1,
2,
3,
4,
5,
6,
7,
8,
9
»
Artikel 1, Reglement voor de bijzondere kamer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder:
bijzondere kamer: de bijzondere kamer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, bedoeld in artikel 67, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie ;
raden: de niet tot de rechterlijke macht behorende personen die als deskundige leden deel uitmaken van de bijzondere kamer;
plaatsvervangende raden: de voor de raden benoemde plaatsvervangers.
BWBR0003030
Artikel 3, Reglement voor de bijzondere kamer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Artikel 3 • 1. De rang van benoeming der raden, onderscheidenlijk der plaatsvervangende raden van de bijzondere kamer, wordt geregeld naar de dag waarop het besluit van een eerste benoeming door Ons is getekend. • 2. De rang van benoeming van verschillende op éénzelfde dag benoemde raden of plaatsvervangende raden wordt, indien hun benoeming bij hetzelfde besluit plaatsvindt, b...
BWBR0003030
Artikel 4, Reglement voor de bijzondere kamer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Artikel 4 • 1. De deskundige leden, bedoeld in artikel 67, vijfde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie , leggen de eed of belofte af ten overstaan van een enkelvoudige of meervoudige kamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De eed of belofte, bedoeld in de eerste volzin, wordt afgenomen op requisitoir van het openbaar ministerie. • 2. Het formulier, bedoeld in ...
BWBR0003030
Artikel 5, Reglement voor de bijzondere kamer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Artikel 5 • 1. Het bestuur van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden houdt een register bij, waarin de koninklijke besluiten betreffende de benoeming van de daar beëdigde raden en plaatsvervangende raden en de formulieren betreffende de afgelegde eed of belofte worden bewaard. • 2. Een uittreksel uit dat register, inclusief het formulier betreffende de eed of belofte, wordt aan de r...
BWBR0003030
Artikel 7, Reglement voor de bijzondere kamer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Artikel 7 De artikelen 4 tot en met 6 zijn van overeenkomstige toepassing op de beëdiging van een deskundig lid als bedoeld in artikel 55a, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie , deskundige leden als bedoeld in artikel 70, tweede lid, van diezelfde wet , en een militair lid als bedoeld in artikel 54, derde lid, van diezelfde wet , met dien verstande dat in plaats ...
BWBR0003030
1,
2,
3,
4,
5,
6,
7,
8,
9
»