Besluit van 6 maart 1995, houdende wijziging van het Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Noord- en Midden-Limburg
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 7 juli 1994, nr. MJZ07794032, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 108, 110 en 130 van de Wet geluidhinder en artikel 182 van de Gemeentewet;
Gehoord de raden van de gemeenten Bergen, Haelen, Kessel, Roerdalen, Roermond, Roggel en Neer en Swalmen, alsmede provinciale staten van Limburg;
De Raad van State gehoord (advies van 12 december 1994, nr. W08.94.0439);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 28 februari 1995, nr. MJZ 28295024, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
1.
Totdat de commissie, bedoeld in het besluit van Onze Minister van 28 april 1989, houdende wijziging Instellingsbeschikking Commissie Zonering Buitenlandse Luchtvaartterreinen Noord- en Midden-Limburg ( Stcrt . 91 en 96), anders besluit:
a.
wordt zij geacht de commissie te zijn, bedoeld in
artikel 15 van het Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Noord- en Midden-Limburg , en
2.
Het in het eerste lid genoemde besluit van Onze Minister wordt ingetrokken.
1.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
's-Gravenhage, 6 maart 1995
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Uitgegeven de eenentwintigste maart 1995
De Minister van Justitie,