Besluit van 13 november 1999, houdende wijziging van het Besluit bijzondere voorzieningen militair nabestaandenpensioen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 22 maart 1999, nr. P/99001231;
Gelet op artikel 12 van de Militaire ambtenarenwet 1931;
Gelet op artikel 31 van de Wet privatisering ABP;
De Raad van State gehoord (advies van 21 mei 1999, nr. W07.99.0142);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 9 november 1999, nr. P/99003609;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel I
[Wijzigt het Besluit bijzondere voorzieningen militair nabestaanden-pensioen.]
Artikel II
Voor diegenen die aanspraak hebben op een toeslag ingevolge artikel 21 van het Besluit bijzondere voorzieningen militair nabestaandenpensioen en reeds op de dag vóór de inwerking treding van dit artikel aanspraak hadden op een toeslag ingevolge dat artikel 21, zoals dat op die dag luidde, wordt die toeslag berekend naar ten minste het laatstelijk voor 1 juli 1999 vastgestelde niveau.
1.
Voor diegenen die op 1 januari 1998 aanspraak hadden op een toeslag ingevolge artikel 21a van het Besluit bijzondere voorzieningen militair nabestaandenpensioen, zoals dat oorspronkelijk op die dag luidde en aanspraak hebben op een toeslag ingevolge dat artikel, zoals dat thans luidt, blijft eerstgenoemde toeslag van kracht, zolang deze hoger is dan de daarna genoemde toeslag.
2.
Behoudens het eerste lid blijft artikel 21a, eerste lid, van het Besluit bijzondere voorzieningen militair nabestaandenpensioen zoals dat op 31 december 1998 luidde, tot 1 juli 1999 van toepassing, met uitzondering van de daarin bedoelde einddatum voor het recht op een toeslag op een partnerpensioen.
3.
Voorzover het in het tweede lid bedoelde artikel op 30 juni 1999 werd toegepast, blijft dit van kracht voor degene die op die dag ingevolge dat artikel ter zake van overlijden recht op een toeslag had, zolang de toepassing daarvan leidt tot een hogere toeslag dan de toeslag bedoeld in dat artikel, zoals dat thans luidt.
4.
Bij de toepassing van het derde lid wordt de daar bedoelde hogere toeslag berekend naar het laatstelijk voor 1 juli 1999 vastgestelde niveau.
ARTIKEL IV
Dit besluit treedt, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat
a. artikel I terugwerkt tot en met 1 januari 1998.
b. de artikelen II en III, tweede en vierde lid, terugwerken tot en met 1 juli 1999.
c. artikel III, eerste en derde lid, terugwerken tot en met 1 januari 1998, respectievelijk 1 januari 1999.
's-Gravenhage, 13 november 1999
De Staatssecretaris van Defensie,
Uitgegeven de elfde januari 2000
De Minister van Justitie,
Inhoudsopgave
Artikel I
Artikel II
Artikel III
ARTIKEL IV
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht