli 1998 verhoogd van f 16,58 tot f 16,98 per maand.
d. Uitbetaling
Ik verzoek u in verband met genoemde salarismaatregel met ingang van de salaris-betaling van juli 1998 rekening te houden met het voorgaande.
e. Algemeen karakter
Deze salarisverhoging heeft een algemeen karakter en werkt daarom door naar wachtgelden, pensioenen e.d.
Den Haag, 23 oktober 1997
De van Binnenlandse Zaken ,
directeur-generaal Management en Personeelsbeleid